Wat te doen in een noodgeval
ALS DE MOTOR NIET GESTART KAN WORDEN
Als de motor niet of langzaam
ronddraait
1. Controleer als uw auto is uitgerust met
een automatische transmissie of de
selectiehendel in stand N of P staat en
of de parkeerrem geactiveerd is.
2. Controleer of de accuklemmen schoon
zijn en goed vastzitten.
3. Schakel de interieurverlichting in. Als
de interieurverlichting zwakker gaat
branden of uitgaat als u de startmotor
bedient, is de accu te ver ontladen.
4. Controleer of de aansluitingen van de
startmotor goed vastzitten.
5. Probeer de auto niet aan te slepen of
aan te duwen. Zie de aanwijzingen bij
"Starten met hulpaccu".
WAARSCHUWING
Probeer de auto niet aan te slepen
of aan te duwen. Hierdoor kan een
aanrijding
of
andere
ontstaan. Verder kan de katalysator
door overbelasting beschadigd
raken en brand veroorzaken als de
auto
wordt
aangesleept
aangeduwd.
6
4
Als de motor wel ronddraait maar
niet aanslaat
1. Controleer het brandstofniveau.
2. Zet het contact in stand LOCK/OFF en
controleer alle stekkerverbindingen
van de ontsteking, de bobine en de
bougies. Sluit een eventuele losse
stekker weer aan.
3. Controleer de brandstofleiding in de
motorruimte.
4. Als de motor nog steeds niet start,
neem dan telefonisch contact op met
een officiële HYUNDAI-dealer.
schade
of