De afbeeldingen van het apparaat in dit document kunnen afwijken van het aangeschafte apparaat. Inhoud 1 Kopieerbewerkingen...... 6 Combinatiematrix beeldaanpassingsfunctie..34 Combinatiematrix........... 34 FUNCTIES VOOR BEWERKEN ....7 2 Faxbewerkingen......35 Weergave menu BEWERKEN ......7 GEAVANCEERDE FUNCTIES ....36 Beeldverschuiving ..........7 Marge boven/onder of marge links/rechts creëren .. 7 Verzenden van dubbelzijdige originelen ....36 Rand wissen ............8 Verzenden met prioriteit ........36...
Pagina 3
Inhoud 3 Scanbewerkingen ......91 Verzendrapport doorsturen terminal voor doorsturen (Relay TX relay station report)... 59 NUTTIGE FUNCTIES .......92 Verzendrapport eindterminal voor doorsturen (Relay TX end terminal report) ......59 Scaninstellingen wijzigen ........92 Rapport station voor doorsturen (Relay station Kleurenmodus aangeven........92 report) ..............
Pagina 4
Inhoud SJABLONEN ..........120 Instellen van het kalibratieweergaveniveau ..167 De kalibratie instellen........... 168 Sjablonen ............120 Het statusbericht instellen........168 Weergave menu sjabloon ........120 De automatische wisfunctie instellen....169 Gebruik van “Praktische sjablonen” ..... 120 De optielicenties beheren ........169 Sjablonen vastleggen........122 Weergavetalen toevoegen of verwijderen ...
Pagina 5
Inhoud 6 Trefwoordenregister....260 802.1X-INSTELLINGEN ........217 Instellen van IEEE 802.1X-authenticatie....218 Foutmeldingen ............. 219 FABRIEKSINST. (FACTORY DEFAULT) ..220 BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) ........222 TOTAALTELLER ..........222 AFDRUKKEN TOTAALTELLER ......223 AFDELINGSTELLER ........223 BEHEER AFDELINGEN (DEPARTMENT MANAGEMENT) ..........225 Aanmelden als beheerder........225 De afdelingscodelijst afdrukken ......226 Afdelingscodes inschakelen.........
FUNCTIES VOOR BEWERKEN ● FUNCTIES VOOR BEWERKEN Weergave menu BEWERKEN Beeldverschuiving Menu BEWERKEN om de verschillende functies voor U kunt een inbindruimte creëren door een beeld naar de linker- bewerken te gebruiken, wordt weergegeven door op tabblad , rechter-, boven- of onderzijde van het kopieerpapier te [BEWERKEN] op het aanraakscherm te drukken.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Selecteer het type inbindruimte. Druk op [OK]. Stel de breedte van de inbindruimte in. Selecteer naar behoefte andere kopieermodi en druk vervolgens op toets 1) Druk op [VOORMARGE] (FRONT MARGIN) en stel de breedte van de inbindruimte aan de voorzijde [START] op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Stel de breedte van het te wissen gedeelte Plaats papier in de papierlade(n). Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. 1) Druk op [ 2 mm] of [ 50 mm]. 2) Druk op [OK]. Vergeet niet •...
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Selecteer naar behoefte andere kopieermodi en druk vervolgens op toets [START] op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer stap 6 en 7 uit als deze op de glasplaat voor originelen zijn geplaatst.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Selecteer [TRIM] of [MASK]. Beeld bewerken U kunt de verschillende hieronder weergegeven functies voor bewerken voor gescande beelden selecteren. Trimmen: Het is mogelijk een bepaald gebied van een origineel te selecteren en alleen dit gebied te kopiëren. Maskeren: Het is mogelijk een bepaald gebied van een origineel te maskeren en alleen het ongemaskeerde gebied te kopiëren.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Lees de volgende 4 waarden af om het gebied met behulp van de schaalverdeling aan de linker- en bovenzijde van de glasplaat voor originelen aan te geven. X1: Van de linker bovenzijde tot de linker rand van het geselecteerde gebied X2: Van de linker bovenzijde tot de rechter rand van het geselecteerde gebied...
