Toegang tot het instructieboekje Het instructieboekje is beschikbaar op de CITROËN-website, in de rubriek "MyCitroën" of op het volgende adres: http://service.citroen.com/ddb/ Selecteer: - de taal, Download vanaf de desbetreffende Store de app Scan MyCitroën - het model van uw auto en de carrosserievariant, voor smartphones.
Pagina 3
Welkom Symbolen Wij danken u voor uw keuze voor de Citroën Jumper – Relay. Veiligheidswaarschuwing Dit boekje bevat alle informatie en adviezen die u nodig hebt om optimaal en in Aanvullende informatie alle veiligheid gebruik te maken van de mogelijkheden van uw auto. Uw auto kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, het type, de uitvoering en de Adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu specifieke kenmerken voor het land waar uw auto verkocht is, slechts van een...
Pagina 4
Inhoudsopgave Toegang tot de auto Overzicht Verlichting en zicht Sleutel Lichtschakelaar Afstandsbediening Automatisch grootlicht Voorportieren Koplampen in hoogte verstellen Ruitenwisserschakelaar Schuifdeur Achterdeuren Eco-rijden Alarm Elektrische ruitbediening Veiligheid Algemene aanbevelingen met Ergonomie en comfort Instrumentenpaneel betrekking tot de veiligheid Alarmknipperlichten Voorstoelen Instrumentenpanelen Voorbank Claxon...
Pagina 5
Inhoudsopgave Rijden Praktische informatie Technische gegevens Rijadviezen Brandstof Technische gegevens motoren en Starten – afzetten van de motor aanhangergewichten Geschikte brandstoffen Opslagmodus van de accu Sneeuwkettingen Dieselmotoren Gewichten Trekken van een aanhanger Parkeerrem Afmetingen Trekhaak met afneembare kogel Versnellingsbak Identificatie Schakelindicator Dakstangen en imperiaals Stop &...
Eco-rijden Eco-rijden Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO -uitstoot van uw auto verminderen. Maak optimaal gebruik van de Kies voor een soepele rijstijl versnellingsbak Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een...
Eco-rijden Beperk de oorzaken van een Houd u aan de hoger brandstofverbruik onderhoudsvoorschriften Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: Controleer regelmatig de bandenspanning Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie plaats de zwaarste voorwerpen in de bagageruimte (bij koude banden), houd u daarbij aan de verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Instrumentenpaneel Instrumentenpanelen Display niveau 1 Instrumentenpaneel/ Display niveau 2 Instrumentenpaneel/ Display niveau 1 In het onderste gedeelte: Tijd, Buitentemperatuur, Afgelegde afstand in km/mijl, Boordcomputer (actieradius, brandstofverbruik, enz.), Hoogte van de koplampverstelling, Programmeerbare waarschuwing te hoge snelheid, Snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer, Snelheidsmeter (km/h of mph). Schakelindicator, Display.
Instrumentenpaneel Display niveau 2 Lichtsterkte van de Verklikkerlampjes cockpitverlichting Verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje). Bij het aanzetten van het contact Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde lampjes enkele seconden branden.
Instrumentenpaneel Verklikkerlampjes Waarschuwingslampjes ingeschakelde functie Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst desbetreffende functie is ingeschakeld. dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Pagina 12
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Rode waarschuwingslampjes Koelvloeistoftemperatuur Op H in rode gebied. Een te hoge koelvloeistoftemperatuur Zet de auto stil en zet het contact uit. en/of Laat de koelvloeistof voldoende afkoelen. een abnormale toename. Controleer visueel het niveau. Permanent, met de naald Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie in het rode gebied.
Pagina 13
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Stuurbekrachtiging Permanent, in Er is een storing met betrekking tot De conventionele werking van de stuurinrichting, zonder combinatie met een de stuurbekrachtiging. bekrachtiging, blijft behouden. geluidssignaal en een Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of melding op het display.
Pagina 14
Instrumentenpaneel Verklikkerlampje Status Oorzaak Acties/Opmerkingen Elektronische Permanent. Er is een storing in het systeem. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. remdrukregelaar Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Oranje waarschuwingslampjes Antiblokkeersysteem Permanent. Er is een storing in het De normale remwerking blijft behouden.
Pagina 15
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Roetfilter (diesel) Permanent. Regeneratie van het roetfilter. Het is raadzaam de motor te laten draaien tot het lampje dooft, om er zeker van te zijn dat de regeneratie is voltooid. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het controleren van de niveaus.
Pagina 16
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Lane Departure Knippert in combinatie Een onbedoelde afwijking van de Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste Warning System met een geluidssignaal. koers naar links of rechts. koers te brengen. Permanent in Storing in het Lane Departure Maak de voorruit schoon.
Pagina 17
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Te laag Permanent, met de Een bijna lege brandstoftank. Wacht niet met tanken. brandstofniveau naald in het E-gebied. De actieradius met de resterende hoeveelheid brandstof is afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg, de verstreken tijd en het aantal kilometers dat is gereden sinds het lampje brandt.
Pagina 18
Instrumentenpaneel Waarschuwings- resp. Status Oorzaak Acties/Opmerkingen verklikkerlampje Snelheidsregelaar Permanent. De snelheidsregelaar is Handmatig selecteren. geselecteerd. Dimlicht Permanent. Een handmatige selectie. Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede stand. Blauwe verklikkerlampjes Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar getrokken.
Pagina 19
Instrumentenpaneel Verklikkerlampje op het display Weergave Signaleert Acties/Opmerkingen Hoogte van de Koplampen verstellen. Stand 0 t/m 3, afhankelijk van de Verstel de koplampen met de toetsen van het koplampverstelling belading van de auto. bedieningspaneel MODE. Onderhoudssleutel Een sleutel die blijft Een bijna verstreken Raadpleeg het overzicht van controles in het branden.
Instrumentenpaneel Meters Controleer bij twijfel het motorolieniveau met Voor de 3,0 l HDi-motoren zal het toerental de peilstok. beperkt worden tot 3000 t/min en vervolgens Onderhoudsinformatie Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor tot 1500 t/min zolang de olie niet is ververst. meer informatie over het controleren van de Laat de motorolie verversen om te voorkomen Na het aanzetten van het contact brandt het lampje...
Instrumentenpaneel Opvragen van de Menu … Selecteer … Om … onderhoudsinformatie Service Service (km/mijl tot Het nog af te leggen aantal onderhoudsbeurt) kilometers/mijlen tot de volgende onderhoudsbeurt weer te geven. Olie verversen (km/mijlen tot olie Het nog af te leggen aantal verversen) kilometers/mijlen tot de volgende olieverversing weer te geven.
Pagina 22
Instrumentenpaneel Koelvloeistoftemperatuur Volg dit advies op: Brandstofniveaumeter Let op: het koelcircuit staat onder druk! Draai om brandwonden te voorkomen met behulp van een doek de dop eerst twee omwentelingen los om de druk te laten dalen. Controleer, als de druk eenmaal is gedaald, het niveau en verwijder de dop om koelvloeistof bij te vullen.
Pagina 23
Instrumentenpaneel Actieradiusindicatoren Actieradius tussen 2400 en 600 km Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt de waarschuwing weergegeven en klinkt een ® AdBlue Zodra de grenswaarde van 2400 km geluidssignaal. is bereikt, gaat dit verklikkerlampje Zodra de reservevoorraad van het AdBlue ®...
Instrumentenpaneel Configuratie van de auto Bevestigde storing Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor ® meer informatie over AdBlue (BlueHDi- Via het bedieningspaneel motoren), in het bijzonder met betrekking tot MODE het bijvullen. Naast de hierboven vermelde waarschuwingen wordt de toegestane actieradius in kilometers (mijlen) weergegeven op het instrumentenpaneel.
Pagina 25
Instrumentenpaneel Gebruik deze toets om terug te keren naar de startpagina. De desbetreffende informatie wordt weergegeven op Druk op deze toets om: het display van het instrumentenpaneel. omhoog te scrollen in een menu, Beschikbare talen: Italiaans, Engels, Duits, Frans, een waarde te verhogen. Spaans, Portugees, Nederlands, Braziliaans Portugees, Pools, Russisch, Turks en Arabisch.
Pagina 26
Instrumentenpaneel Menu … Bevestig en Druk op … Submenu … Druk op … Selecteer … Om … sluit af 1 Helderheid Verhogen De helderheid van de handset en de cockpit in te stellen (met ingeschakelde parkeerlichten). Verlagen 2 Geluidssignaal Verhogen Het geluidssignaal op het moment dat de snelheid (Speed) ingestelde snelheid wordt overschreden...
Pagina 27
Instrumentenpaneel Menu … Bevestig en Druk op … Submenu … Druk op … Selecteer … Om … sluit af 8 Autoclose Het automatisch vergrendelen van de portieren vanaf 20 km/h te activeren/ deactiveren. 9 Meeteenheid Afstand De eenheid voor de weergave van de (Unit) afstanden te selecteren.
