Hoofdstuk 8
Controleer het IP-adres van de printer
•
Als u het IP-adres van de printer wilt controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen door een
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer drukt
u op de knop
Configuratiepagina afdrukken.
•
Ping de printer met het IP-adres vanaf de commandolijn (Windows) of vanuit het netwerkhulpprogramma
(Mac OS X). (Netwerkhulpprograma bevindt zich in de map Hulpprogramma's in de map Toepassingen
op het hoogste niveau van de harde schijf.)
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de opdrachtprompt (Windows):
C:\Ping 123.123.123.123
Of:
Klik in het Netwerkhulpprogramma (Mac OS X) op het tabblad Ping, typ 123.123.123.123 in het vak en klik
vervolgens op Ping.
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord verschijnt, is het IP-adres
onjuist.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor online-ondersteuning op
www.hp.com/support raadplegen. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Installatieproblemen oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer informatie over HP-
ondersteuning.
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support voor informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
•
Suggesties voor hardware-installatie
•
Suggesties voor de installatie van HP-software
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
•
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de printer zijn verwijderd.
•
Zorg dat er papier in de printer is geladen.
•
Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed, dat hoort te branden.
Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de printer als het waarschuwingslampje knippert.
Controleer de hardwareverbindingen
•
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
•
Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact is verbonden.
Controleer de inktcartridge
•
Zorg ervoor dat de printcartridges stevig in de printer zijn geplaatst. Een goed geïnstalleerde inktcartridge
hoort niet te bewegen wanneer er zachtjes aan wordt getrokken. Zonder cartridge kan de printer niet
werken.
Suggesties voor de installatie van HP-software
Controleer het computersysteem
•
Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. Zie Systeemvereisten voor
meer informatie.
•
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie Systeemvereisten voor
meer informatie.
90
Een probleem oplossen
(Installatie) en selecteert u, met de knoppen rechts Netwerk. Scrol naar