Wat te doen in een noodgeval
OPMERKING
Rijd niet harder dan 60 km/h.
Rijd
indien
mogelijk
langzamer dan 20 km/h.
Als
u
tijdens
het
ongewone trillingen opmerkt,
een abnormaal rijgedrag ervaart
of bijgeluiden hoort, verlaag
dan
uw
snelheid
voorzichtig verder totdat u de
auto op een veilige plaats tot
stilstand kunt brengen. Roep in
dat geval hulp in. Wanneer u de
bandenreparatieset
kunnen
bandenspanningssensoren en
velgen
door
afdichtingsmiddel beschadigd
raken.
afdichtingsmiddel
bandenspanningssensoren en
van de velg. Wij raden u aan de
band te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
6
34
Controleren van de
bandenspanning
1.Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km
niet
(of ongeveer 10 minuten) hebt
gereden, op een veilige plaats.
rijden
2.Sluit slang 9 van de compressor
aan op het ventiel van de band.
3.Sluit de compressor met behulp
van de kabel en stekkers aan op
en
rijd
de accu van de auto.
4.Stel de bandenspanning in op 200
kPa (29 psi). Schakel het contact in
en ga dan als volgt te werk.
gebruikt
- De bandenspanning verhogen:
de
Zet
de
compressor in stand I. Schakel de
het
compressor even uit om de huidige
bandenspanningsinstelling
Verwijder
controleren.
van
de
WAARSCHUWING
Gebruik de compressor niet
langer dan 10 minuten, omdat
het apparaat anders oververhit
raakt en beschadigd kan raken.
schakelaar
op
de
te
- De bandenspanning verlagen:
Druk knop (8) op de compressor
in.
OPMERKING
Rijd opnieuw een stukje als de
band niet op spanning blijft.
Volg de aanwijzigen in 'Het
dichtmiddel verdelen'. Herhaal
dan de stappen 1 tot en met 4.
Het IMS kan mogelijk niet
gebruikt
worden
bandbeschadigingen groter dan
ongeveer 4 mm.
We adviseren u contact op te
nemen
met
een
HYUNDAI-dealer als de band
niet gerepareerd kan worden
met de TireMobilityKit.
WAARSCHUWING
De bandenspanning moet ten
minste 200 kPa (29 psi) zijn. Rijd
niet verder als dat niet het geval
is. Roep in dat geval hulp in.
bij
officiële