192 Actuele signalen en parameters
Parameters
Alle parameters
Nr.
Naam/Waarde Omschrijving
10 START/STOP/
DRAAIR
1001 EXT1 ST/STP/
DRAAIR
NIET
GESELEC
DI1
DI1,2
DI1P,2P
DI1P,2P,3
De bronnen voor externe start-, stop- en
draairichtingsopdrachten
Bepaalt de aansluitingen en de bron voor de start-, stop- en
draairichtingopdrachten voor externe bedienplaats 1
(EXT1).
Opmerking: Startsignaal moet gereset worden als de
omvormer gestopt is via STO-(Safe torque off) ingang (zie
parameter
3025 STO
parameter
2109 KEUZE
Geen bron voor de start-, stop- en draairichtingopdracht
Start en stop aangesloten op digitale ingang DI1. 0 = stop, 1
= start. Draairichting is vast volgens parameter
DRAAIRICHTING
(instelling
Start en stop aangesloten op digitale ingang DI1. 0 = stop, 1
= start. Draairichting is aangesloten op digitale ingang DI2.
0 = vooruit, 1 = achteruit. Om de draairichting te sturen,
moet parameter
1003 DRAAIRICHTING
VERZOEK.
Pulsstart aangesloten op digitale ingang DI1. 0 -> 1: Start.
(Om de omvormer te starten, moet digitale ingang DI2 geac-
tiveerd worden voordat de puls aan DI1 geleverd wordt).
Pulsstop aangesloten op digitale ingang DI2. 1 -> 0: Stop.
Draairichting is vast volgens parameter
TING
(instelling
VERZOEK
Opmerking: Als de stopingang (DI2) niet actief is (geen
ingang), dan werken de start- en stoptoetsen op het
bedieningspaneel niet.
Pulsstart aangesloten op digitale ingang DI1. 0 -> 1: Start.
(Om de omvormer te starten, moet digitale ingang DI2
geactiveerd worden voordat de puls aan DI1 geleverd
wordt).
Pulsstop aangesloten op digitale ingang DI2. 1 -> 0: Stop.
Draairichting is aangesloten op digitale ingang DI3. 0 =
vooruit, 1 = achteruit. Om de draairichting te sturen, moet
parameter
1003 DRAAIRICHTING
VERZOEK.
Opmerking: Als de stopingang (DI2) niet actief is (geen
ingang), dan werken de start- en stoptoetsen op het
bedieningspaneel niet.
BEDRIJF) of door de noodstop (zie
NOODSTOP).
VERZOEK
= VOORUIT).
ingesteld zijn op
1003 DRAAIRICH-
= VOORUIT).
ingesteld zijn op
Def/FbEq
DI1,2
0
1
1003
2
3
4