Inbedrijfstelling
I
9
Motor starten
0 0
9.3
Motor starten
9.3.1
Analoge setpointinstelling
244
Let erop dat u het handbedrijf moet verlaten, voordat de motor via de klemmen vrijge-
geven kan worden.
De volgende tabel laat zien welke signalen bij de setpointinstelling "Unipolair/vast
setpoint" (P100) op de klemmen X11:2 (AI1) en X12:1 – X12:4 (DIØØ – DIØ3) moeten
staan om de aandrijving met een analoge setpointinstelling aan te sturen.
X11:2
(AI11)
(DIØØ)
Functie
Analoge
/Rege-
ingang
laarblok-
n1
kering
Regelaar-
X
blokkering
Stop
X
Vrijgave
X
en stop
Rechtsom
met 50%
5 V
n
max
Rechtsom
10 V
met n
max
Linksom
met 50%
5 V
n
max
Linksom
10 V
met n
max
1) Geen standaardinstelling
0
=
0-signaal
1
=
1-signaal
X
=
niet relevant
X12:1
X12:2
X12:3
(DIØ1)
(DIØ2)
Rechts/
Links/
stop
stop
1)
0
X
X
1
X
X
1
0
0
1
1
0
1
1
0
1
0
1
1
0
1
X12:4
X12:5
(DIØ3)
(DIØ4)
Vrijgave/
n11/n21
n12/n22
stop
X
0
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
Systeemhandboek – MOVITRAC
X12:6
(DIØ5)
0
0
0
0
0
0
0
®
B