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Plaats het/de origine(e)l(en). Plaats papier in de papierlade(n). Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer Druk op [BEWERKEN] in het menu het papierformaat in. BEWERKEN. Plaats het/de origine(e)l(en). Druk op [XY ZOOM] in het menu BEWERKEN.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN • Bij het plaatsen van papier in de handinvoerlade Kaftblad moeten papierformaat en -dikte worden ingesteld. Gebruikershandleiding Basis • Plaats het papier voor kaftbladen van hetzelfde formaat U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier voor het als normaal papier in dezelfde richting.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Invoegvel U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier bij de gewenste pagina invoegen. Deze functie heet “invoegvel”. U kunt maximaal 2 soorten vellen voor in totaal 50 pagina's invoegen. De stand invoegen speciaal tussenlegvel heeft de volgende 2 mogelijkheden: KOPIE: Voegt een gekopieerd vel in plaats van de aangegeven pagina in.
Pagina 16
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Druk op [TUSSENLEG VELLEN] in het Druk op het tabblad [BASIS] voor de menu BEWERKEN. weergave van het menu BASIS. Selecteer vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor vellen invoegen). U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de invoegvellen plaatsen.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Tijdstempel Paginanummer U kunt de datum en de tijd op het kopieerpapier afdrukken. U kunt een paginanummer op het kopieerpapier afdrukken. Onderaan op een Middenonder op een Rechtsboven op een staande afdruk liggende afdruk staande afdruk Bovenaan op een liggende afdruk MM.DD.YYYY 14:54 MM.DD.YYYY 14:54...
Pagina 18
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Geef de pagina op waarop de nummering moet beginnen. 1) Toets het paginanummer in. 2) Druk op [OK]. Selecteer naar behoefte andere kopieermodi en druk vervolgens op toets [START] op het bedieningspaneel. - 18 -...
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Taakopbouw U kunt meerdere stapels originelen waarvan de instellingen verschillend zijn, scannen en daarna in één keer kopiëren of opslaan. Deze functie heet “taakopbouw”. Bijvoorbeeld tekstfragmenten (in modus TEKST) en foto's in tijdschriften (in modus FOTO) in A4- formaat en foto's in A4-formaat kunnen met de optimale instelling voor elk origineel worden gescand en in één keer worden gekopieerd.
Pagina 20
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Druk op [JOB OPBOUW] in het menu • Druk op toets [FUNCTIE WISSEN] (FUNCTION CLEAR) op het bedieningspaneel en herhaal de BEWERKEN. procedure vanaf stap 1 om de instellingen te wijzigen. Druk op toets [START] op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Druk op [OK]. Beeldrichting Wanneer u enkelzijdige staande originelen naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze in liggende richting worden geplaatst, zijn de gekopieerde pagina's normaal gesproken “naar boven geopend”. Met deze functie kan dit worden gewijzigd in “naar links geopend”. Deze functie heet “beeldrichting”.
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Druk op [OK]. Druk op [OK]. Boek - kalender is nu ingesteld. De invoermodus is nu op “enkelvoudige invoer” ingesteld. Selecteer naar behoefte andere Selecteer naargelang nodig andere kopieermodi en druk vervolgens op toets kopieerinstellingen. [START] op het bedieningspaneel. Plaats de originelen vel voor vel op het automatische documentinvoersysteem ADF ->...
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Druk op [OK]. Geen blanco pagina U kunt blanco pagina's van de gescande originelen verwijderen voordat het kopiëren begint. Deze functie heet “geen blanco pagina”. Geen blanco pagina is nu ingesteld. Selecteer naar behoefte andere Opmerking kopieermodi en druk vervolgens op toets •...
FUNCTIES VOOR BEWERKEN Stel “wis randen” in. Buitenkant wissen 1) Druk op [AAN]. 2) Stel de breedte van de rand rondom het origineel U kunt een schaduwachtig donker gedeelte aan de buitenzijde naar wens in door op te drukken. van het gekopieerde beeld wit maken; deze 'schaduw' komt Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied door de tussenruimte tussen de glasplaat voor originelen en de...
BEELDAANPASSING (IMAGE ADJUSTMENT) ● BEELDAANPASSING (IMAGE ADJUSTMENT) Gebruik van de functies voor Weergave menu BEELD beeldaanpassing U kunt menu BEELD oproepen door op tabblad [BEELD] op het aanraakscherm te drukken wanneer u de verschillende Achtergrondinstelling functies voor beeldaanpassing wilt gebruiken. Deze functie dient voor de aanpassing van de dichtheid van de achtergrond van het origineel.
