Parametergroep 13. / 14. Toerentalintegratoren 1 /2
De integratortijden hebben betrekking op een setpointverandering van Δn = 3000 rpm.
De integratoren t11/t21 op en t11/t21 neer zijn actief bij een verandering van het
setpoint. Bij het wegnemen van de vrijgave met de STOP/RESET-toets of via klemmen
is de stopintegrator t13/t23 actief.
P130/P140
Instelbereik: 0 – 2 – 2000 s; acceleratie-integrator
Integrator t11/t21
op
2
1
P131/P141
Instelbereik: 0 – 2 – 2000 s; deceleratie-integrator
Integrator t11/t21
neer
2
1
P134/P144
Instelbereik: 0 – 10 – 2000 s
Integrator t12/t22
Voor deze integrator geldt op = neer en Rechts = Links.
op = neer
De integratoren t12/t22 worden geactiveerd door een binaire ingang (→ P601 – P608)
die geprogrammeerd is met de functie "Omschakeling toerentalintegratoren".
2
1
P135/P145
Functie is alleen bij de selectie van t12/t22 actief.
S-patroon t12/t22
Instelbereik: 0 / 1 / 2 / 3 (0 = uit, 1 = zwak, 2 = medium, 3 = sterk)
De tweede integrator (t12/t22) van parameterset 1 en 2 kan met drie curvegraden afge-
rond worden, zodat de acceleratie van de aandrijving zachter is.
2
1
Effect van het S-patroon:
U
E
Een begonnen S-patroon wordt onderbroken door de stop-integrator t13/t23 en de
omschakeling naar integrator t11/t121, Het wegnemen van het setpoint of een stop via
de ingangsklemmen leidt er toe dat de begonnen S-curve beëindigd wordt. De aandrij-
ving kan zodoende ondanks het wegnemen van het setpoint toch nog accelereren.
P136/P146
Instelbereik: 0 – 2 – 20 s
Stopintegrator
Stopintegrator bij het omschakelen naar de bedrijfstoestand "GEEN VRIJGAVE".
t13/t23 op = neer
2
1
Systeemhandboek – MOVITRAC
®
B
Parameters
Toelichting bij de parameters
Setpointinstelling
Zonder S-patroon
Met S-patroon
t
P6..
3
P60.
P600
115