Wanneer meerdere motoren aangesloten zijn, mag de som van de uitgangskabel-
lengtes niet groter zijn dan de maximaal toegestane kabellengte (zie
maximum motorkabellengte
worden, is het schakelen van de magneetschakelaars tijdens bedrijf niet aanbevolen.
Wanneer er meer dan 4 motoren door één omvormer bestuurd moeten worden,
neem dan contact op met uw plaatselijke ABB-vertegenwoordiger.
Kiezen van de vermogenskabels
Algemeen
De voedings- en motorkabels moeten worden gedimensioneerd volgens de
plaatselijke verordeningen.
• De voedings- en motorkabels moeten de betreffende belastingsstromen kunnen
voeren. Zie de sectie
stroomwaarden.
• De kabel dient een nominale waarde te hebben voor een maximaal toegestane
bedrijfstemperatuur van tenminste 70 °C (158 °F) voor een geleider bij continu
gebruik. Voor de VS zie de sectie
• De conductiviteit van de veiligheidsaarde-geleider moet gelijk zijn aan die van de
fase-geleider (dezelfde doorsnede).
• Een kabel van 600 V AC is toegestaan tot 500 V AC.
• Raadpleeg het hoofdstuk
eisen.
Een symmetrische afgeschermde motorkabel (zie de figuur hieronder) moet gebruikt
worden om aan de EMC-eisen van de CE- en C-tick markeringen te voldoen.
Een systeem met vier geleiders is toegestaan voor de voedingskabels, maar een
afgeschermde, symmetrische kabel wordt aanbevolen.
Vergeleken met een systeem met vier geleiders, vermindert het gebruik van een
symmetrische, afgeschermde kabel zowel de elektromagnetische straling van het
hele omvormersysteem als de motorlagerstromen en slijtage.
Planning van de elektrische installatie 41
op pagina 402). Als motormagneetschakelaars gebruikt
Nominale waarden
Aanvullende eisen voor de VS
Technische gegevens
op pagina
390
voor de nominale
op pagina
389
Aanbevolen
op pagina 43.
voor de EMC-