Pagina 28
Instrumentenpaneel Menu … Bevestig en Druk op … Submenu … Druk op … Selecteer … Om … sluit af 12 Service Service Het resterende aantal kilometers/mijlen tot de (km/mijl tot volgende onderhoudsbeurt weer te geven. onderhoudsbeurt) Olie verversen Het resterende aantal kilometers/mijlen tot de (km/mijlen tot volgende keer olieverversen weer te geven.
Instrumentenpaneel Via het audio-/telematicasysteem Met deze schermtoets kunt u omhoog De parameters van de submenu's 4, 5 en 6 zijn gaan in de menustructuur of een met touchscreen verschillend afhankelijk van de uitrusting van waarde verhogen. uw auto. Met deze schermtoets kunt u omlaag gaan in de menustructuur of een Via het submenu "Weergave"...
Instrumentenpaneel F Druk op de toets "MODE". Via het submenu "Verlichting" kunt u: Boordcomputer F Selecteer het menu "Tijd instellen" om de tijd en "Dagrijverlichting" selecteren om deze functie te de weergave-indeling voor de tijd (12h/24h) in te activeren of deactiveren (On, Off), Geeft informatie over de actuele rit (actieradius, "Grootlichtassistent"...
Pagina 31
Instrumentenpaneel Huidg brandstofverbruik A Als de kaart in de tachograaf is geplaatst, kunnen Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de alle gegevens: laatste seconden. worden weergegeven op het scherm van de Gemiddelde snelheid A tachograaf, Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste worden afgedrukt, nulstelling van de boordcomputer (met het contact worden overgebracht naar externe opslagmedia...
Toegang tot de auto Sleutel De plafonnier gaat kort branden en de Afstandsbediening met richtingaanwijzers knipperen twee keer. 3 knoppen Als u op deze knop drukt, wordt het alarm (indien aanwezig) uitgeschakeld. Het lampje van de toets van de centrale vergrendeling op het dashboard gaat uit.
Toegang tot de auto F Verwijder de batterij 3 en plaats de nieuwe Centrale vergrendeling Supervergrendeling batterij op de juiste manier. F Plaats de batterijhouder 2 in de sleutel en draai Druk op deze knop om alle portieren en Druk twee keer achter elkaar op deze de schroef 1 vast.
Toegang tot de auto Overzicht van de belangrijkste functies van de sleutel Vergrendelen/ ontgrendelen van binnenuit Ontgrendelen van de Vergrendelen van de Ontgrendelen van de Type sleutel cabine portieren achterdeuren Cabine en laadruimte Sleutel zonder afstandsbediening Linksom draaien Rechtsom draaien (bestuurderszijde).
Toegang tot de auto Carjackbeveiliging Voorportieren Houd er wel rekening mee dat wanneer u ervoor kiest met vergrendelde portieren en Na het wegrijden worden de portieren van de deuren te rijden, de auto in geval van nood cabine en de deuren van de laadruimte automatisch moeilijker toegankelijk is voor hulpdiensten.
Pagina 36
Toegang tot de auto Van binnenuit Openen Ga niet rijden als de schuifdeur is geopend. Van buitenaf Sluiten Van buitenaf F Trek de handgreep naar u toe en vervolgens naar voren. Van binnenuit F Trek aan de handgreep om de blokkering op te heffen en schuif de deur dicht.
Toegang tot de auto Van binnenuit - Omtrekbeveiliging Dit systeem biedt een omtrekbeveiliging, dankzij sensoren op de portieren, deuren en motorkap en op de elektrische voeding, - Wegsleepbeveiliging Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de positie van de auto worden waargenomen. Inschakelen F Zet het contact uit en verlaat de auto.
Toegang tot de auto Uitschakelen met de Handmatige bediening Snel uitschakelen van de sirene als deze afstandsbediening per ongeluk is afgegaan: F Duw of trek de schakelaar A/B tot het zware F zet het contact aan; de identificatie van punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt F Druk op deze knop.
Pagina 39
Ergonomie en comfort Cockpit Hoogte van de stoel Lendensteun Verstel omwille van de veiligheid de stoelen alleen als de auto helemaal stilstaat. Verstellen in lengterichting F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten. F Trek aan de hendel 1 om de voorzijde van de zitting te verhogen of verlagen.
Ergonomie en comfort Stoelverwarming Gebruik de functie niet als de stoel niet wordt gebruikt. Langdurig gebruik in de hoogste instelling wordt afgeraden voor personen met een gevoelige huid. Personen waarvan de warmtewaarneming beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen brandwonden krijgen. Het systeem kan oververhit raken als materiaal met isolerende eigenschappen zoals kussens of stoelhoezen wordt gebruikt.
Pagina 41
Ergonomie en comfort Stoel met variabele Tweezitsbank vóór Achterzitplaatsen demping Hoek van de rugleuning F Draai aan de knop om de demping van de stoel (volgens uitvoering) aan te passen aan het gewicht van de bestuurder. Deze tweezitsbank is voorzien van twee hoofdsteunen en twee veiligheidsgordels.
Ergonomie en comfort Toegang tot de 3e zitrij Neerklappen rugleuning Achterbanken middelste stoel (zitrijen 2 en 3) De rugleuning van de middelste stoel kan volledig op de zitting worden neergeklapt en kan dan als tafeltje met bekerhouder worden gebruikt. F Trek voor toegang tot zitrij 3 aan de hendel van de buitenste zitplaats van zitrij 2 en kantel de rugleuning naar voren.
Ergonomie en comfort Verwijderen van de achterbank Stuurwielverstelling F Stel eerst, bij stilstaande auto, de stoel in de Het verwijderen van de achterbank dient met juiste stand af. twee personen te gebeuren. F Klap de rugleuning op de zitting zoals hiervoor aangegeven.
Ergonomie en comfort Spiegels Elektrisch verstellen Ontdooien van de buitenspiegels F Druk op de toets van de De contactsleutel moet in de stand MAR staan. Buitenspiegels achterruitverwarming. Binnenspiegel Met de hendel aan de onderzijde kan de spiegel in 2 standen worden gezet. In de dagstand staat de hendel naar voren.
Ergonomie en comfort Verwarming/handbediende Comforttemperatuur de beenruimte, airconditioning F Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur de voorruit, de beenruimte en de naar behoefte in te stellen. zijruiten, de voorruit en de zijruiten. Luchtopbrengst Airconditioning aan/uit. F Draai de knop naar de gekozen Toevoer van buitenlucht/ Regeling temperatuur.
Ergonomie en comfort F Stel met de draaiknop om de toets AUTO de Automatische airconditioning Airconditioning onderbreken temperatuur naar wens in tussen: met centrale regeling - HI (High tot ≈ 32) en F Druk op deze toets om de - LO (Low tot ≈ 16). werking van de airconditioning te Het systeem regelt aan de hand van de onderbreken.
Ergonomie en comfort de middelste ventilatieroosters en Schakel zo snel mogelijk de toevoer van buitenlucht zijventilatieroosters (borst en hoofd), weer in om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan. de uitstroomopeningen voor en achter (voetenruimten).
Ergonomie en comfort Uitstroom van lucht Het opwarmen van het interieur kan sneller Verwarming en/of plaatsvinden. airconditioning achter Het systeem kan geprogrammeerd worden om te Door op deze schakelaar te drukken worden ingeschakeld voordat u in de auto stapt. wordt de lucht naar buiten geblazen, de LED gaat branden.
Ergonomie en comfort De over de vloer verspreide warme lucht wordt Instellen van de De programmeerbare standkachel (afhankelijk vanuit de airconditioningsunit vóór verdeeld ter van de uitvoering) zorgt voor een geleidelijke comforttemperatuur hoogte van de voetenruimte van de passagiers op voorverwarming van het koelcircuit, zodat de motor zitrij 2 en 3.
Ergonomie en comfort F Druk op de toets set en houd de F Druk op deze knop. Weergave nummer geselecteerd programma toets ingedrukt. Het display wordt verlicht en het Het display wordt verlicht en het pictogram van de verwarmingscyclus pictogram van het instellen van de tijd verschijnt en wordt weergegeven verschijnt.
Ergonomie en comfort Oproepen van een De geprogrammeerde duur van de verwarming Druk om de overige voorkeuze-instellingen wordt weergegeven en het pictogram van de programmering weer te geven binnen 10 seconden verwarmingscyclus of van de ventilatie knippert. herhaaldelijk op de toets set. Druk binnen F Stel de duur van de verwarming in met de toets 10 seconden op de toets voor het instellen van "<"...
Ergonomie en comfort Gebruiksadviezen voor ventilatie en airconditioning Om het risico van vergiftiging of verstikking te vermijden, mag de standkachel niet worden gebruikt, ook niet voor korte F Laat de airconditioning regelmatig controleren Neem voor een optimale werking van de perioden, in afgesloten ruimten, zoals verwarming, ventilatie en airconditioning de zoals voorgeschreven in het garantie- en...
