Introductie
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg
raakt.
Als
de
brandstoftekort afslaat, moeten de
brandstofcircuits
volledig
ontlucht voordat de motor weer kan
worden gestart.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er geen benzine of
water
in
de
brandstoftank
terechtkomt. Als dat wel het geval is
moet de brandstoftank worden
afgetapt en moet het brandstof-
systeem
worden
ontlucht
schade aan de brandstofpomp en
de motor te voorkomen.
1
6
OPMERKING
motor
door
- Dieselbrandstof
(indien voorzien van een
worden
roetfilter (DPF))
Het is raadzaam de aanbevolen
diesel voor dieselauto's uitgerust
met een DPF-systeem te gebruiken.
Het gebruik van diesel met een
hoog zwavelgehalte (meer dan 50
ppm
gespecificeerde toevoegingen kan
ertoe leiden dat het DPF-systeem
beschadigd raakt en er witte rook
om
wordt uitgestoten.
zwavel)
en
niet-
Biodiesel
Indien uw auto aan de EN 14214-norm of
vergelijkbaar voldoet, mag bij het
benzinestation verkrijgbare
sels met niet meer dan 7% biodiesel,
algemeen bekend als "B7-diesel" worden
gebruikt. (EN staat voor "European
Norm"). Het gebruik van biobrandstoffen
van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad
methylester (RME), vetzuur methylester
(FAME),
plantaardige
(VME), enz. of een
diesel/biodiesel-
mengsel zal de slijtage bespoedigen en
kan de motor of het brandstofsysteem
beschadigen. Reparatie of vervanging
van
versleten
of
beschadigde
onderdelen als gevolg van het gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen valt
niet onder de fabrieksgarantie.
OPMERKING
• Gebruik
nooit
ongeacht of diesel, B7-biodiesel
of anderszins, dat niet aan de
meest
recente
specificaties
voldoet.
• Gebruik
nooit
brandstoftoe
voegingen en dergelijke die niet
door de fabrikant zijn aanbevolen
of goedgekeurd.
dieselmeng-
methylester
brandstof,
-