P6..
Parameters
3
P60.
Toelichting bij de parameters
P600
108
7 / Vast setpoint × AI1
De waarde op de analoge ingang AI1 dient als factor voor het geselecteerde vaste
setpoint (0 – 10 V = 0 – 100%). Als geen vast setpoint is geselecteerd, is n
De binaire ingangen bepalen de draairichting.
8 / MASTER SBus1
Het setpoint komt van de master in het master/slave-bedrijf via systeembus 1,
Zie P75x Master/slave-functie.
9 / MASTER-RS485
Het setpoint komt van de master in het master/slave-bedrijf via de RS485-interface.
Zie P75x Master/slave-functie.
10 / SBus 1 / Vast setpoint
De systeembus bepaalt het setpoint. Het voorteken van het setpoint bepaalt de
draairichting.
11 / Ingang frequentiesetpoint / Vast setpoint
De frequentie bij de binaire ingang DI04 bepaalt het setpoint.
De pulsbreedteverhouding (pulsbreedte van het high- en low-signaal) is optimaal
1:1, Hierbij wordt zowel de stijgende als de dalende flank van het ingangssignaal
geregistreerd. Via P102 Frequentieschalering (→ pag. 253) kan de ingangs-
frequentie ingesteld worden waarbij het systeemsetpoint 100% bereikt wordt.
De draairichting wordt ingesteld via de binaire ingangen Rechts/stop en Links/stop.
Frequentieschalering
25 – 120 kHz
12,5 – 24,99 kHz
10 – 12,49 kHz
1 – 9,99 kHz
14 / Bipolair AI2 / Vast setpoint
Het setpoint komt van de optionele analoge ingang AI2 of van de vaste setpoints. Het
apparaat verwerkt de vaste setpoints op basis van het voorteken.
Minimale reactietijd (wachttijd)
20 ms
40 ms
60 ms
500 ms
Systeemhandboek – MOVITRAC
actief.
min
Resolutie frequentie-ingang
50 Hz
25 Hz
16,7 Hz
2 Hz
®
B