STUURBEKRACHTIGINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controleren van vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Controleer regelmatig het niveau van het
reservoir
van
stuurbekrachtigingsvloeistof. Zet de auto
hiervoor op een vlakke ondergrond. Het
vloeistofniveau dient zich bij normale
temperaturen tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir
grondig
stuurbekrachtigingsvloeistof bij te vullen
om te voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken
MAX wanneer het niveau te laag is.
✽ AANWIJZING
Controleer of het vloeistofniveau zich in
het gebied HOT op het reservoir
bevindt. Als de vloeistof koud is,
controleer dan of het vloeistofniveau
zich in het gebied COLD bevindt.
Als
stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen, adviseren we
u het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
OPMERKING
ODMNMC2035
• Blijf niet te lang doorrijden met
een te laag vloeistofniveau in het
reservoir om schade aan de
de
stuurbekrachtigingspomp
voorkomen.
• Start de motor nooit als het
reservoir leeg is.
• Voorkom bij het bijvullen van
vloeistof dat er vuil in het
reservoir komt.
alvorens
(Vervolg)
• Als het vloeistofniveau te laag is,
kan het sturen zwaarder gaan en
kunnen er vreemde geluiden te
horen
stuurbekrachtiging.
• Door niet de voorgeschreven
u
het
vloeistof te gebruiken, zal de
stuurbekrachtiging
effectief zijn en kan schade aan
de stuurinrichting ontstaan.
Gebruik alleen de voorgeschreven
stuurbekrachtigingsvloeistof.
"Aanbevolen
hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
te
Controle van de slangen van de
stuurbekrachtiging
Controleer voor het rijden de slangen van
de stuurbekrachtiging op loszitten,
lekkage, beschadigingen en verdraaiing.
(Vervolg)
Onderhoud
zijn
van
de
minder
(Zie
smeermiddelen
en
7 21