3 Over uw veiligheid
Gevaren en veiligheidsmaatregelen bij de reiniging
Gevaarsbron: Reinigingsmiddel
Let bij het reinigen van het apparaat op de volgende gevaren en neem de voorgeschreven
tegenmaatregelen:
Gevaar
Gevaar voor irritatie van de
huid en de ogen of
aantasting door contact
met reinigingsmiddelen
Gevaarsbron: Besmetting van levensmiddelen
Let bij het reinigen van het apparaat op de volgende gevaren en neem de voorgeschreven
tegenmaatregelen:
Gevaar
Gevaar op besmetting van
de levensmiddelen door
reinigingsmiddelen
Bedieningshandboek
Waar resp. in welke situaties
treedt het gevaar op?
Bij volautomatische reiniging:
Voor de apparaatdeur
Bij alle reinigingswerkzaamheden
Bij de omgang met
reinigingsbussen
Indien er agressieve
reinigingsmiddelen worden
gebruikt
Waar resp. in welke situaties
treedt het gevaar op?
Bij het reinigen, als
de deksels van de
▪
reinigingsbussen verwisseld
worden, waarop de
aanvoerslangen aangebracht
zijn
▪
de reinigingsbussen verkeerd
gevuld werden
24
Tegenmaatregelen
Veiligheidsinrichting
controleren
▪
Reiniger niet in aanraking
brengen met de huid en de
ogen
▪
Apparaat niet met
ingebrachte reiniger
opwarmen
▪
Geen reiniger bij een
temperatuur van meer dan
60°C in het apparaat
spuiten
▪
Sproeinevel niet inademen
Persoonlijke
▪
beschermingsuitrusting
dragen
Persoonlijke
beschermingsuitrusting dragen
Alleen originele
reinigingsmiddelen gebruiken
Tegenmaatregelen
▪
Bij het vervangen van de
reinigingsbus letten op de
juiste plaats van de slangen
▪
Bij het vullen van de
bussen letten op de
correcte toewijzing van de
chemicaliën aan de slangen
Veiligheidsinrich
ting
▪
Gedwongen
spoeling
Sproeistop
▪
Geen
Geen
Geen
Veiligheidsinrich
ting
Geen