Ergonomie en comfort Ontwasemen – ontdooien Het systeem regelt de koeling, de luchtopbrengst Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en luchttoevoer, de achterruitverwarming en de voorruit en zijruiten en de temperatuur in het interieur hoog is luchtverdeling naar de voorruit en zijruiten.
Ergonomie en comfort Centraal opbergvak Opbergbak voorstoelen Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang de achterruitverwarming in werking is, de STOP-stand niet beschikbaar is. Voorzieningen van de cabine Zonneklep U beschikt over een open opbergvak onder het Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een vaste paneel van de middenconsole.
Pagina 55
Ergonomie en comfort Vergeet bij het weer aanbrengen van de bak niet Multifunctionele steun om de vergrendeling een kwart omwenteling in de omgekeerde richting te draaien om de bak weer op zijn plaats vast te zetten. Inklapbaar schrijfblad F Beweeg het schrijfblad aan de bovenzijde Deze houdt mobiele uitrusting zoals een smartphone omhoog of omlaag om het uit of in te klappen.
Pagina 56
Ergonomie en comfort Opbergvakken in de Dashboardkastje aan voorportieren passagierszijde F Trek aan de bovenzijde van de steun om hem uit te klappen. F Kantel de hendel aan de zijkant om de klemmen Afhankelijk van het land van bestemming kan in aan de boven- en onderzijde te ontgrendelen.
Ergonomie en comfort Gekoeld dashboardkastje USB-aansluiting Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door CITROËN is goedgekeurd, zoals een lader met USB-aansluitingen, kan leiden tot storingen in de werking van de elektrische componenten van de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of storingen in de weergave van de displays.
Ergonomie en comfort Uitneembare asbak Leeslampjes Interieurverlichting Deze kan worden ingeschakeld: met de schakelaars op de plafonnier, bij aangezet contact (stand MAR), door het openen of sluiten van de voorportieren, door het vergrendelen/ontgrendelen van de auto. De plafonnier gaat automatisch uit: als zowel de rechter als de linker schakelaar niet is ingedrukt, F Open de asbak, trek hem omhoog en leeg hem...
Ergonomie en comfort Voorzieningen achter Steun voor sjorrail 12 V-aansluiting Sjorogen De vloer van de laadruimte is voorzien van sjorogen om de lading veilig vast te zetten: 8 stuks bij auto's met lengte L1 of L2; 10 stuks bij auto's met lengte L3 of L4.
Pagina 60
Ergonomie en comfort Plafonniers Leeslampjes Aansteker Deze bevinden zich boven elke rij stoelen. Binnenimperiaal Deze opbergruimte bevindt zich in de laadruimte, boven de cabine. De inhoud is afhankelijk van de hoogte van de bestelwagen (uitvoering H2 of H3). Berg om veiligheidsredenen geen zware voorwerpen op in de opbergruimte boven de cabine.
Ergonomie en comfort Scheidingswand met Verwijder de zaklamp uit de houder door op de knop te drukken en de lamp 90 graden omlaag te draaien. schuifraam Zijschuifruiten Schuif de schakelaar naar voren om de lamp te laten Afhankelijk van het land van bestemming wordt branden.
Ergonomie en comfort Voorzieningen aan de Beschermingen voor zeer Inklapbare treeplank lage temperaturen buitenzijde Afhankelijk van het land van bestemming zijn Antisteenslagrooster afdichtingen van schuimmateriaal aangebracht waarmee het bovenste gedeelte van de motorruimte wordt geïsoleerd en beschermd tegen kou en sneeuw. Om het achterin in- en uitstappen te vergemakkelijken kan uw auto worden voorzien van een treeplank die naar buiten komt bij het openen...
Verlichting en zicht Lichtschakelaar Selecteren van de stand Richtingaanwijzers van de hoofdverlichting F Links: duw de hendel omlaag, voorbij het zware Met deze schakelaar kunt u de verlichting voor en punt. achter selecteren en bedienen. F Rechts: duw de hendel omhoog, voorbij het zware punt.
Verlichting en zicht Mistlampen vóór Instellen Activering Voor landen waar het voeren van verlichting overdag F Draai de ring in de afgebeelde niet wettelijk verplicht is, kunt u de functie in- of stand. Mistachterlichten uitschakelen via het configuratiemenu. Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting Automatisch inschakelen automatisch uitgeschakeld.
Verlichting en zicht ingestelde duur is verstreken, wordt de verlichting Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor automatisch uitgeschakeld. meer informatie over de configuratie van de Houd de schakelaar langer dan 2 seconden naar auto. het stuurwiel toe getrokken om de functie uit te schakelen.
Verlichting en zicht In een zeer donkere omgeving en als de Parkeerlichten Er kunnen storingen in de werking van het verkeerssituatie het toelaat: systeem optreden: De lichten kunnen blijven branden als de auto bij slecht zicht (sneeuwval, zware regenval Het grootlicht wordt automatisch geparkeerd staat met afgezet contact, sleutel in de of dichte mist, enz.), ingeschakeld: op het...
Verlichting en zicht Koplampen in hoogte Ruitenwisserschakelaar Constant wissen met hoge snelheid: 3 standen omlaag. verstellen Eén keer wissen: trek de schakelaar naar het Ruitenwissers vóór stuurwiel toe. Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto om Wissen is alleen actief wanneer de contactsleutel in verblinding van medeweggebruikers te voorkomen.
Pagina 68
Verlichting en zicht U kunt de ruitenwisserbladen zelf vervangen. Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het vervangen van een ruitenwisserblad. Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld in de stand hoge snelheid, de STOP-stand niet beschikbaar is.
Veiligheid Algemene aanbevelingen Belangrijke informatie: Monteren van als accessoire geleverde met betrekking tot de Het monteren van elektrische uitrustingen radiocommunicatiezenders of accessoires die niet onder een Voordat u een radiocommunicatiezender veiligheid artikelnummer in het assortiment van met buitenantenne monteert, moet u bij CITROËN voorkomen, kan tot een het CITROËN-netwerk de technische hoger verbruik leiden en storingen in...
Veiligheid Alarmknipperlichten Claxon Begrippen Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het Antiblokkeersysteem (ABS) en overige verkeer te waarschuwen in het geval van file, elektronische remdrukregelaar pech, slepen of een ongeval. (EBD) Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en dragen bij tot een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Veiligheid Dynamische stabiliteitscontrole Dynamische Voor een optimale werking van het (DSC) stabiliteitscontrole (DSC) remsysteem is het raadzaam een inremperiode De dynamische stabiliteitscontrole bewaakt de vier van 500 km aan te houden. Vermijd gedurende Inschakelen wielen en grijpt, als de koers van de auto afwijkt deze periode situaties waarbij u hard, van de door de bestuurder gewenste richting, veelvuldig en aanhoudend moet remmen.
Veiligheid Antispinregeling (ASR) Weer inschakelen ASR/DSC Deze systemen zorgen voor meer veiligheid Het ASR-systeem wordt automatisch weer Inschakelen tijdens het rijden. De bestuurder mag zich ingeschakeld als het contact opnieuw wordt echter nooit laten verleiden tot het nemen van Dit systeem wordt telkens wanneer de motor wordt aangezet.
Pagina 73
Veiligheid Intelligent Traction Control Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld Elke verandering heeft invloed op het remmen, de zodra u weer langzamer dan 30 km/h rijdt. tractie, het bochtgedrag en de neiging tot omslaan. Systeem dat zorgt voor extra tractie in situaties met De Load Adaptive Control berekent het werkelijke weinig grip (sneeuw, ijzel, modder …).
Veiligheid Inschakelen Storing Het systeem werkt slechts bij hellingen van Bij het starten van de motor is het systeem meer dan 8%. uitgeschakeld. Gebruik het systeem niet met de Bij een storing in de Hill Descent Control versnellingsbak in de neutraalstand. gaat dit verklikkerlampje branden.
Veiligheid Vastmaken Hoogteverstelling Deze waarschuwing werkt zowel bij uitvoeringen met individuele passagiersstoel als bij uitvoeringen met tweezits passagiersbank vóór. Als de veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt, kan bij auto's met het Stop & Start-systeem de START-stand van de motor niet worden geactiveerd.
Pagina 76
Veiligheid Veiligheidsadviezen Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder Voor een effectieve werking van de Aanbevelingen voor kinderen Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel: veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en dient deze strak om het lichaam te worden 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
Veiligheid Airbags De airbags werken alleen als de motor Storing draait. Als dit verklikkerlampje gaat branden, De airbags werken slechts eenmaal. Als er een laat het systeem dan controleren door tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde het CITROËN-netwerk. of een volgend ongeval), worden de airbags niet meer opgeblazen.
Pagina 78
Veiligheid Advies Houd u aan de onderstaande Airbags voor Window-airbags veiligheidsvoorschriften voor een maximale Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou effectiviteit van de airbags. uw handen niet op het stuurwielkussen rusten. bij het afgaan van de window-airbags kunnen Ga normaal en rechtop zitten.