BEELDAANPASSING (IMAGE ADJUSTMENT) Scherpte Deze functie dient voor het verscherpen of vervagen van de contouren van het beeld. Druk in menu BEELD op [SCHERPTE]. Druk op [ZACHT] of [SCHERP] voor de instelling van de scherpte en druk vervolgens op [OK]. Wanneer het scherpteniveau naar de [ZACHT] zijde wordt ingesteld, worden de gevlamde randen op de afgedrukte foto's enz.
TAAKSTATUS BEVESTIGEN ● TAAKSTATUS BEVESTIGEN In de afdruktakenlijst kunt u het pictogram van het taaktype, de Bevestiging afdruktaakstatus naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden, de datum en de tijd van verzending, het papierformaat, het aantal pagina's en afdruksets alsmede de verwerkingsstatus U kunt taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevestigen.
TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken onderbreken Taken verplaatsen Taken met status “Wacht”, kunnen in de wachtrij worden Het is mogelijk de volgorde van de taken in de wachtrij te vastgehouden (onderbreken). wijzigen door deze in de lijst te verplaatsen. Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [PAUZE].
TAAKSTATUS BEVESTIGEN De informatie van een overgeslagen Taakgeschiedenis bevestigen taak bevestigen U kunt de geschiedenis van de uitgevoerde afdruktaken op het Het kan zijn dat er geen afdruktaken uitgevoerd kunnen aanraakscherm bevestigen. worden omdat het opgegeven papier op is of de nietjes op zijn Druk op [TAAKSTATUS] op het enz.
TAAKSTATUS BEVESTIGEN Papierladen bevestigen Hoeveelheid resterende toner bevestigen Het is mogelijk de instelling van papierformaat en -soort of het aantal resterende vellen in de papierladen te bevestigen. U kunt de hoeveelheid toner die nog ongeveer in de cartridge Tijdens het afdrukken kan bevestigd worden uit welke aanwezig is bevestigen.
OVERIGE INFORMATIE ● OVERIGE INFORMATIE Continue kopieersnelheid Kopieersnelheden als de originelen op de glasplaat voor originelen worden geplaatst en continu enkelzijdige afdrukken worden gemaakt met een reproductiefactor van 100% in stand sorteren-uit (eenheid: vel/minuut). e-STUDIO477S Papiersoort NORMAAL/ Papierformaat Toevoermagazijn GERECYCLED DIK2/DIK3 DIK4/DIK5 PAPIER/DIK1...
Faxbewerkingen GEAVANCEERDE FUNCTIES..........P.36 LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN ......P.51 INSTELLING ITEMS............P.61 EEN NETWERKFAX VERZENDEN ........P.70 HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN ................. P.78 BIJLAGE................P.88...
GEAVANCEERDE FUNCTIES ● GEAVANCEERDE FUNCTIES Verzenden van dubbelzijdige Verzenden met prioriteit originelen Het is mogelijk een fax eerder te verzenden dan andere gereserveerde overdrachten (inclusief stand-by voor opnieuw Het is mogelijk een kopie van dubbelzijdige originelen te draaien). verzenden per fax door de RADF (automatische dubbelzijdige documentinvoer).
• Om functie communicatie op afroep te gebruiken met • Het is mogelijk de gegevens van het origineel uit het wachtwoordverificatie, moeten de faxapparaten van zowel geheugen te verwijderen door de overdracht op afroep afzender als ontvanger faxapparaten (MFP's) van TOSHIBA te annuleren. zijn. Ontvangst op afroep Plaats het/de origine(e)l(en).
GEAVANCEERDE FUNCTIES Als er op de gegevens van het origineel in Postbus mededelingenbord de fax van de afzender een wachtwoord is Hoe vaak een origineel ook uit deze postbus opgehaald wordt, het origineel zal niet verwijderd worden. Deze postbus is gezet, druk dan op [WACHTWOORD] geschikt voor het registreren van originelen die naar meerdere (PASSWORD) om het invoerscherm weer te...
