Samenvatting van Inhoud voor DAB ACTIVE DRIVER PLUS M/T 1.0
Pagina 2
INDICE LEGENDA ..............................191 WAARSCHUWINGEN ........................... 191 VERANTWOORDELIJKHEID ........................192 ALGEMEEN ............................192 Applicazioni ............................ 193 Technische kenmerken ......................... 193 INSTALLATIE ............................195 Hydraulische aansluitingen ......................195 Elektrische aansluitingen ......................196 Aansluiting op de voedingslijn ....................197 Configuratie van de geïntegreerde inverter ................202 Vooraanzuiging ..........................
Pagina 3
Het oplossen van problemen die zich vaak voordoen bij de eerste installatie ....... 214 BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS ..............215 Menu Gebruiker ..........................215 Menù Monitor ..........................216 Menù Setpoint ..........................217 Menu Handbediening ........................218 Menu Installateur ........................... 219 Menu Technische service ......................
Pagina 4
BEVEILIGINGSSYSTEMEN ........................229 Beveiligingssystemen ........................230 Beschrijving van de blokkeringen ....................230 Handmatige reset van de foutcondities ..................230 Automatisch herstel van foutcondities ..................230 RESET EN FABRIEKSINSTELLINGEN ....................231 Algemene reset van het systeem ....................231 Fabrieksinstellingen ........................231 Herstel van de fabrieksinstellingen .....................
Pagina 6
LEGENDA WAARSCHUWINGEN Familie Product Tabel 1: Productfamilies...
Pagina 7
Bijzondere waarschuwingen Alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het elektrische of mechanische gedeelte van het systeem, altijd de netspanning uitschakelen. Nadat de apparatuur van de spanning is afgekoppeld tenminste vijf minuten wachten voordat u het apparaat openmaakt. De condensator van het tussencircuit blijft ook na afkoppeling van de netspanning met een gevaarlijk hoge spanning geladen.
1.1 Applicazioni 1.2 Technische kenmerken Active Active Active Active Active Active Active Driver Driver Driver Driver Driver Driver Plus Driver Plus Plus M/T Plus M/T Plus T/T 3 Plus T/T Plus M/M M/M 1.8 / DV M/M 1.5 / DV Aantal fasen Spanning [VAC]...
Pagina 9
Active Active Active Active Active Active Active Driver Plus Driver Plus Driver Plus Driver Driver Plus Driver Plus Driver Plus M/T 1.0 M/T 2.2 T/T 3 Plus T/T M/M 1.1 M/M 1.8 / M/M 1.5 / Werkpositie Max. temperatuur Bedrijfso van de mstandigh vloeistof [°C]...
2 INSTALLATIE 2.1 Hydraulische aansluitingen De inverter werkt op constante druk. Om deze afstelling ten volle uit te buiten, moet het hydraulische systeem dat in het circuit na het systeem komt correct gedimensioneerd zijn. BEVRIEZINGSGEVAAR: waar inverter installeert! Tref volgende voorzorgsmaatregelen de inverter operatief is,...
Verzeker u ervan dat alle klemmen volledig zijn aangehaald, en let hierbij met name op de aardklem. Verzeker u ervan dat de kabelklemmen goed zijn aangehaald, zodat de beschermingsklasse IP55 wordt gehandhaafd. Als de aardlijnen per abuis worden aangesloten op een klem die niet de aardklem is, zal het hele apparaat hierdoor onherstelbaar beschadigd worden! Als de voedingslijn per abuis wordt aangesloten op de uitgangsklemmen die bestemd zijn voor de last, zal het hele apparaat hierdoor onherstelbaar beschadigd worden!
Pagina 13
2.3.1 Aansluiting op de voeding voor de modellen M/T en M/M De doorsnede, het type en de aanleg van de kabels voor de stroomvoorziening van de inverter moeten aan de van kracht zijnde voorschriften voldoen. In Tabel 3 vindt u indicaties met betrekking tot de kabeldoorsnede die gebruikt moet worden.