Pagina 79
Veiligheid Algemene informatie met Het is raadzaam om kinderen op de Controleer of de veiligheidsgordel goed is betrekking tot kinderzitjes achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren: aangetrokken. tot 3 jaar met de rug in de rijrichting, Controleer bij kinderzitjes met een steun of met het gezicht in de rijrichting vanaf deze steun stabiel op de vloer staat.
Pagina 80
Veiligheid "Met het gezicht in de rijrichting" Uitschakelen Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst, moet de stoel in de middelste stand van de verstelling in lengterichting worden geschoven, en in de hoogste stand en met de rugleuning rechtop worden gezet en mag de airbag vóór aan passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Pagina 81
Veiligheid In de stand "OFF" werkt de airbag vóór aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Elke keer dat de motor wordt gestart, wordt de uitschakelcontrole bevestigd door het branden van dit verklikkerlampje in combinatie met een melding op het display. De airbag vóór aan passagierszijde weer inschakelen...
Pagina 82
Veiligheid НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето. NIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ. Brug ALDRIG en bagudvendt barnestol på...
Pagina 83
Veiligheid NIEKADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TRAUMUOTAS. NEKAD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA SPILVENS. Tas var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
Pagina 84
Veiligheid Bevestiging kinderzitjes met een veiligheidsgordel Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto: Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie 22-36 kg <...
Veiligheid ISOFIX-bevestigingen Onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing. Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes in uw Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen. auto kunnen worden geplaatst.
Pagina 86
Veiligheid Overzicht van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-lengtecategorie op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Pagina 87
Veiligheid Instructies De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt Verwijder de hoofdsteun alvorens een Laat uit veiligheidsoverwegingen: de veiligheid van het kind in gevaar in geval van kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op geen kinderen zonder toezicht achter in een een botsing.
Veiligheid Kinderbeveiliging Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de schuifdeur niet meer van binnenuit geopend worden. F Druk op de schakelaar op de zijkant van de schuifdeur.
Rijden Rijadviezen Rijden op een Als u twijfels hebt over de staat van uw auto, neem dan contact op met het CITROËN-netwerk of een overstroomde weg gekwalificeerde werkplaats. Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op. Probeer het rijden over overstroomde wegen zo veel Richt uw aandacht op het verkeer en houd uw mogelijk te vermijden, want het water kan de motor,...
Rijden Bij het trekken van een Manoeuvreer voorzichtig en met Als uw auto is voorzien van een laadbak, zorg er aanhanger dan voor dat de lading niet hoger of breder is dan de lage snelheid auto zelf. De afmetingen van deze auto, in de breedte, hoogte Het rijden met een aanhanger heeft veel Rijd voorzichtig en efficiënt en lengte, verschillen sterk van een personenauto.
Rijden Koeling Banden Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering. F Controleer de bandenspanning van de auto en Het trekken van een aanhanger op een helling de aanhanger en breng deze indien nodig op de veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.
Pagina 92
Rijden Op deze kaart staat de identificatiecode die het Het rijden met vergrendelde portieren kan in Hang geen zware voorwerpen aan de sleutel -netwerk nodig heeft bij werkzaamheden door geval van nood de toegang tot het interieur of de afstandsbediening: dit kan namelijk CITROËN aan de elektronische startblokkering.
Rijden Parkeerrem Bij lage temperaturen In bergachtige en/of koude gebieden wordt Aantrekken aanbevolen zogenaamde "winter" brandstof te tanken die speciaal geschikt is voor (zeer) lage F Trek de hendel van de parkeerrem aan om uw temperaturen. auto stil te zetten. F Controleer voordat u uitstapt of de parkeerrem goed is aangetrokken.
Rijden Ontgrendelen Inschakelen van de Schakelindicator achteruitversnelling Afhankelijk van de uitvoering of de motor adviseert dit systeem de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen. Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de veiligheid.
Rijden Stop & Start het Stop & Start-systeem zeer intensief wordt Verlaat nooit de auto zonder eerst het contact gebruikt. In dat geval kan het systeem worden met de sleutel te hebben afgezet. Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af uitgeschakeld om de startfunctie te beschermen.
Rijden Bijzonderheden: START- Uitschakelen Als u bij een auto met een handgeschakelde stand wordt automatisch versnellingsbak in de STOP-stand een geactiveerd versnelling inschakelt, maar daarbij het koppelingspedaal niet helemaal intrapt, wordt de De START-stand kan automatisch worden motor in sommige gevallen niet weer gestart. geactiveerd als: Er gaat dan een verklikkerlampje branden en/of de auto wegrolt op een helling,...
Rijden Weer inschakelen Onderhoud Hill Start Assist Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden op een helling ongeveer 2 seconden op zijn plaats. In Schakel het Stop & Start-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wilt die tijd kunt u uw voet van het rempedaal naar het uitvoeren, om letsel door het automatisch gaspedaal verplaatsen.
Rijden Verkeersbordherkenning Verlaat de auto niet in de korte periode dat de Werking Hill Start Assist in werking is. Bij dit rijhulpsysteem is de auto voorzien van een Als u de auto moet verlaten terwijl de motor camera boven aan de voorruit. draait, trek de parkeerrem dan handmatig aan en controleer of het verklikkerlampje van de parkeerrem brandt.
Rijden Dit systeem detecteert met behulp van de boven aan De eenheid van de snelheidslimiet (mph of Voor een correcte werking van het systeem: de voorruit geplaatste camera aanduidingen van km/h) hangt af van het land waarin u rijdt. Reinig het gedeelte van de voorruit vóór de snelheidslimieten en inhaalverboden en borden die Houd hier rekening mee om te voorkomen dat camera regelmatig.
Pagina 100
Rijden De aanvullende verkeersborden worden als volgt Beperkingen van de Het systeem werkt in de volgende situaties gefilterd: werking mogelijk minder goed of helemaal niet: Verkeersborden met betrekking tot sneeuw of slecht zicht (verblindend zonlicht, ijzel worden uitsluitend weergegeven als de De regelgeving met betrekking tot snelheidslimieten onvoldoende verlichting van de weg, buitentemperatuur lager is dan 3 °C.
Rijden Selecteer de snelheidsbegrenzerfunctie. Instellen van een snelheid Snelheidsbegrenzer Inschakelen/uitschakelen van de functie. Er kan, bij draaiende motor, een snelheid worden Dit systeem voorkomt dat de auto Instellen van een snelheid. ingesteld zonder de begrenzer in te schakelen. de door de bestuurder ingestelde Verhogen van de ingestelde snelheid: snelheid overschrijdt.
Rijden Inschakelen/uitschakelen Het gebruik van matten die niet door CITROËN zijn goedgekeurd, kan de werking van de De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk uitgeschakeld snelheidsbegrenzer hinderen. en de ingestelde snelheid knippert op het display. Om te voorkomen dat de pedalen blijven Laat om de begrenzer weer in te schakelen de hangen: snelheid zakken tot een snelheid lager dan de controleer of de mat goed op zijn plaats ligt,...
Rijden De status van de snelheidsregelaar wordt De maximumsnelheid is af fabriek ingesteld op aangegeven door een verklikkerlampje in de basis van de regelgeving in het verkoopland. toerenteller en meldingen op het display van het Deze maximumsnelheid kan niet door de instrumentenpaneel.
Rijden Uitschakelen (OFF) De auto neemt de laatst ingestelde snelheid weer aan. U kunt ook de procedure "eerste keer activeren" herhalen. Ingestelde snelheid F Beweeg de hendel omhoog (+) of omlaag (-). wijzigen F Druk op deze toets. De ingestelde snelheid kunt u op twee manieren Verlagen van de ingestelde snelheid: verhogen: Zonder het gaspedaal:...
Pagina 105
Rijden Snelheidsregelaar aan/uit. Matten die niet door CITROËN zijn Instellen van een snelheid. Storing goedgekeurd kunnen de werking van de Terugkeren naar de ingestelde snelheid. snelheidsregelaar hinderen. In het geval van een storing wordt Om te voorkomen dat de pedalen blijven de functie uitgeschakeld en gaat het hangen: De werking van de snelheidsregelaar (afhankelijk...
Pagina 106
Rijden Selecteren van de functie – De opgeslagen snelheid wordt weergegeven op het display van het instrumentenpaneel. Tijdelijk overschrijden van de ingestelde snelheid de snelheid geleidelijk verlagen door de schakelaar omlaag te houden (-). Het blijft altijd mogelijk om als de snelheidsregelaar is ingeschakeld de ingestelde snelheid te overschrijden door het gaspedaal in te trappen (bijv.
Rijden Hervatten – RES Lane Departure Warning Gebruik de snelheidsregelaar uitsluitend als System u gedurende een zekere tijd met een constante Verhoog of verlaag de wagensnelheid geleidelijk snelheid en met een veilige afstand tot uw naar de eerder ingestelde snelheid en druk op RES Dit systeem registreert wanneer de bestuurder voorligger kunt rijden.
