Rijden met uw auto
Goede rijgewoonten
• Laat de auto nooit in zijn vrij een
helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk. Laat de auto bij het afrijden
van een helling altijd in een versnelling
staan.
• Houd het rempedaal niet langdurig
achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen oververhit raken
en dienst gaan weigeren. Schakel in
plaats daarvan bij het afrijden van een
lange helling terug naar een lagere
versnelling. Hierdoor remt de auto af
op de motor.
• Vertraag de snelheid voordat u
terugschakelt. Hiermee voorkomt u dat
de motor met een te hoog toerental
gaat draaien, hetgeen schadelijk kan
zijn voor de motor.
• Verlaag uw snelheid ook als u
geconfronteerd wordt met zijwind. Dan
kunt u de auto beter onder controle
houden.
5
20
• Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat de R
(achteruit) wordt ingeschakeld. Als dat
niet het geval is, kan de transmissie
beschadigd
raken.
koppelingspedaal
in,
versnellingspook in de vrijstand, wacht
3 seconden en zet daarna de
versnellingspook in de R (achteruit).
• Wees vooral voorzichtig bij het rijden
op een gladde ondergrond. Let in dat
geval vooral op bij het remmen,
gasgeven en schakelen. Op een glad
wegdek
kan
een
snelheidsverandering leiden tot verlies
van grip van de aangedreven wielen,
waardoor u de controle over uw auto
kunt verliezen.
WAARSCHUWING
• Draag altijd uw veiligheidsgordel!
Bij
een
Trap
het
inzittenden die hun veiligheids-
zet
de
gordel niet dragen een veel
grotere kans op ernstig letsel dan
inzittenden die hun veiligheids-
gordel wel dragen.
• Pas uw snelheid aan voordat u
een bocht aansnijdt of gaat keren.
• Maak
stuurbewegingen bij het wisselen
abrupte
van rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
• De kans dat de auto over de kop
slaat wanneer u de macht over
het stuur verliest, is veel groter
bij hogere snelheden.
• Meestal verliest de bestuurder de
macht over de auto wanneer twee
of meer wielen van de weg raken
en de bestuurder het stuur
omgooit om de auto weer de weg
op te sturen.
• Gooi het stuur niet om wanneer
uw auto van de weg raakt. Minder
in
plaats
voordat u de auto terug de weg
op stuurt.
• Houd
snelheidslimieten.
aanrijding
lopen
geen
plotselinge
daarvan
snelheid
u
altijd
aan
de