2.3.3 Aansluiting van de gebruikersingangen Aansluitschema van de gebruikersingangen Type inverter Naam connector Gebruik Tabel 5: aansluiting ingangen...
Pagina 15
Bijv. Gebruik IN 1 AC/DC Bijv. Gebruik IN 2 AC/DC Bijv. Gebruik IN 3 AC/DC Afbeelding 2: aansluiting van de ingangen...
Pagina 16
Kenmerken van de ingangen voor inverters van het type M/T en T/T N.B. De ingangen kunnen met iedere polariteit worden aangestuurd (positief of negatief ten opzichte van de eigen massaretour) Tabel 6: kenmerken van de ingangen 2.3.4 Aansluiting van de gebruikersuitgangen Aansluitschema van de gebruikersuitgangen Type Naam...
Schema voor aansluiting multi inverter communicatie Type inverter Naam connector Tabel 10: aansluiting multi inverter communicatie Afbeelding 4: aansluiting multi inverter communicatie 2.4 Configuratie van de geïntegreerde inverter Pstart = SP – RP 2.5 Vooraanzuiging Afbeelding 5: vooraanzuiging...
Langdurige werking zonder vloeistof van de elektropomp kan leiden tot beschadiging ervan. 2.6 Werking 3 HET TOETSENBORD EN HET DISPLAY Afbeelding 6: aanzien van de gebruikersinterface Tabel 11: Functies toetsen...
Bij het indrukken van de toets + of de toets - wordt de geselecteerde grootheid gewijzigd en onmiddellijk in het permanente geheugen (EEprom) opgeslagen. Wanneer de machine in deze fase per ongeluk wordt uitgeschakeld, zal de zojuist gewijzigde parameter niet verloren gaan. De toets SET dient alleen om het actuele menu af te sluiten en is niet nodig voor het opslaan van de doorgevoerde wijzigingen.
Pagina 20
Beperkt menu (zichtbaar) Uitgebreid menu (rechtstreekse toegang of wachtwoord) Hoofdmenu Menu Gebruiker Menu Monitor Menù Menu Menu Installateur Menu Technische mode Setpoint Handbediening mode-set-min Service set-min mode-set set-plus-min mode-set-plus MAIN...
Afbeelding 8: Schema van de mogelijke manieren om toegang tot de menu's te krijgen 3.3 Structuur van de menupagina's Fout- of statuscondities die op de hoofdpagina worden weergegeven Identificatiecod Beschrijving...
Tabel 14: Status- en foutmeldingen in de hoofdpagina Afbeelding 9: Weergave van een menuparameter Indicaties in de statusbalk onder aan iedere pagina Identificatiecode Beschrijving Tabel 15: indicaties in de statusbalk 3.4 Blokkering instelling parameters via wachtwoord 3.5 Activering en deactivering motor...
4 MULTI INVERTER SYSTEEM 4.1 Inleiding multi inverter systemen 4.2 Aanleggen van een multi inverter installatie Aangezien alle druksensoren zich binnen de kunststof behuizing bevinden, dient u op te letten dat er geen terugslagkleppen tussen de ene inverter en de andere worden geplaatst, anders kunnen de inverters onderling verschillende drukwaarden aflezen, met een onjuiste gemiddelde aflezing en een afwijkende regeling als resultaat.
4.3 Parameters die gekoppeld zijn aan de multi inverter functionering op hun beurt onder te verdelen in 4.3.1 Parameters die belangrijk zijn voor de multi inverter 4.3.1.1 Parameters die alleen lokaal belangrijk zijn 4.3.1.2 Gevoelige parameters Automatische uitlijning van de gevoelige parameters...
De automatische uitlijning van de gevoelige parameters heeft geen enkele uitwerking op alle andere parametertypes. 4.3.1.3 Parameters met facultatieve uitlijning 4.4 Eerste start van een multi-inverter systeem 4.5 Regeling multi-inverter 4.5.1 Toekenning van de startvolgorde 4.5.1.1 Maximale werktijd...