Pagina 108
Rijden Bij schade aan de voorruit wordt u ten zeerste De auto rijdt met een snelheid van minimaal Weer inschakelen aangeraden contact op te nemen met het CITROËN- 60 km/h. netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de De rijstrookmarkering is goed zichtbaar. camera te laten vervangen en kalibreren.
Pagina 109
Rijden Er kunnen storingen in de detectie optreden: als de rijstrookmarkeringen weggesleten Storing zijn, Bij een storing gaat dit verklikkerlampje als er weinig contrast is tussen het wegdek branden in combinatie met een en de markeringen. geluidssignaal en een melding ter bevestiging op het display.
Pagina 110
Rijden Status van het lampje op Status van het symbool op Melding op het display Geluidssignaal Betekenis de toets het display Het systeem is ingeschakeld (automatisch na elke keer dat de auto wordt gestart). Lane Departure Warning Verklikkerlampjes Het systeem is ingeschakeld, maar er System ingeschakeld wordt niet aan alle werkingsvoorwaarden voldaan.
Pagina 111
Rijden Status van het lampje op Status van het symbool op Melding op het display Geluidssignaal Betekenis de toets het display Lane Departure Warning Het systeem is handmatig uitgeschakeld. System ingeschakeld Lane Departure Warning Storingsverklikkerlampje Tijdelijke storing van het systeem: reinig System niet beschikbaar de voorruit.
Rijden Bandenspanningscontrolesysteem U kunt de meeteenheid waarin de bandenspanning Ondanks de aanwezigheid van dit systeem wordt weergegeven configureren door op de toets dient u maandelijks en voor elke lange reis de MODE te drukken: selecteer vervolgens in het menu bandenspanning (ook die van het reservewiel) "Meeteenheid bandenspanning"...
Rijden • Rijd als u niet direct de bandenspanning worden niet altijd meer gesignaleerd wanneer de Deze waarschuwing wordt ook weergegeven kunt controleren voorzichtig naar het auto te dicht genaderd is. als een of meerdere wielen niet zijn voorzien dichtstbijzijnde servicepunt van het De parkeerhulp achter kan worden gecombineerd van een sensor.
Rijden Als de auto minder dan ongeveer 30 centimeter De achteruitrijcamera (afhankelijk van de uitvoering) Uitschakelen van het obstakel verwijderd is, is het geluidssignaal bevindt zich aan de achterzijde, ter hoogte van het Als een vooruitversnelling wordt ingeschakeld, continu hoorbaar. derde remlicht.
Rijden Luchtvering Naast de standaard wagenhoogte beschikt u over Terugkeren naar de nominale 6 standen, omhoog (van +1 tot +3) en omlaag (van wagenhoogte achter -1 tot -3). De ingestelde stand wordt aangegeven op F Druk op de schakelaar "omhoog" (bij een lage het display van het instrumentenpaneel.
Pagina 116
Rijden Storing In het geval van een storing in dit systeem gaat dit verklikkerlampje branden. Laat het systeem controleren door het CITROËN- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Het rijden met een te lage of te hoge wagenhoogte kan schade aan de onderzijde van de auto veroorzaken.
ZORGELOOS BIJVULLEN MET TOTAL QUARTZ- SMEERMIDDELEN Al meer dan 45 jaar delen TOTAL en CITROËN dezelfde waarden: topprestaties, creativiteit en technische innovatie. In dit kader heeft TOTAL een serie TOTAL QUARTZ-smeermiddelen ontwikkeld die geschikt zijn voor motoren van het merk CITROËN, zodat ze nog minder brandstof verbruiken en nog minder belastend zijn voor het milieu.
Praktische informatie Brandstof Onderbreking brandstoftoevoer De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 90 liter. Bij een aanrijding worden de brandstoftoevoer en Er zijn ook brandstoftanks leverbaar met een de elektrische voeding van de auto automatisch inhoud van 60 en 120 liter, afhankelijk van de onderbroken.
Pagina 119
Praktische informatie F Druk vervolgens op de tweede knop in het accucompartiment onder de vloer (minibus) om de elektrische voeding te herstellen. Bij de andere uitvoeringen is de tweede knop vervangen door een zekering. Neem in dat geval contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie Geschikte brandstoffen Brandstof voor dieselmotoren De dieselmotoren zijn geschikt voor biobrandstoffen De brandstof B20 of B30 die voldoet Diesel bij lage die aan de huidige en toekomstige Europese aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt buitentemperaturen richtlijnen voldoen en die bij tankstations getankt voor de dieselmotor van uw auto.
Praktische informatie Sneeuwkettingen Montagetips Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van uw auto: F Als u onderweg sneeuwkettingen moet Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van monteren, zet de auto dan langs de kant van de de auto.
Praktische informatie Trekhaak met afneembare Voor meer informatie over de Technische Voor meer informatie over de Technische kogel gegevens van uw auto en met name de gegevens van uw auto en met name de gewichten en aanhangergewichten, zie de gewichten en aanhangergewichten, zie de desbetreffende rubriek.
Praktische informatie Vóór het gebruik Monteren van de kogel Verzeker u ervan dat de kogel correct vergrendeld is. Doe dit door het volgende te controleren: het groene merkteken van de draaiknop valt samen met het groene merkteken van de kogel, de draaiknop maakt contact met de kogel, het veiligheidsslot is vergrendeld en de sleutel is verwijderd;...
Praktische informatie Verwijderen van de kogel F Steek de sleutel in het slot 6. F Ontgrendel het slot met de sleutel. F Verwijder altijd de sleutel. De sleutel kan niet worden verwijderd als het slot ontgrendeld is. F Klem het kapje op het slot. F Neem de stekker van de aanhanger los van de aansluiting 2 van de steun.
Praktische informatie Onderhoud Dakstangen en imperiaals De correcte werking van het systeem is alleen gegarandeerd als de kogel en de steun schoon blijven. Voordat de auto met een hogedrukreiniger wordt schoongemaakt moet de kogel zijn verwijderd en moet de beschermdop zijn aangebracht. Breng het bijgevoegde label op een goed zichtbare plaats aan, in de buurt van de steun of in de bagageruimte.
Praktische informatie Ruitenwisserbladen Vervangen van een Maximale daklast (gelijkmatig verdeeld over wisserblad vóór vervangen het dak): 150 kg, onder voorbehoud dat het maximaal toegestane totaalgewicht van de auto niet wordt overschreden. Op uitvoeringen met hoogte H3 is de montage van dakstangen of een imperiaal niet mogelijk. F Til de ruitenwisserarm op.
Praktische informatie Motorkap Buitenzijde Openen Schakel omwille van uw veiligheid het Stop & Start-systeem altijd uit alvorens werkzaamheden onder de motorkap uit te voeren om letsel als gevolg van het automatisch inschakelen van de START-stand te voorkomen. Interieur Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd als de auto stilstaat en het bestuurdersportier geopend F Maak de motorkapsteun los en steek deze in de eerste en vervolgens de tweede uitsparing van...
Praktische informatie Dieselmotoren Het dieselcircuit staat onder zeer hoge druk. Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen Laat werkzaamheden aan dit circuit alleen door niet in het riool, in het water of op de grond. het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor werkplaats uitvoeren.
Praktische informatie F Pak de olievultrechter. Als u ziet dat het peil boven het merkteken A of Gebruik remvloeistof die door de fabrikant wordt F Draai de olievuldop open. onder het merkteken B ligt, start dan de motor niet. aanbevolen en aan de DOT4-normen voldoet. F Plaats de trechter in de vulopening.
Praktische informatie F Om bij de vuldop te kunnen komen moet de Om bij de dop van het reservoir te kunnen komen Aanvullende informatie moet de beschermkap worden verwijderd door de beschermkap worden verwijderd. Doe dit drie bevestigingsschroeven een kwart omwenteling door de drie bevestigingsschroeven een kwart Het niveau dient steeds tussen de merktekens MIN te draaien.
Pagina 131
Praktische informatie Om een optimale reiniging te garanderen en Als de omgeving (veel stof …) en het gebruik van de bevriezing te voorkomen, dient het bijvullen of auto (veel stadsverkeer…) daartoe aanleiding geven, vervangen van deze vloeistof niet met water te moet dit onderdeel twee keer zo vaak worden worden uitgevoerd.
Praktische informatie Werking Storing Vanwege de hoge uitlaattemperatuur als Als deze waarschuwing aanwezig blijft, negeer deze gevolg van de normale werking van het Dit filter, dat is opgenomen in het dan niet. De waarschuwing duidt op een storing in roetfilter is het raadzaam de auto uit de uitlaatsysteem, slaat roetdeeltjes op.
