Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden
gebruikt.
Het
verantwoordelijkheid
bestuurder dat de banden op de
juiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het
waarschuwingslampje
branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje
storing TPMS is gecombineerd met
het
waarschuwingslampje
bandenspanning.
Wanneer
systeem een storing signaleert,
knippert het waarschuwingslampje
gedurende ongeveer een minuut en
blijft het daarna branden. Deze
volgorde blijft ook bestaan bij
volgende starts van de auto, zolang
als het probleem aanwezig is.
Wanneer het controlelampje brandt,
kan het systeem mogelijk niet naar
behoren
een
te
bandenspanning vaststellen.
Storingen in het TPMS kunnen door
verschillende oorzaken ontstaan,
is
de
waaronder het plaatsen, vervangen
van
de
of wisselen van banden of velgen
waardoor het TPMS niet goed werkt.
Controleer na het vervangen van een
of meerdere band(en) of velg(en) het
gaat
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS goed
werkt.
✽ AANWIJZING
In de volgende situaties raden we u
aan het systeem door een officiële
lage
HYUNDAI-dealer
het
kijken.
1. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampje
storing
gedurende 3 seconden branden
nadat het contact in stand ON is
gezet of de motor draait.
2. Het controlelampje storing TPMS
blijft
gedurende ongeveer 1 minuut
lage
heeft geknipperd.
3. Het waarschuwingslampje positie
lage
bandenspanning
branden.
na
te
laten
TPMS
gaat
niet
branden
nadat
het
blijft
Wat te doen in een noodgeval
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
aanduiding bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het bandenspanningscontrole-
systeem
branden
en
waarschuwingsmelding op het LCD-
scherm in het instrumentenpaneel
wordt
weergegeven,
bandenspanning
van
meerdere band(en) aanmerkelijk te
laag.
ODM066020L
er
een
is
de
een
of
6 11