Rijden met uw auto
Achteruitrijden
Houd het stuurwiel aan de onderzijde
vast met één hand. Beweeg uw hand
naar links om de aanhanger naar links te
laten gaan. Beweeg uw hand naar rechts
om de aanhanger naar rechts te laten
gaan. Rijd altijd langzaam achteruit en
laat u indien mogelijk door iemand
anders begeleiden
Rijden in bochten
Rijd met een aanhanger ruimer door
bochten dan normaal. Anders kan de
aanhanger te veel naar binnen komen en
stoepranden, verkeersborden, bomen
enz. raken. Voorkom schokkerige en
plotselinge manoeuvres. Geen ruim
voordat u afslaat of van rijstrook
verandert richting aan.
5
136
Richtingaanwijzers aanhanger
De aanhanger dient te zijn voorzien van
richtingaanwijzers.
Als
richtingaanwijzers inschakelt, gaan de
groene pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. De richtingaanwijzers van de
aanhanger dienen gelijktijdig mee te
knipperen.
Ook als de richtingaanwijzers van de
aanhanger niet werken, zullen de groene
pijlen
in
het
instrumentenpaneel
knipperen. Zodoende kunt u denken dat
achteropkomende bestuurders zien dat u
richting aangeeft, terwijl dit niet het geval
is. Daarom is het belangrijk om af en toe
te controleren of de richtingaanwijzers
van
de
aanhanger
nog
Controleer steeds na het opnieuw
aankoppelen van de aanhanger of de
verlichting en de richtingaanwijzers
werken.
Sluit de verlichting van de aanhanger niet
rechtstreeks aan op de verlichting van de
auto.
Gebruik
hiervoor
goedgekeurde bedrading.
Raadpleeg
uw
HYUNDAI
Reparateur voor meer informatie.
WAARSCHUWING
u
de
Het gebruik van niet goedgekeurde
bedrading kan schade aan het
elektrisch systeem van de auto
en/of
persoonlijk
veroorzaken.
werken.
speciale
Erkend
letsel