Praktische informatie Water in het filter aftappen De HDi-motoren zijn technologisch Slijtage remschijven geavanceerde motoren. Laat werkzaamheden aan deze motoren altijd uitvoeren door Raadpleeg het CITROËN-netwerk of gekwalificeerde technici van het CITROËN- een gekwalificeerde werkplaats voor netwerk of door een gekwalificeerde informatie over het controleren van de werkplaats.
Praktische informatie ® AdBlue (BlueHDi- ® Als het AdBlue -reservoir leeg is, zorgt een Bijvullen van AdBlue ® motoren) wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart. Lees voordat u het reservoir gaat bijvullen eerst Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan aandachtig de volgende waarschuwingen.
Praktische informatie Voorschriften voor opslag ® Bewaar AdBlue buiten het bereik van AdBlue ® bevriest bij temperaturen lager dan kinderen, in de originele flacon of jerrycan. ® ongeveer -11 °C en verliest zijn kwaliteit bij Als het AdBlue niet in de originele flacon temperaturen vanaf 25 °C.
Pagina 136
Praktische informatie F Breng de blauwe dop aan op de vulopening en Vullen Belangrijk: draai de dop een 6 omwenteling rechtsom, tot ® Giet nooit AdBlue in de brandstoftank. de aanslag. ® Om het overstromen van het AdBlue F Sluit de brandstofvulklep. reservoir te voorkomen, is het raadzaam ®...
In geval van pech Bandenreparatieset Reparatie van een band F Trek de parkeerrem aan Deze set voor tijdelijke bandenreparatie bevindt zich in een tas die is opgeborgen in een van de portiervakken van de voorportieren. F Draai het dopje van het ventiel van de band los, verwijder de vulslang B en schroef de ring E op het ventiel.
In geval van pech F Maak, als binnen 5 minuten de spanning van Controle en op spanning Vervangen van de patroon minimaal 3 bar niet bereikt is, de compressor brengen los van het ventiel en de 12 V-aansluiting. Rijd de auto ongeveer 10 meter naar voren om het De compressor kan ook gebruikt worden om de afdichtmiddel binnen in de band te verdelen.
In geval van pech Reservewiel 1 - Pak het gereedschap Parkeren Het gereedschap bevindt zich in een kist onder de zitting van de voorpassagiersstoel. F Zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.
In geval van pech Bij lichtmetalen velgen: Het reservewiel is specifiek voor uw auto. Gebruik het niet voor andere voertuigmodellen. Gebruik ook geen reservewielen van andere voertuigmodellen. Deze instructies gelden ook voor de bouten. Bij stalen velgen: Verlengstuk wielsleutel. Staaf. Krik.
In geval van pech De bevestigingsbout van het reservewiel bevindt Bij stalen velgen: zich rechts onder de achterbumper. F Draai de drie bevestigingsbouten K los. F Draai de handgreep H los. F Verwijder de steun J van de houder I. F Draai de handgreep H los.
Pagina 142
In geval van pech Achteraan Plaats de krik uitsluitend onder een steunpunt De krik mag uitsluitend worden gebruikt 1 of 2 onder de auto, en controleer of de kop voor het verwisselen van een wiel met een van de krik goed tegen het midden van het beschadigde band.
Pagina 143
In geval van pech F Draai de bouten iets los met de wielsleutel D en Bijzonderheden bij een treeplank aan de zijkant Om het wiel makkelijk te kunnen verwijderen de staaf B. is een ruimte van ongeveer 2 tot 3 cm nodig tussen de grond en de band.
In geval van pech Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reservewiel controleren door het dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel hem met het reservewiel.
In geval van pech Bij stalen velgen: Een lamp vervangen De koplampunits zijn voorzien van glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag: F reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen oplosmiddelen, F gebruik een spons met zeepwater of een pH-neutraal product, F wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen,...
In geval van pech Type C Verlichting vóór Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen. Cilindrische gloeilamp: druk de contacten uit elkaar. Typen lampen Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen.
In geval van pech Grootlicht Parkeerlichten/dagrijverlichting Type A, W21/5W – 21 W en 5 W Type D, H7-55 W F Verwijder het deksel door aan de rubber lip te F Verwijder het deksel door aan de rubber lip te trekken. trekken.
In geval van pech Mistlampen Zijknipperlichten Type D, H11-55W Type A, W16WF – 16W F Draai het wiel volledig naar binnen. F Verwijder de bevestigingsklem en neem de stekker los. F Draai de lamphouder en verwijder hem. F Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de groeven van de lampunit.
In geval van pech Parkeerlichten zijkant Plafonniers Achterlichten Type C, 12 V10W – 10W Type A, W5W – 5W Voor/Achter Remlichten F Afhankelijk vna de uitvoering (lengte L4): Type B, P21W – 21W F Druk de plafonnier op de door de pijl verwijder de twee bevestigingsbouten.
In geval van pech F Kijk welke lamp defect is en open vervolgens de Kentekenplaatverlichting achterdeuren. Type C, C5W – 5W F Verwijder de zes bevestigingsbouten van de lamphouder. F Druk het lampglas op het door de pijl F Maak de drie klemmen los en haal de F Verwijder de desbetreffende afdekklep door aangegeven punt los en verwijder het.
In geval van pech Derde remlicht Een zekering vervangen Informatie voor professionele reparateurs: raadpleeg het schema van de "Methoden" Type A, W5W – 5W (x 4) voor uitgebreide informatie over de zekeringen en relais. Dit schema kunt u opvragen bij het CITROËN-netwerk.
Pagina 152
In geval van pech Zekeringen dashboard Zekering A (Ampère) Functie (links) Dimlicht rechts F Verwijder de schroeven en kantel de Dimlicht links zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen. Relais elektronische eenheid motorruimte – Relais elektronische eenheid dashboard (+ sleutel) Interieurverlichting (+ accu) Sensor accucontrole Stop &...
In geval van pech Zekeringen rechter stijl Zekeringen A (Ampère) Functie F Maak het deksel los. Niet gebruikt Sluit het deksel na de werkzaamheden zorgvuldig. Stoelverwarming 12 V-aansluiting achterpassagiers Aanvullende verwarming onder stoel Verwarming linker achterruit Verwarming rechter achterruit Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Bediening aanvullende verwarming achterpassagiers...
In geval van pech Zekeringen in de Zekeringen A (Ampère) Functie motorruimte Voeding ABS-pomp F Verwijder de schroeven en kantel de Elektronische eenheid voorverwarming dieselbrandstof zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen. Contactslot – Startmotor Sluit het deksel na de werkzaamheden Voorverwarming dieselbrandstof zorgvuldig.
In geval van pech Accu Toegang tot de accu Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor De accu bevindt zich onder vloer linksvoor. het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu. 12 V-loodaccu Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.
In geval van pech Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu en Starten van de motor met Hulpaccu het aanzetten van het contact 1 minuut voor u de Massapunt van uw auto een hulpaccu en startkabels auto start, hierdoor kunnen de elektrische systemen geïnitialiseerd worden.
In geval van pech Laden met behulp van een Slepen acculader Algemene aanwijzingen F Zorg ervoor dat de accu, die onder de vloer links Volg de huidige wetgeving in uw land op. voor is gemonteerd, bereikbaar is. Controleer of het gewicht van de trekkende F Maak de accukabels los.
In geval van pech Slepen van uw auto Slepen van een andere auto Het afneembare sleepoog bevindt zich in de gereedschapskist onder de stoel van de voorpassagier. F Maak het klepje los met behulp van bijvoorbeeld een platte schroevendraaier. Het vaste sleepoog bevindt zich rechts onder de bumper.
Technische gegevens Technische gegevens Het maximaal toegestane treingewicht en de Als de buitentemperatuur hoog is, is het aanhangergewichten gelden tot een hoogte motoren en raadzaam om na het stilzetten van de auto de van maximaal 1000 meter. Het opgegeven motor 1 tot 2 minuten stationair te laten draaien aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter aanhangergewichten zodat deze beter kan afkoelen.
Pagina 161
Technische gegevens Gewichten en aanhangergewichten Deze tabellen geven de gehomologeerde gewichtswaarden (in kg) weer, afhankelijk van de afmetingen en de benamingen van de auto. Minibus Afmetingen Benaming MTAC Aanhanger ongeremd Aanbevolen kogeldruk L3 H2 4005 L4 H2 4250 Combi 5-6 zitplaatsen Afmetingen Benaming MTAC...
Technische gegevens Identificatie Maximaal toelaatbaar treingewicht (GTW). Controleer de bandenspanning minimaal één keer per maand, bij koude banden. 5,1 - Maximumgewicht op de voortrein. 5,2 - Maximumgewicht op de achtertrein. D. Kleurcode van de lak Dit referentienummer bevindt zich op de voorste dwarsbalk, onder de motorkap.
Technische gegevens Teksten op de stickers GEVAAR AUTOMATISCH STARTEN VAN DE MOTOR. In deze rubriek vindt u alle teksten die op de stickers HAAL DE SLEUTEL UIT HET CONTACTSLOT ALS in de auto zijn vermeld. DE MOTORKAP IS GEOPEND. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de identificatie.
