Download Print deze pagina

DAB esybox mini3 Instructies Voor Installatie En Onderhoud pagina 223

Verberg thumbnails Zie ook voor esybox mini3:

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 191
NEDERLANDS
Parameters met lokale betekenis
Dit zijn parameters die verschillend kunnen zijn voor de verschillende apparaten; in sommige gevallen is het zelfs noodzakelijk dat ze verschillend
zijn. Voor deze parameters is het niet toegestaan om de configuratie automatisch af te stemmen onder de verschillende apparaten. Bijvoorbeeld bij
handmatige toewijzing van de adressen is het verplicht dat deze van elkaar verschillen. Lijst van parameters met lokale betekenis voor het apparaat.
• BK Helderheid
• TK Inschakeltijd achterverlichting
• RI Toeren/min in handbediening
• IC Configuratie reserve
• RF Reset storingen en waarschuwingen
Gevoelige parameters
Dit zijn parameters die beslist afgestemd moeten zijn op de hele keten, met het oog op de regeling. Lijst van gevoelige parameters:
• SP Setpointdruk
• RP Drukverlaging voor herstart
• ET Wisseltijd
• AY Anticycling
• NC Aantal gelijktijdige apparaten
• TB Drooglooptijd
• T1 Uitschakeltijd na signaal van lage druk
• T2 Uitschakeltijd
• GI Integrerende versterking
• GP Proportionele versterking
• OD Type installatie
• PW Wijziging wachtwoord
Automatische uitlijning van gevoelige parameters
Wanneer er een systeem met meerdere pompen wordt gedetecteerd, wordt er een controle verricht op de congruentie van de ingestelde
parameters. Als de gevoelige parameters niet met elkaar overeenkomen op alle apparaten, verschijnt op het display van elk apparaat een bericht
waarin wordt gevraagd of de configuratie van dat bepaalde apparaat moet worden verbreid over het hele systeem. Door te accepteren worden de
gevoelige parameters van het apparaat van waaraf de vraag beantwoord is doorgegeven aan alle apparaten van de keten. In gevallen waarin de
configuraties incompatibel zijn met het systeem, wordt de verbreiding van de configuratie vanaf deze apparaten niet toegestaan. Tijdens de
normale werking houdt de wijziging van een gevoelige parameter op één apparaat automatisch de uitlijning van de parameter op alle andere
apparaten in, zonder dat hiervoor toestemming wordt gevraagd.
OPMERKING: de automatische uitlijning van de gevoelige parameters heeft geen effect op alle andere types parameters In het bijzondere geval
dat er een apparaat met fabrieksinstellingen in een keten wordt opgenomen (bijvoorbeeld wanneer een nieuw apparaat een bestaand apparaat
vervangt, of de fabrieksconfiguratie op een apparat wordt teruggehaald), krijgt het apparaat met de fabrieksconfiguratie automatisch de gevoelige
parameters van de keten als de aanwezige configuraties behalve de fabrieksconfiguratie coherent zijn.
Parameters met facultatieve uitlijning
Dit zijn parameters waarvan getolereerd wordt dat ze niet overeenstemmen op de verschillende apparaten. Bij elke wijziging van deze parameters
wordt, wanneer op SET of MODE wordt gedrukt, gevraagd of de wijziging moet worden uitgebreid over de hele communicatieketen. Als de keten
gelijk is voor al zijn elementen, wordt op deze manier vermeden dat dezelfde gegevens moeten worden ingesteld op alle apparaten. Lijst van
parameters met facultatieve uitlijning:
• LA Taal
• MS Matenstelsel
• AE Blokkeringverhindering
• AF AntiFreeze
• RM Max. snelheid
9.3.6 - Eerste start van een systeem met meerdere pompen
Maak de hydraulische en elektrische aansluitingen van het hele systeem, zoals beschreven in hoofdstuk 2 en in par 3.
Schakel de apparaten in en voer de koppelingen uit zoals beschreven is in paragraaf 5.5.4 - AS: koppeling van apparaten
9.3.7 - Regeling van een systeem met meerdere pompen
Wanneer een systeem met meerdere pompen ingeschakeld wordt, wordt automatisch een toewijzing van adressen uitgevoerd en wordt via een
algoritme een apparaat aangewezen als hoofd van de regeling. Het hoofd besluit de snelheid en de startvolgorde van elke apparaat dat tot de
keten behoort. De regelmodus is sequentieel (de apparaten starten één voor één). Wanneer aan de startvoorwaarden wordt voldaan, start het
eerste apparaat. Wanneer dit de maximale snelheid heeft bereikt, start het volgende apparaat, enz. De startvolgorde is niet noodzakelijkerwijze
oplopend volgens het adres van de machine, maar hangt af van het aantal gemaakte bedrijfsuren, zie 5.6.8 - ET: wisseltijd
220

Advertenties

loading