Verlichting en zicht
De snelheid van de ruitenwissers wordt
automatisch aangepast aan de hoeveelheid
neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel kort omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om het
inschakelen te bevestigen.
Dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden
en er verschijnt een melding.
Uitschakelen
Duw de hendel nog een keer kort
omlaag of zet de hendel in een
andere stand (Int., 1 of 2).
Dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat uit en er
verschijnt een melding.
Elke keer als het contact meer dan één
minuut is afgezet, moet u de automatische
werking van de ruitenwissers opnieuw
activeren door de hendel omlaag te
duwen.
90
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in
de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dek de regensensor, die zich aan de bovenzijde
van de voorruit achter de binnenspiegel
(afhankelijk van uitrustingsniveau) bevindt,
niet af. De aan de sensor gekoppelde functies
worden dan niet meer bediend.
Schakel de automatische werking van de
ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in
een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de
automatische ruitenwissers tot de voorruit
ontdooid is.