Pagina 171
Technische gegevens 2 – VEILIGHEID Door originele onderdelen, smeermiddelen en vloeistoffen te gebruiken en de onderhoudsschema's na te leven blijven de betrouwbaarheid en de veiligheid van uw auto op hun oorspronkelijke niveau. 3 – GEVAAR BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN. NIET BIJ OPEN VUUR HOUDEN.
Pagina 172
Technische gegevens Aan de binnenzijde van de Op de achterbank brandstofvulklep GA NIET ACHTER DE NEERGEKLAPTE STOEL ZITTEN EN LEG GEEN VOORWERPEN OP DE GEVAAR, LANGZAAM VERWIJDEREN. EERSTE ZITRIJ. Duw tegen de rugleuning alvorens deze neer te DE BRANDSTOFDAMPEN KUNNEN SCHADELIJK klappen.
Pagina 173
Specifieke kenmerken Verdiepte cabine Opbergruimte De laadruimte achterin is uitsluitend bedoeld voor het transport van goederen. Deze verdiepte cabine, die leverbaar Wij adviseren u de lading of zware voorwerpen is op de bestelwagenuitvoeringen, zo ver mogelijk naar voren in de laadruimte te is uitgerust met een bank, plaatsen (bij de cabine) en deze vast te zetten veiligheidsgordels, een opbergruimte...
Specifieke kenmerken Losmaken Chassis cabine/Plateau Veiligheidsgordels F Druk op de rode knop van de gordelsluiting. De cabine veiligheidsgordel rolt automatisch op maar het wordt aanbevolen de veiligheidsgordel met de De chassis en plancher cabine- hand te geleiden terwijl deze zich oprolt. uitvoeringen zijn voorzien van een cabine, een vast plateau en specifieke achterlichten.
Pagina 175
Specifieke kenmerken F Kijk welke lamp defect is. Achterlichten Richtingaanwijzers Type B, PY21W – 21W Remlichten Type B, P21W – 21W F Verwijder de vier bevestigingsmoeren van het Parkeerlichten lampglas. Type A, W5W – 5W F Trek het lampglas naar u toe. Achteruitrijlichten F Vervang de gloeilamp.
Pagina 178
Specifieke kenmerken Dubbele cabine Opbergruimte Zijschuifruiten Deze dubbele cabine, die leverbaar is op de chassis- en plateau cabine-uitvoeringen, is uitgerust met een bank, veiligheidsgordels, een opbergruimte en zijruiten. Achterbank Onder de bank bevindt zich een opbergruimte. Klap de zitting naar voren om toegang te krijgen tot Afhankelijk van de uitvoering van de auto kunnen de deze ruimte.
Pagina 179
Specifieke kenmerken Veiligheidsgordels Gebruik de veiligheidsgordel slechts voor 1 persoon per zitplaats. Kinderzitjes Plaats geen kinderzitjes, zitverhogers of reiswiegen op de achterste zitplaatsen van de cabine. De achterste zitplaatsen zijn alle voorzien van een driepuntsgordel met een oprolautomaat. Vastmaken F Trek de gordel met een gelijkmatige beweging voor u langs en verzeker u ervan dat deze niet gedraaid is.
Specifieke kenmerken Kiepbak De kiepinrichting wordt bediend door de knoppen • Ga nooit rijden met een opengeklapt op de afstandsbediening ingedrukt te houden. Deze schot. afstandsbediening is met een magneet op een steun • Verzeker u ervan dat er zich geen in de cabine geplaatst.
Specifieke kenmerken Kenmerken Afmetingen Als basis voor deze ombouw wordt uitsluitend de L2- Uitrusting Beschrijving uitvoering met enkele cabine gebruikt. Raadpleeg onderstaande tabel voor de gegevens van de Bodem van de kiepbak bestaande uit 2 platen van HSS-staal met een dikte van 2,5 mm Kiepbak kiepbak.
Specifieke kenmerken Gewichten en aanhangergewichten (kg) Het geremde aanhangergewicht kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto evenredig wordt verminderd. Let op: bij het trekken van een aanhanger met een nauwelijks beladen auto kan de wegligging achteruitgaan.
Pagina 185
Specifieke kenmerken Subframe en kiepbak Ontluchten van de hydraulische Het is om veiligheidsredenen ten zeerste af te centrale raden om werkzaamheden onder de kiepbak Voor een maximale levensduur van de kiepbak F Draai de zeskantdop 257 los. uit te voeren tijdens de bediening of tijdens adviseren wij u deze regelmatig te reinigen met een F Draai de bout 587 aan de binnenzijde een halve handelingen bij onderhoud.
Pagina 186
Specifieke kenmerken Storingsdiagnose Symptomen Elektrisch Hydraulisch Inspectie/Controle Voedingsdraadbundel en relais van de groep. De elektrohydraulische groep werkt niet. Draadbundel bediening (module). Circuitonderbreker. Groep lawaaiig, kiepbak gaat langzaam omhoog. Aanzuigzeef onder in het reservoir verstopt of vervuild. Nieuwe groep zeer lawaaiig, kiepbak gaat Uitlijning pomp, vervang de groep.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Audio- en telematicasysteem met touchscreen De eerste stappen Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de hoofdmenu's te openen en druk vervolgens op de op het touchscreen weergegeven toetsen. Het touchscreen is een "resistief" scherm dat voelbaar aangeraakt moet worden, met name bij bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen over de kaart, enz.).
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Indrukken: aan/uit. Termenlijst Draaien: instellen van het geluidsvolume (voor elke geluidsbron afzonderlijk). Meer informatie over het systeem Betekenis/bijbehorende acties Uitwerpen van de CD. VOLUME Het volume instellen door te draaien. RADIO Openen van het menu van de radio. Uit-/inschakelen van het scherm.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Stuurkolomschakelaars Radio, omhoog of omlaag bewegen: Menu's selecteren van de volgende/vorige zender. Radio Activeren/deactiveren van de Radio, omhoog of omlaag geduwd pauzefunctie van CD, USB/iPod en houden: omhoog/omlaag scrollen Selecteren van de verschillende Bluetooth ® bronnen.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Media Navigatie Radio Navigatiesysteem instellen en Druk op "RADIO" om de radiomenu's Selecteren van de verschillende geluidsbronnen. bestemming invoeren. weer te geven: Activeren, deactiveren en configureren van bepaalde opties. Druk kort op de toets 9 of : om automatisch te zoeken.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Volgsysteem digitale zender Instellingen Digitale radio (DAB, Digital DAB/FM Directe instellingen. Audio Broadcasting) Met het virtuele toetsenbord op het scherm kan "DAB" is niet overal beschikbaar. het cijfer van de desbetreffende zender worden Als het digitale signaal niet goed is, kunt ingevoerd.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Media Random USB-aansluiting Druk op de toets om nummers in willekeurige volgorde af te spelen op de CD, het USB-apparaat, Druk op "MEDIA" om de mediamenu's iPod of Bluetooth ® weer te geven: Herhalen Druk op de toets 9 of : om het vorige/volgende Op de toets drukken om deze functie te activeren.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen De functies van het op de AUX-aansluiting Informatie en tips USB-aansluiting aangesloten apparaat moeten via het apparaat De autoradio speelt bestanden met de extensie worden bediend: het is dus niet mogelijk om met de ".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van 32 kbps toetsen op het bedieningspaneel van de auto of met tot 320 kbps af.
Pagina 194
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Als er nog geen enkel extern apparaat met het ® Gebruik geen USB-verdeelstekker, om Bij bepaalde Bluetooth -apparaten is het niet systeem is gekoppeld, wordt een speciale pagina op beschadiging van het systeem te voorkomen. mogelijk bij alle aanwezige categorieën van het het scherm weergegeven.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Een route plannen Raak het midden van het scherm aan om het De beschikbare indeling is die van het Het navigatiesysteem gebruiken om vooraf een route hoofdmenu te openen. aangesloten apparaat (artiesten/albums/ te plannen door het vertrekpunt en de bestemming genres/nummers/playlists/audioboeken/ Meer informatie te selecteren.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen F Selecteer "Ja". Kaartupdate Een USB-apparaat voorbereiden F Plaats het USB-apparaat in de USB-aansluiting in de centrale opslagruimte die is bedoeld Ga als volgt te werk om een kaart bij te werken: Het USB-apparaat moet worden voorbereid voor het overbrengen van gegevens.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen F Verwijder het USB-apparaat. U kunt nu de Nadat het account is aangemaakt, dient u aan Er wordt geen update verwerkt als uw systeem nieuwe kaart downloaden naar het USB- te geven of u het systeem wilt koppelen aan reeds over de meeste recente kaart beschikt.
