Alle parameters
Nr.
Naam/Waarde Omschrijving
3420 OUTPUT3 MIN Stelt de minimum displaywaarde in voor het signaal
x...x
3421 OUTPUT3
MAX
x...x
35 MOTOR TEMP
METING
3501 SENSOR
TYPE
GEEN
1 x PT100
2 x PT100
3 x PT100
gekozen door parameter
parameter
3402 SIGNAAL
Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter
3415 SIGNAAL 3
PARAM.
Stelt de maximum displaywaarde in voor het signaal
gekozen door parameter
parameter
3402 SIGNAAL
Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter
3415.
Motortemperatuurmeting. Zie de sectie
motortemperatuur via de standaard I/O
Activeert de motortemperatuur-meetfunctie en kiest het
sensortype. Zie ook parametergroep
UITGANGEN.
De functie is niet actief.
De functie is actief. De temperatuur wordt gemeten met één
Pt100-sensor. Analoge uitgang AO voert een constante
stroom door de sensor. De sensorweerstand neemt toe
naarmate de motortemperatuur stijgt, evenals de spanning
op de sensor. De temperatuurmeetfunctie leest de spanning
uit via analoge ingang AI1/2 en rekent de waarde om in
graden Celsius.
De functie is actief. De temperatuur wordt gemeten via twee
Pt100-sensoren. Zie de selectie
De functie is actief. De temperatuur wordt gemeten via drie
Pt100-sensoren. Zie de selectie
Actuele signalen en parameters 275
3415 SIGNAAL 3
PARAM. Zie
1MIN.
3415 SIGNAAL 3 PARAM.
1MIN.
Meting van de
op pagina 158.
15 ANALOGE
1 x
PT100.
1 x
PT100.
Def/FbEq
-
-
-
Zie
-
GEEN
0
1
2
3