4.5.1 2 Bereiken van de maximale tijd van inactiviteit 4.5.2 Reserves en aantal inverters die pompen 5 INSCHAKELING EN INBEDRIJFSTELLING 5.1 Hoe gaat u te werk bij de eerste inschakeling Een onjuiste configuratie van de elektrische motor (ster of driehoek) kan tot beschadiging van de motor leiden.
Pagina 28
Wizard Type M/M Type M/M Type M/T en 11A en 14A uitvoering 8,5A T/T alle uitvoeringen Tabel 16: Wizard 5.2.1 Instelling van de taal LA 5.2.2 Instelling van het meeteenheidsysteem MS 5.2.3 Instelling van het druk-setpoint SP 5.2.4 Instelling van de nominale frequentie van de pomp FN 5.2.5 Instelling van de nominale spanning van de pomp UN 5.2.6 Instelling van de nominale stroom RC 5.2.7 Instelling van de draairichting RT...
5.2.8 Instelling van andere parameters 5.3 Het oplossen van problemen die zich vaak voordoen bij de eerste installatie Storing Mogelijke oorzaken Oplossingen Het display toont Het display toont Het display toont Het display toont Regeldruk groter dan SP Het display toont De pomp stopt nooit...
Het display toont: Druk op + om deze configuratie tot de andere inverters uit te breiden Het Multi inverter systeem start niet en geeft een bericht over incompatibele firmware Het Multi inverter systeem start niet en geeft een bericht over incompatibele producten *Solo per inverter di tipo M/T e T/T Tabel 17: Oplossen van problemen...
Weergave van het systeem Status Pictogram Statusinformatie onder het pictogram Tabel 18: weergave van de systeembewaking SM Om meer ruimte over te laten voor de weergave van het systeem, zal de naam van de parameter SM niet worden aangegeven, maar het opschrift "systeem" midden onder de menunaam. 6.1.7 VE: weergave van de versie 6.2 Menù...
6.2.6 LA: taal 6.2.7 HO: bedrijfsuren 6.2.8 EN: Teller van de opgenomen energie 6.2.9 SN: Aantal starts 6.3 Menù Setpoint De regeldruk kan worden ingesteld volgens de waarden die vermeld staan in tabel 2 6.3.1 SP: instelling van de setpoint druk 6.3.2 Instelling van de hulpdrukwaarden 6.3.2.1 P1: instelling van de hulpdruk 1 6.3.2.2 P2: instelling van de hulpdruk 2...
6.3.2.3 P3: instelling van de hulpdruk 3 Voorbeeld: SP = 3,0 [bar]; RP = 0,5 [bar]; geen hulpdrukfunctie actief: Gedurende de normale werking is de installatie op een druk van 3,0 [bar]. Herstart van de elektropomp vindt plaats wanneer de druk onder de2,5 [bar] zakt. 6.4 Menu Handbediening Avviamento temporaneo dell’elettropompa Tijdelijke start van de elektropomp...
6.4.6 VF: weergave van de stroming 6.5 Menu Installateur 6.5.1 RC: instelling van de nominale stroom van de elektropomp Als de ingestelde parameter lager is dan de correcte waarde, zal gedurende de werking de fout “OC” verschijnen zo gauw de ingestelde stroom voor een bepaalde tijd wordt overschreden. Als de ingestelde parameter hoger is dan de correcte waarde, zal de amperometrische beveiliging op oneigenlijke wijze actief worden wanneer de veiligheidsdrempel van de motor wordt overschreden.
6.5.5 OD: Installatietype BELANGRIJK: 6.5.6 RP: Instelling van de drukvermindering voor herstart Afbeelding 11: Iinstelling van de druk voor herstart 6.5.7 AD: configuratie adres 6.5.8 PR: druksensor Instelling van de afstanddruksensor Tabel 19: instelling van de afstanddruksensor...
De setpoint-druk is onafhankelijk van het geselecteerde type afstanddruksensor. 6.5.9 MS: matenstelsel Weergegeven meeteenheid Internationale Engelse Grootheid meeteenheid meeteenheid Tabel 20: meeteenheidsysteem 6.5.10 SX: Setpoint massimo 6.6 Menu Technische service 6.6.1 TB: tijd blokkering wegens ontbreken water 6.6.2 T1: uitschakeltijd na het lagedruksignaal 6.6.3 T2: uitschakelvertraging 6.6.4 GP: coëfficiënt van integrale stijging Voor vrijwel alle installaties zijn de in de fabriek ingestelde parameters GP en GI echter...