Pagina 198
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Als het USB-apparaat nieuwe software bevat, U dient het USB-apparaat wellicht opnieuw voor Wanneer een tekstbericht is ontvangen (afhankelijk begint het systeem met bijwerken van de navigatie- te bereiden. van het telefoonmodel), kan het systeem tevens het software.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en Als de registratieprocedure succesvol Om het profiel voor het automatisch verbinden te zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor iedereen" is afgesloten, wordt een schermpagina wijzigen selecteert u in de lijst de telefoon. Selecteer (configuratie van de telefoon).
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Selecteer "Verbinden" of "Verbinding verbreken", Bellen Gegevens auto "Apparaat verwijderen" of "Apparaat toevoegen", "Opslaan onder favorieten", "Tekstberichten Druk op "MEER" om menu's met Bellen van een nieuw nummer Aan", "Downloaden" in de lijst van opties. informatie over de auto weer te geven: Gebruik de telefoon liever niet onder het Buitentemperatuur...
Pagina 201
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Meeteenheid. Veiligheid/hulp Automatische radio. De weergegeven eenheden voor het verbruik, de Achteruitrijcamera. De radio na het starten instellen of de instellingen afstand en de temperatuur instellen. De beelden van de achteruitrijcamera gebruiken die actief waren toen het contact de Pieptoon touchscreen.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Standaardinstellingen Stuurkolomschakelaars Om er zeker van te zijn dat de gesproken De standaardinstellingen voor het scherm, het commando's door het systeem worden klokje, het geluid en de autoradio terugzetten. Met deze toets kan de herkend, dient u de volgende aanwijzingen op spraakherkenningsmodus "Telefoon"...
Pagina 203
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Algemene gesproken commando's De communicatie kan versneld plaatsvinden door deze toetsen tijdens een gesproken Deze commando's kunnen vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de bericht van het systeem ingedrukt te houden. gesproken commando's of de telefoon is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Pagina 204
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Telefoon" Als er een telefoon is verbonden met het systeem, kunnen deze gesproken commando's vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de telefoon is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Als er geen telefoon is verbonden, wordt de melding "Er is geen enkele telefoon verbonden.
Pagina 205
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Telefoon" Het label "Mobiele telefoon" kan worden vervangen door drie andere beschikbare labels - "Thuis", "Kantoor" en "Overige". Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Ontvangen Weergeven van de lijst van ontvangen oproepen. oproepen* Telefoonboek* Weergeven van het telefoonboek van de verbonden telefoon.
Pagina 206
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Autoradio AM/FM/DAB" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Stem af op 105,5...
Pagina 207
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Multimedia" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Speel nummer "Titel 1"...
Pagina 208
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Navigatie" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Naar huis De route naar huis weergeven.
Pagina 209
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Tekstberichten" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Stuur een sms 0123456789...
Pagina 210
Audio- en telematicasysteem met touchscreen Gesproken commando's "Handsfree bellen" Deze commando's zijn beschikbaar tijdens een telefoongesprek. De gesproken commando's kunnen tijdens een oproep vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de telefoon is gedrukt. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen De selectietonen voor 0123456789 worden verstuurd.
Pagina 211
Audiosysteem Audiosysteem De eerste stappen Aan/uit en volumeregeling. Selecteren van het golfbereik FM en Selecteren van de bron USB of AUX. Toegang tot de lijst van aangesloten telefoons. Draaien: scrollen door de lijst of afstemmen op een radiozender. Drukken: bevestigen van de op het Multimedia audiosysteem –...
Audiosysteem Toetsen 1 t/m 6 autoradio: Radio, omhoog of omlaag bewegen: Stuurkolomschakelaars Selecteren van een voorkeuzezender. selecteren van de volgende/vorige Ingedrukt houden: opslaan van een zender. Activeren/deactiveren van de zender als voorkeuzezender. Radio, omhoog of omlaag geduwd pauzefunctie van CD, USB/iPod en houden: omhoog/omlaag scrollen ®...
Audiosysteem Druk op de toets "RADIO" om het Houd een toets lang ingedrukt om de Alternatieve frequentie (AF) golfbereik FM of AM te selecteren. radiozender op te slaan waarnaar op dat moment wordt geluisterd. Selecteer "Alternatieve frequentie De naam van de radiozender wordt (AF)"...
Audiosysteem Media USB-aansluiting De functies van het op de AUX-aansluiting aangesloten apparaat moeten via het apparaat worden bediend: het is dus niet mogelijk om met de USB-aansluiting toetsen op het bedieningspaneel van de auto of met de stuurkolomschakelaars een ander nummer, een andere map of een andere playlist te selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen of te onderbreken.
Audiosysteem Activeer de Bluetooth ® -functie van uw telefoon en Gebruik geen USB-verdeelstekker, om De beschikbare indeling is die van het zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is (configuratie van beschadiging van het systeem te voorkomen. aangesloten apparaat (artiesten/albums/ de telefoon). genres/nummers/playlists/audioboeken/ podcasts).
Audiosysteem Als de registratieprocedure succesvol Bellen Audio is voltooid, wordt een schermpagina weergegeven met de tekst "Verbinding Selecteer "Lijst oproepen" om de Druk op de toets "MENU". geslaagd": lijst met recent gebelde nummers te Bevestig om de menu's weer te geven. bekijken.
Pagina 217
Audiosysteem Stuurkolomschakelaars Om er zeker van te zijn dat de gesproken De communicatie kan versneld plaatsvinden commando's door het systeem worden door deze toetsen tijdens een gesproken Met deze toets kan de herkend, dient u de volgende aanwijzingen op bericht van het systeem ingedrukt te houden. spraakherkenningsmodus "Telefoon"...
Pagina 218
Audiosysteem Algemene gesproken commando's Deze commando's kunnen vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de gesproken commando's of de telefoon is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Help Weergeven van voorgestelde beschikbare commando's om de gebruiker te helpen.
Pagina 219
Audiosysteem Gesproken commando's "Telefoon" Als er een telefoon is verbonden met het systeem, kunnen deze gesproken commando's vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de telefoon is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Als er geen telefoon is verbonden, wordt de melding "Er is geen enkele telefoon verbonden. Verbind een telefoon met het systeem en probeer het opnieuw" uitgesproken, waarna de sessie van gesproken commando's wordt afgesloten.
Pagina 220
Audiosysteem Gesproken commando's "Telefoon" Het label "Mobiele telefoon" kan worden vervangen door drie andere beschikbare labels - "Thuis", "Kantoor" en "Overige". Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Ontvangen Weergeven van de lijst van ontvangen oproepen. oproepen* Telefoonboek* Weergeven van het telefoonboek van de verbonden telefoon. Zoeken* Henk Jansen Weergeven van het in het telefoonboek opgenomen contact met de naam Henk Jansen met alle...
Pagina 221
Audiosysteem Gesproken commando's "Radio AM/FM" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Stem af op 105,5 Afstemmen van de autoradio op de frequentie 105,5 van de FM-band.
Pagina 222
Audiosysteem Gesproken commando's "Multimedia" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Speel nummer "Titel 1" Afspelen van het nummer "Titel 1".
Pagina 223
Audiosysteem Gesproken commando's "Tekstberichten" Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Stuur een 0123456789 Start de stemprocedure voor het versturen van een vooraf bepaald tekstbericht met het behulp sms naar van het systeem.
Pagina 224
Audiosysteem Gesproken commando's "Handsfree bellen" Deze commando's zijn beschikbaar tijdens een telefoongesprek. De gesproken commando's kunnen tijdens een oproep vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuurwieltoets voor de telefoon is gedrukt. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen De selectietonen voor 0123456789 worden verstuurd.
Pagina 225
Trefwoordenregister Aanhanger ............88-89 Bijvullen AdBlue ® .............132 Datum instellen ............28 BlueHDi ..............21, 132 Aanhangergewichten ..........157 Detectie te lage bandenspanning ....110-111 Bluetooth (handsfree set) ........ 12-13, 5 Dieselfilter ............126, 131 Aansteker ..............58 Bluetooth (telefoon) ......... 12-13, 5 Dieselmotor ..........118, 126, 158 ABS ...............68-69 Accessoires ..............67 Boordcomputer ............28...
Pagina 226
Trefwoordenregister Handsfree set ........... 12-13, 5 Kinderzitjes.............74, 77, 85 Niveaus ............126-128 Helderheid ..............8 Kleurendisplay .............4 Niveaus controleren ........126-128 Hill Descent Control ..........71-72 Klimaatregeling ............46-47 Noodremassistentie (BAS) .........68-69 Hill Start Assist ............95 Koelvloeistof .............126-128 Hoek van de stoel verstellen ........37 Koelvloeistoftemperatuur ..........20 Hoofdsteunen vóór ............37 Koelvloeistoftemperatuurmeter ........20...
Pagina 231
Conduent 4Dconcept Automobiles CITROËN verklaart dat, door Xerox toepassing van de voorschriften in de Europese regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking tot autowrakken, wordt voldaan aan de in deze richtlijn gestelde doelen en dat recycleerbare materialen worden gebruikt voor de fabricage van producten die door haar worden verkocht.