UITLEG BIJ ONDERHOUDSSCHEMA
Motorolie en oliefilter
De motorolie moet worden ververst en
het filter moet worden vervangen volgens
de
intervallen
van
onderhoudsschema.
Als
ongunstige omstandigheden gereden
wordt, moet de olie vaker ververst en het
filter vaker vervangen worden.
Aandrijfriemen
Controleer
alle
aandrijfriemen
tekenen
van
sneetjes,
overmatige slijtage of verzadiging met
olie en vervang indien nodig. De
spanning van de aandrijfriemen moet
periodiek worden gecontroleerd en
indien nodig worden afgesteld.
OPMERKING
Wanneer u de riem controleert, zet
dan het contact in stand LOCK/OFF
of ACC.
Brandstoffilter(element)
Door een verstopt filter kan de snelheid
waarmee
gereden
het
afnemen,
er
onder
beschadigd raken of slecht aanslaan
veroorzaakt worden. Als zich in de
brandstoftank te veel vuil ophoopt, dient
het filter mogelijk vaker vervangen te
worden.
We adviseren u het brandstoffilter te
laten vervangen door een officiële
op
HYUNDAI-dealer.
scheurtjes,
kan
worden,
het
emissiesysteem
Onderhoud
Brandstofleidingen, -slangen en
aansluitingen
Controleer de brandstofleidingen, -
slangen en aansluitingen op lekkage en
beschadigingen. We adviseren u de
brandstofleidingen, brandstofslangen en
aansluitingen te laten vervangen door
een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
-
Alleen dieselmotor
Werk nooit aan het inspuitsysteem
bij draaiende motor of binnen 30
seconden na het afzetten van de
motor.
De
hogedrukpomp,
common rail, de verstuivers en de
hogedrukleidingen staan onder
hoge druk, ook als de motor uit is
gezet. De brandstofstraal die kan
ontsnappen, kan ernstig letsel
veroorzaken.
Mensen
pacemaker dragen, mogen niet
dichter
dan
30
cm
motormodule of de bedrading in de
motorruimte komen als de motor
draait,
omdat
de
stroomsterktes in het common rail-
systeem aanzienlijke magnetische
velden produceren.
de
die
een
bij
de
hoge
7 11