GEAVANCEERDE FUNCTIES Een origineel registreren/afdrukken/ Druk op [BOXNUMMER] (BOX NUMBER) om het invoerscherm weer te geven. Geef verwijderen het boxnummer in en druk op [OK]. Dit gedeelte beschrijft de werking van de postbus van het apparaat. Een origineel registreren Het is mogelijk een origineel te registreren bij de vertrouwelijke postbus of de postbus mededelingenbord van het apparaat.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Als de geselecteerde postbus niet ingesteld is, wordt een foutbericht weergegeven en kan er niet verder gegaan worden. Druk op [BOXNUMMER] (BOX NUMBER) om het invoerscherm weer te geven en voer het boxnummer in. Als de geselecteerde postbus niet ingesteld is, wordt een foutbericht weergegeven en kan er niet verder gegaan worden.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Een origineel verzenden Als een wachtwoord is ingesteld voor de betreffende postbus, voer dan het wachtwoord op dezelfde wijze in Het is mogelijk een origineel te verzenden naar de als het boxnummer. vertrouwelijke postbus of de postbus mededelingenbord van dit apparaat.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Druk op [BOXNUMMER] (BOX NUMBER) Druk op tabblad [GEAVANCEERD] om het invoerscherm weer te geven. Geef (ADVANCED) en druk daarna op [ITU het boxnummer in en druk op [OK]. POSTBUS] (ITU MAILBOX). Als een wachtwoord is ingesteld voor de betreffende Druk in groep “TYPE BOX”...
GEAVANCEERDE FUNCTIES Een postbus voor doorsturen creëren/ Specificeer de te registreren ontvanger en druk op [OK]. aanpassen/verwijderen Het is mogelijk de postbus voor doorsturen te creëren of aan te passen. Druk op toets [FAX] op het bedieningspaneel. Druk op tabblad [GEAVANCEERD] (ADVANCED) en druk daarna op [ITU POSTBUS] (ITU MAILBOX).
GEAVANCEERDE FUNCTIES Het bevestigingsscherm voor afdrukken Druk in groep “TYPE BOX” op van de ontvangen kopie van het origineel [VERTROUWELIJK] (CONFIDENTIAL), wordt weergegeven. Als er altijd wanneer er [MEDED. BORD] (BULLETIN BD) of een kopie van een origineel wordt [DOORSTUREN] (RELAY). Druk in groep afgeleverd, afgedrukt moet worden, druk “MODUS”...
GEAVANCEERDE FUNCTIES Druk op tabblad [GEAVANCEERD] Communicatie met kettingdraaien (ADVANCED) en druk daarna op [RESERVEREN UITG. VERZ.] (DELAYED TX RESERVE). Het is mogelijk vooraf geregistreerde sets van nummers te draaien om een reeks voor draaien te vormen. Het is bijvoorbeeld mogelijk het gewenste nummer te vormen door sets van nummers die geregistreerd zijn in het adresboek op volgorde aan te geven, zoals regiocode, netnummer en faxnummers.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Overdracht herstellen Het is mogelijk de gegevens van originelen, die niet verzonden zijn na een ingesteld aantal malen opnieuw proberen, in het geheugen op te slaan en ze zonder plaatsing van de originelen opnieuw te verzenden. Het inschakelen of uitschakelen van deze functie, of de periode instellen dat de gegevens bewaard worden, gebeurt in menu BEHEERDER (ADMIN).
GEAVANCEERDE FUNCTIES Onramp gateway Functie onramp gateway maakt het mogelijk om een origineel dat door een ander apparaat dat postbussen ondersteunt, verzonden is, te converteren naar e-mailgegevens, die verzonden worden naar een vooraf ingesteld e-mailadres via de postbus (voor doorsturen) van dit apparaat. 1.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Offramp gateway Functie offramp gateway maakt het mogelijk e-mail of internetfaxen die vanaf een ander apparaat verzonden zijn via dit apparaat te converteren naar standaard faxgegevens, die via een publieke telefoonlijn verzonden worden naar de ontvanger die door de verzender aangegeven is.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Selecteer de locatie waar het bestand Opslaan als bestand opgeslagen moet worden en de bestandsindeling en druk op [OK]. Tijdens het verzenden van een fax kan de fax als bestand opgeslagen worden op een gedeelde map op het apparaat of op een client-pc.
