In geval van pech
F Sluit de slang aan op het ventiel en zet hem
stevig vast.
F Controleer of de schakelaar van de
compressor in de stand "O" staat.
F Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F Zet het contact aan.
Alleen de 12V-aansluitingen voorin en in
de bagageruimte mogen worden gebruikt
om de compressor aan te sluiten.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
200
F Schakel de compressor in door de
schakelaar in de stand "I" te zetten en breng
de band op de spanning die is aangegeven
op de bandenspanningssticker van de
auto. Om de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
Als na 7 minuten de bandenspanning
lager blijft dan 2 bar, is de band niet
te repareren; neem voor verdere hulp
contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
F Zet, zodra de gewenste spanning is bereikt,
de schakelaar in de stand "O".
F Verwijder de set en berg deze op.
Rijd met een gerepareerde band niet meer
dan 200 km; neem contact op met een het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te laten vervangen.
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel
met het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande procedure.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gereedschapsset.
F Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F Volg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
dragen van een reflecterend veiligheidsvest,
enz.) met betrekking tot de regels die gelden
in het land waar u zich bevindt.
F Zet het contact af.