Het potentieel DC 24 V van X46:7 en X47:1 is identiek aan X12:8 van het basisapparaat.
Alle GND-klemmen van het apparaat zijn met elkaar en met PE verbonden.
Kabelspecificatie
•
Afscherming aarden •
•
•
•
AANWIJZING
De frontmodules FIO21B en FSE24B hebben een 24V-voeding nodig. Als er geen
externe voeding wordt aangesloten, mag parameter P808 24VIO-hulpspannings-
uitgang niet worden uitgeschakeld.
Systeemhandboek – MOVITRAC
Installatie FIO11B/21B, FSC11B/12B en FSE24B
Gebruik een 4-aderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommuni-
catiekabel, afschermd met koperen omvlechting). De kabel moet aan de volgende
specificaties voldoen:
– aderdoorsnede 0,25 – 0,75 mm
– leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz
– kabelcapaciteit ≤ 40 pF/m bij 1 kHz
Geschikt zijn bijvoorbeeld CAN-Bus- of DeviceNet-kabels.
Bevestig de afscherming met een groot contactoppervlak aan beide zijden op de
elektronicaschermklem van de regelaar en de masterbesturing.
Als de kabel afgeschermd is, hoeft bij een verbinding tussen MOVITRAC
gateways of tussen MOVITRAC
gebracht te worden. Een 2-aderige kabel is in dit geval toegestaan.
Bij een verbinding tussen MOVIDRIVE
te worden dat de potentiaalscheiding tussen het referentiepotentiaal DGND en
aarde bij de MOVIDRIVE
VOORZICHTIG Potentiaalverschil
Mogelijke gevolgen zijn storingen, vernieling van het apparaat, etc.
– Tussen de aangesloten apparaten mag geen potentiaalverschil optreden.
Vermijd een potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoorbeeld door de
massa van de regelaars met een aparte kabel te verbinden.
®
B
2
(AWG23 – AWG18)
®
B en MOVITRAC
®
B en MOVITRAC
®
B wordt opgeheven.
Installatie
®
®
B geen massaverbinding aan-
®
B dient er altijd op gelet
8
B en
235