GEAVANCEERDE FUNCTIES Selecteer op het aanraakscherm de Afdrukken van faxtaken die gewenste faxtaak en druk op BEVEILIGD ONTVANGEN (SECURE [AFDRUKKEN] (PRINT). RECEIVE) zijn Wanneer lampje AFDRUKGEG. (PRINT DATA) op het bedieningspaneel oplicht, is er een faxtaak BEVEILIGD ONTVANGEN. Het is mogelijk de faxgegevens af te drukken door een AFDRUKWACHTWOORD (PRINT PASSWORD) in te voeren.
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN ● LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Selecteer tabblad [LOG] en druk vervolgens Lijsten en rapporten afdrukken op [VERZENDEN] (SEND) of [ONTVANGEN] Handmatig (RECEIVE). Het is mogelijk lijsten en rapporten (logboeken) handmatig af te drukken. Raadpleeg voor voorbeelden van lijsten en rapporten de volgende paragraaf.
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Druk op [FAX] en dan op Verzendlogboek (TRANSMISSION JOURNAL) [RESERVERINGSLIJST] (RESERVATION Wanneer het apparaat 40 of 120 overdrachten afrondt, wordt een overdrachtenlogboek afgedrukt. LIST). Ontvangstlogboek (RECEPTION JOURNAL ) Wanneer het apparaat 40 of 120 ontvangsten afrondt, wordt een overdrachtenlogboek afgedrukt.
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Lijsten/rapporten Voorbeelden Verzendlogboek ID terminal Faxnummer afzender (Lijn1) Logboek (of lijst) ROM-versie met data en tijden van uitvoer TRANSMISSION JOURNAL XXXXXXXXXXX XXXX-XXX TIME : 05-10-2012 17:55 FAX NO.1 : 2131234567 NAME : Aaabbb L.A. FILE NO. DATE TIME DURATION DEPT...
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Ontvangstlogboek RECEPTION JOURNAL XXXXXXXXXXX XXXX-XXX TIME : 05-10-2012 17:55 FAX NO.1 : 2131234567 NAME : Aaabbb L.A. FILE NO. DATE TIME DURATION FROM DEPT MODE STATUS 05.10 14:23 00:00 Aaabbb USA HQ NG 00B1 05.10 17:20 00:32 3109998888 EC 603...
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Rapport postbus/postbus voor doorsturen MAILBOX/RELAY BOX REPORT TIME : 05-10-2012 18:00 FAX NO.1 : 2131234567 NAME : Aaabbb L.A. MAIL BOX BOX NO. BOX TYPE FILE NO. DATE TIME FROM 11222 BULLETIN BD 11231 CONFIDENTIAL 05.10 17:24 LOCAL RELAY BOX NO.
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Overdrachtenrapport (Transmission report) TRANSMISSION REPORT XXXXXXXXXXX XXXX-XXX TIME : 05-10-2012 17:55 FAX NO.1 : 2131234567 NAME : Aaabbb L.A. FILE NO. DATE TIME DURATION DEPT MODE STATUS 05.10 17:20 00:32 3109998888 EC 603 Vergeet niet • Raadpleeg voor in kolom “STATUS” weergegeven foutcodes de volgende paragraaf. Handleiding voor Probleemoplossing Multi-overdrachtenrapport (Multi transmission report) MULTI TRANSMISSION REPORT...
LIJSTEN EN RAPPORTEN AFDRUKKEN Rapport station voor doorsturen (Relay station report) RELAY STATION REPORT TIME : 05-10-2012 13:33 FAX NO.1 : 2131234567 NAME : Aaabbb L.A. FILE NO. : 734 DATE : 05.10 13:33 RELAY BOX : 777 DOCUMENT PAGES FROM : 214 Rapport ontvangst postbus (Mailbox reception report)
INSTELLING ITEMS ● INSTELLING ITEMS Stel voor elke instelling iets in en druk Gebruikersinstellingen daarna op [OK]. Faxinstellingen De initiële instellingen voor de faxoverdracht instellen. Druk op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER FUNCTIONS) op het bedieningspaneel. Druk op [FAX]. Druk op om van pagina te wisselen.
Pagina 62
INSTELLING ITEMS ORIGINELENMODUS (ORIGINAL MODE) selecteer de scanmodus op basis van het soort origineel. Vastlegging TTI AAN of UIT zetten. Om deze functie in te TEKST geschikt voor originelen met tekst en schakelen moet het ID van de terminal vooraf (TEXT): lijntekeningen.
