Inbedrijfstelling
I
9
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
0 0
9.7.4
Inbedrijfstellingsprocedure
258
1. Zet een "0"-signaal op klem X12:2 (DIØ1
"/RECHTS/STOP"), bijv. door elektronicaklemmen-
blok X12 los te maken.
2. Activeer het contextmenu door op de contexttoets te
drukken.
3. Blader met de ↓-toets omlaag tot de menuregel
"STARTUP" is geselecteerd.
4. Druk op de OK-toets om de inbedrijfstelling te starten.
De eerste parameter verschijnt. Het programmeer-
apparaat bevindt zich in de weergavemodus, wat te
zien is aan de knipperende cursor onder het parame-
ternummer.
•
Ga met de ↔-toets naar de bewerkingsmodus.
De knipperende cursor verdwijnt.
•
Selecteer "PARAMETERSET 1" of "PARAME-
TERSET 2" met de ↑-toets of de ↓-toets.
•
Bevestig de selectie met de OK-toets.
•
Ga met de ↔-toets terug naar de weergavemodus.
De knipperende cursor verschijnt weer.
•
Selecteer de volgende parameter met de ↑-toets.
5. Stel het motortype in.
6. Stel de gewenste bedrijfssoort in. Selecteer de
volgende parameter met de ↑-toets.
Voor het activeren van de vangfunctie of de hijswerk-
functie dient de bedrijfssoort VFC gebruikt te worden.
a. Bij selectie van de bedrijfssoort STANDAARD V/f:
b. Bij selectie van de bedrijfssoort VFC:
0.00rpm
0.000amp
REGELAARBLOKK.
PARAMETERMODUS
VARIABELENMODUS
BASISDISPLAY
HANDBEDRIJF
INBEDRIJFSTELL.
KOPIE NAAR DBG
KOPIE NAAR MDX
INBEDRIJFSTELL.
WORDT VOORBEREID
C00*INBEDRIJFSTL
PARAMETERSET 1
PARAMETERSET 2
C22*MOTOREN
ENKELE MOTOR
IDENT. MOTOREN
VERSCH. MOTOREN
C01*BEDR.SOORT1
STANDAARD V/f
VFC1
C28*DC-REMMEN
NEE
JA
C36*WERKWIJZE
TOERENTALREG.
HIJSWERK
DC-REMMEN
VANGFUNCTIE
Systeemhandboek – MOVITRAC
®
B