Installatie
8
Installatievoorschriften
8.2.2
Minimale vrije ruimte en ruimtelijke positie
8.2.3
Gescheiden kabelgoten
8.2.4
EMC-conforme installatie
210
•
Houd voor een goede koeling boven en onder de behuizing een vrije ruimte van
100 mm (3,94 in) aan. Aan de zijkant is geen vrije ruimte vereist; de apparaten
mogen tegen elkaar geplaatst worden.
•
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet door leidingen en ander installatiemateriaal
wordt gehinderd. Voorkom dat het apparaat wordt opgewarmd door de warme lucht
die door andere apparatuur wordt afgegeven.
•
Monteer de apparatuur uitsluitend verticaal. De apparatuur mag niet liggend, dwars
of ondersteboven worden ingebouwd.
•
Door een goede warmteafvoer aan de achterkant van het koellichaam is de thermi-
sche belasting van het apparaat kleiner.
100 mm
(3.94 in)
100 mm
(3.94 in)
•
Leg de vermogenskabels en elektronicakabels in gescheiden kabelgoten.
•
Behalve de voedingskabel moeten alle leidingen afgeschermd zijn. Bij de motorkabel
kunt u voor het bereiken van de grenswaarden voor de storingsemissie als alternatief
voor het scherm de optie HD.. (ferrietkern) gebruiken.
•
Bij het gebruik van afgeschermde motorkabels, zoals geprefabriceerde motorkabels
van SEW-EURODRIVE, moeten de onafgeschermde aders tussen de afscherming
en aansluitklem van de regelaar zo kort mogelijk gehouden worden.
•
Aard de afscherming aan beide zijden langs de kortste weg met een vlakke contact-
verbinding. Aard bij dubbel afgeschermde kabels de buitenste afscherming aan de
zijde van de regelaar en de binnenste afscherming aan de andere zijde.
648722187
9007199272247947
Systeemhandboek – MOVITRAC
®
B