INSTELLING ITEMS Druk op [FAX]. Beheerdersinstellingen Deze paragraaf beschrijft het door de beheerder beheerde menu Fax dat. Volg onderstaande procedures om het menu weer te geven dat bediend moet worden. Druk op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER FUNCTIONS) op het bedieningspaneel. Menu FAX wordt weergegeven.
Pagina 64
INSTELLING ITEMS Stel voor elke optie iets in en druk daarna op [OK]. • Er kunnen tot 20 tekens ingevoerd worden voor NAAM ID (ID NAME), maar of ze allemaal weergegeven kunnen worden, is afhankelijk van de grootte. • Wanneer een internationale code toegevoegd wordt, druk dan op [+].
Pagina 65
INSTELLING ITEMS Voorbeeld van een afdruk van de informatie van de afzender op papier De informatie van de afzender wordt ca. 5 mm vanaf de bovenrand van de verzonden kopie van het origineel afgedrukt. 05-10-2012 15:08 FROM-Aaabbb 1234567890 T-069 P0001/0001 F-049 Nummer bestand Aantal pagina's...
INSTELLING ITEMS Instellen van de initiële instelling ONTVANGSTMODUS (RX MODE) Instellen van de ontvangstmodus van de fax. AUTO: het apparaat zal inkomende faxen Het is mogelijk de initiële instellingen voor de faxoverdracht in automatisch ontvangen. te stellen. HANDM.: het apparaat zal inkomende faxen Druk op [INIT.
INSTELLING ITEMS Stel voor elke optie iets in en druk daarna op [OK]. VERKLEINEN (REDUCTION) Afdrukken verkleinen bij ontvangst kan AAN of UIT gezet worden. Als deze instelling AAN staat, wordt een origineel dat het afdrukgebied meer dan 10 mm overschrijdt, verkleind met 90% van het formaat van het origineel bij afdrukken.
INSTELLING ITEMS BEVEILIGD ONTVANGEN (SECURE Selecteer [SCHAKELKLOK] (WEEKLY SCHEDULE) of [AAN] (ENABLE) voor RECEIVE) BEVEILIGD ONTVANGEN]. Functie BEVEILIGD ONTVANGEN maakt het mogelijk ontvangen faxtaken op te slaan op het apparaat zonder ze af te drukken. Met deze functie kan het lekken van vertrouwelijke informatie uit een fax die ontvangen wordt als er niemand aanwezig is, zoals 's nachts of vrije dagen, of wanneer een onbekend aantal mensen het kantoor bezoekt, worden...
Pagina 69
INSTELLING ITEMS Selecteer [LIJN 1] (LINE 1). Druk op [NIEUW WACHTW. HERHALEN] (RETYPE NEW PASSWORD), voer nogmaals hetzelfde wachtwoord in en druk op [OK]. Druk op [NIEUW WACHTW.] (NEW PASSWORD). • Er kunnen tot 20 alfanumerieke tekens (inclusief de volgende symbolen) ingevoerd worden voor het wachtwoord.
Afdrukken kan verschillen van de hierboven getoonde afbeelding; dit is afhankelijk van de toepassingssoftware. • Om ontvangers aan te geven, worden deze met het Selecteer [TOSHIBA e-STUDIO Fax] als toetsenbord ingegeven of ze worden geselecteerd in apparaat en klik op [Voorkeuren] het adresboek.
Pagina 71
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Druk op [OK]. Waarschuwingen bij gebruik van optie [Gebruikersgegevens handmatig invoeren] (Enter the user credentials manually) Wanneer deze optie op deze apparatuur ingeschakeld is, wordt gevraagd een gebruikersnaam en wachtwoord in te geven voordat faxen verzonden worden. Wanneer onderstaand dialoogvenster verschijnt, voer dan een gebruikersnaam en wachtwoord in en klik daarna op [OK].
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Ontvangers invoeren met het Als getracht wordt een fax te verzenden zonder dat een LDAP- server is ingevoerd, zal dialoogvenster [LDAP-server toetsenbord aangeven] (Specify LDAP Server) verschijnen met de vraag deze informatie in te voeren. Ontvangers kunnen ingevoerd worden met het toetsenbord. Klik voor een ontvanger van een netwerkfax op [Faxnummer] (Fax number) en voer het faxnummer in het vak aan de rechterzijde...
