Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken:
-
zet de versnellingshendel altijd in de
neutraalstand,
-
trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5
e
of de 6
versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5
e
of de 6
versnelling in te schakelen.
Doet u dit niet, dan kan de versnellingsbak
zwaar beschadigd raken (per ongeluk
e
e
inschakelen van de 3
of 4
versnelling).
Inschakelen van de
achteruitversnelling
e
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en
beweeg de versnellingshendel eerst naar
links en dan naar voren.
Schakel de achteruitversnelling alleen in
als de auto stilstaat en de motor stationair
draait.
e
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken:
-
zet de versnellingshendel altijd in de
neutraalstand,
-
trap het koppelingspedaal in.
Automatische
transmissie
Bij deze automatische transmissie met acht
versnellingen kunt u kiezen voor automatisch of
handmatig schakelen.
Er zijn twee gebruiksmogelijkheden:
-
automatisch schakelen: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
-
handmatig schakelen: in deze stand kan
de bestuurder zelf sequentieel schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers aan de stuurkolom, bijvoorbeeld om
even snel in te halen.
Keuzeschakelaar
Bij het bedienen van de keuzeschakelaar
is het om veiligheidsredenen raadzaam
om het rempedaal ingetrapt te houden.
Rijden
6
131