6.6.6 FS: maximale rotatiefrequentie Instelling van de maximale rotatiefrequentie van de pomp. Legt een maximumlimiet aan het aantal omwentelingen op en kan worden ingesteld tussen FN en FN - 20%. 6.6.7 FL: Minimale rotatiefrequentie 6.6.8 Instelling van het aantal inverters en van de reserves 6.6.8.1 NA: actieve inverters 6.6.8.2 NC: gelijktijdig werkende inverters 6.6.8.3 IC: configuratie van de reserve...
6.6.8.4 Configuratievoorbeelden voor multi inverter installaties Een pompgroep die bestaat uit 2 inverters (N=2 automatische gedetecteerd) waarvan 1 ingesteld als actief (NA=1), één met gelijktijdige werking (NC=1 of NC=NA aangezien NA=1 ) en één als reserve (IC=reserve op één van de twee inverters).
6.6.13 AE: activering van de antiblokkeerfunctie LET OP Alleen geldig in het geval van inverters van het type M/M. Het is belangrijk dat u zich ervan verzekert dat de geïnstalleerde elektropomp een maximale opvoerhoogte heeft die de capaciteit van het systeem niet te boven gaat. Als dit niet zo is, verdient het de aanbeveling de antivriesfunctie te deactiveren.
Tabel 22: Configuratie van de ingangen 6.6.15.1 Deactivering van de functies die zijn toegekend aan de ingang 6.6.15.2 Instelling functie externe vlotter Gedrag van de functie externe vlotter in functie van INx en van de ingang Waarde Parameter Configuratie Status ingang Werking Weergave op display ingang...
Gedrag van de functie hulpdruk in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie Weergave op Parameter Status ingang Werking ingang display Tabel 24: Hulp-setpoint 6.6.15.4 Instelling activering van het systeem en reset fouten Gedrag van de functie activering van het systeem en herstel fouten in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie...
6.6.15.5 Instelling van de detectie van lage druk (KIWA) Gedrag van de functie activering van het systeem en herstel fouten in functie van INx en van de ingang Waarde Configuratie Weergave op Parameter Status ingang Werking ingang display Tabel 26: Detectie van het lagedruksignaal (KIWA) 6.6.16 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2 Fabrieksconfiguraties van de uitgangen Uitgang...
Pagina 43
Configuratie van de aan de uitgangen gekoppelde functies OUT1 OUT2 Tabel 28: configuratie van de uitgangen 6.6.17 SF: startfrequentie 6.6.18 ST: starttijd 6.6.19 RF: Reset van de fout- en waarschuwingenhistorie 6.6.20 PW: wijziging wachtwoord...
6.6.21 Wachtwoord van systemen met meerdere inverter 7 BEVEILIGINGSSYSTEMEN Alarm in de fouthistorie Indicatie display Beschrijving Tabel 29: Alarmen Condities voor blokkering Indicatie display Beschrijving Tabel 30: indicatie van de blokkeringen...
7.1 Beveiligingssystemen 7.1.1 Anti freeze (beveiliging tegen bevriezing van het water in het systeem) 7.2 Beschrijving van de blokkeringen 7.2.1 “BL” Blokkering wegens ontbreken water 7.2.2 “BP1” Blokkering wegens defect op de druksensor 7.2.3 "LP" Blokkering wegens lage voedingsspanning 7.2.4 "HP" Blokkering wegens hoge interne voedingsspanning 7.2.5 "SC"...
Automatisch herstel van foutcondities Indicatie display Beschrijving Automatische herstelprocedure Tabel 31: Automatisch herstel van de blokkeringen 8 RESET EN FABRIEKSINSTELLINGEN 8.1 Algemene reset van het systeem 8.2 Fabrieksinstellingen 8.3 Herstel van de fabrieksinstellingen...