Ergonomie en comfort
Voorstoelen
Juiste zitpositie
Stel alvorens te gaan rijden en te profiteren van
de ergonomische lay-out van de instrumenten
en bedieningsorganen de afstellingen af in de
volgende volgorde:
-
de hoogte van de hoofdsteun,
-
de hoek van de rugleuning,
-
de hoogte van het kussen,
-
de positie in lengterichting van de stoel,
-
de hoogte en diepte van het stuurwiel,
-
de buitenspiegels en binnenspiegel.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
56
Instellingen
Verstellen in lengterichting
F Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in
de gewenste stand.
Hoogte
(alleen bestuurder)
F Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag
tot de gewenste stand bereikt is.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels.
Verstellen van de rugleuning
F Beweeg de schakelaar naar achteren om de
rugleuning in te stellen.
Lendensteun
(alleen bestuurder)
F Draai aan de knop om de lendensteun in de
gewenste stand te zetten.