2) [Geavanceerd] (Advanced)
Klik hierop om dialoogvenster [Geavanceerde optie]
(Advanced option) weer te geven. Het papierformaat van
het document kan geselecteerd worden.
Instellen van tabblad [Verzenden] (Send)
In tabblad [Verzenden] kunnen de ontvangers aangegeven
worden en hoe de fax verzonden wordt.
1
2
4
6
7
10
11
14
15
17
1) [Adresboek] (Address Book)
Klik hierop om de Adresboekviewer op te starten. Hier
kunnen ontvangers uit het adresboek geselecteerd worden.
P.73 "Ontvangers selecteren uit het adresboek"
2) Aan (To)
Dit geeft de lijst met aangegeven ontvangers weer.
P.72 "Ontvangers aangeven"
3) [Verwijderen] (Remove)
Selecteer een ontvanger in lijst [Aan] en klik hierop om
deze ontvanger uit de lijst te verwijderen.
P.77 "Ontvangers verwijderen"
4) Faxnummer (Fax Number)
Voer het faxnummer van de ontvanger direct in.
P.72 "Ontvangers invoeren met het toetsenbord"
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN
5) [SUB/WWD]
Klik hierop om dialoogvenster [SUB/WWD] weer te geven.
Er kunnen voor het ingevoerde faxnummer een subadres
en wachtwoord worden ingevoerd.
P.72 "Ontvangers invoeren met het toetsenbord"
6) Internetfaxadres (Internet Fax Address)
Voer het internetfaxnummer van de ontvanger direct in.
P.72 "Ontvangers invoeren met het toetsenbord"
7) Resolutie (Resolution)
Kies de gewenste resolutie voor de fax.
- Standaard (200 x 100 dpi) (standard) — selecteer
deze optie om een document te verzenden in
standaardmodus (200 x 100 dpi).
- Fijn (200 x 100 dpi) (fine) — (fine) selecteer deze optie
om een document te verzenden in fijne modus (200 x
100 dpi).
- Superfijn (200 x 100 dpi) (super fine) — selecteer
deze optie om een document te verzenden in superfijne
modus (200 x 100 dpi).
- Ultrafijn (200 x 100 dpi) (ultra fine) — selecteer deze
optie om een document te verzenden in ultrafijne
modus (200 x 100 dpi).
8) Afdelingscode (Department Code)
Voer indien nodig een afdelingscode in van 1 tot 63 tekens.
Wanneer de afdelingscode op het apparaat ingeschakeld
is, moet deze ingevoerd worden om een fax te kunnen
verzenden.
3
Opmerking
• Als er geen afdelingscode ingevoerd wordt als deze
instelling op het apparaat ingeschakeld is en instelling
Afdruktaak ongeldige afdelingscode (Invalid Department
Code Print Job) in TopAccess ingesteld is op "Opslaan
in lijst ongeldige taken" (Store to invalid job list), wordt de
5
taak opgeslagen in de lijst met ongeldige taken zonder
dat er verzonden wordt. Een opgeslagen taak kan
8
worden afgedrukt of verwijderd via [TAAKSTATUS] (JOB
9
STATUS) op het bedieningspaneel.
12
• Als er geen afdelingscode ingevoerd wordt wanneer
13
deze instelling op het apparaat ingeschakeld is en
instelling Afdruktaak ongeldige afdelingscode (Invalid
16
Department Code Print Job) in TopAccess ingesteld is
op "Afdrukken" (Print), wordt de taak verzonden.
18
• Als er geen afdelingscode ingevoerd wordt wanneer
deze instelling op het apparaat ingeschakeld is en
instelling Afdruktaak ongeldige afdelingscode (Invalid
Department Code Print Job) in TopAccess ingesteld is
op "Verwijderen" (Delete), wordt de taak verwijderd.
9) Afdelingscode verbergen (Hide Department Code)
Vink dit selectievakje aan om een afdelingscode in blanco
symbolen weer te geven.
10) Kaftblad
Kies uit [Standaard kaftblad] (Standard Cover Page),
[Zakelijk kaftblad] (Business Cover Page) en [Professioneel
kaftblad] (Professional Cover Page) een kaftblad als er een
kaftblad aan de eerste pagina van het document moet
worden gekoppeld.
P.85 "Verzenden met een kaftblad"
P.88 "Voorbeelden kaftblad"
- 79 -
1
2
3
4
5
6
7