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Klik op Klik, wanneer een faxnummer geselecteerd wordt nadat een contactpersoon uit de lijst met contactpersonen geselecteerd is, op [Fax selecteren] (Select Fax) en bij het selecteren van een e-mailadres op [E-mail selecteren] (Select Email). De ontvangers die voor “Aan” geselecteerd zijn, worden De geselecteerde ontvangers worden getoond onder weergegeven.
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Druk op [OK]. In menu [Bewerken] (Edit) kiezen voor [Zoeken] (Find). De Adresboekviewer wordt gesloten en de ontvangers die voor “Aan” geselecteerd zijn, worden weergegeven. Dialoogvenster [Contactpers. zoeken] (Find Contact) wordt weergegeven. Vergeet niet Een geregistreerde directoryservice •...
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Tabblad [Persoon] (Person) weergeven en Tabblad [Detailinstelling] (Detail setting) in de volgende vakken zoekreeksen weergeven, de zoekvoorwaarde instellen en invoeren. op [Toevoegen] (Add) klikken. Weergavenaam (Display Name) — om op Veld selecteren (Field Select)— selecteer een te weergavenaam te zoeken, wordt hier een zoekreeks doorzoeken item.
Pagina 76
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Klik op [Zoeken] (Search). Opmerking • Een contactpersoon waarvoor alleen een faxnummer geregistreerd is, kan niet weergegeven worden onder “Geselecteerd e-mail” en een contactpersoon waarvoor alleen een e-mailadres geregistreerd is, kan niet weergegeven worden onder “Geselecteerde fax”. Het is op de volgende manieren mogelijk een ontvanger te selecteren: Een contactpersoon selecteren door erop te...
EEN NETWERKFAX VERZENDEN Ontvangers verwijderen Het is mogelijk een ontvanger van de lijst “Aan” te verwijderen in de eigenschappen van het stuurprogramma van de netwerkfax. Selecteer een ontvanger en klik op [Verwijderen] (Remove). De geselecteerde ontvanger wordt verwijderd. - 77 -...
In tabblad [Lay-out] (Layout) kunnen het formaat en de oriëntatie van het papier ingesteld worden. Klik op [Start] en kies [Apparaten en printers]. Rechtsklik op [TOSHIBA e-STUDIO Fax] en selecteer [Afdrukvoorkeuren] (Printing preferences) of [Eigenschappen printer] (Printer properties) uit het contextmenu.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN 2) [Geavanceerd] (Advanced) 5) [SUB/WWD] Klik hierop om dialoogvenster [Geavanceerde optie] Klik hierop om dialoogvenster [SUB/WWD] weer te geven. (Advanced option) weer te geven. Het papierformaat van Er kunnen voor het ingevoerde faxnummer een subadres het document kan geselecteerd worden.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN 11) [Bewerken] (Edit) Klik hierop om dialoogvenster [Instellingen kaftblad] (Cover Sheet Settings) weer te geven. Er kunnen verschillende bewerkingen op het kaftblad dat in de instelling voor Kaftblad geselecteerd is, uitgevoerd worden, zoals het invoeren van een onderwerp of een bericht, of het wijzigen van het lettertype of de grootte ervan.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN 5) Referentienummer (Reference Number) Vink dit vakje aan om een referentienummer te hebben dat de fax identificeert, op het kaftblad te laten verschijnen. Voer de tekst van het referentienummer in het tekstvak in. 6) Informatie ontvanger (Recipient’s Information) Vink dit vakje aan om de informatie van de ontvanger op het kaftblad te laten verschijnen.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN Instellen van tabblad [Apparaatinstellingen (Device Settings) In tabblad [Apparaatinstellingen] (Device Settings) kunnen instellingen voor het bijwerken van het stuurprogramma voor de netwerkfax gewijzigd worden en kan softwareversie van het stuurprogramma weergegeven worden. Opmerking • Vraag de beheerder om gegevens over de voor de MFP geconfigureerde instellingen.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN LDAP-servers instellen (Setting up 4) Gebruikersgegevens handmatig invoeren Wanneer dit selectievakje aangevinkt is, wordt elke keer LDAP Servers) dat er een fax verzonden wordt, gevraagd om invoer van gebruikersnaam en wachtwoord. Dialoogvenster [LDAP-serverinstellingen] (LDAP Server Deze optie is beschikbaar wanneer een van de opties Settings) maakt het mogelijk LDAP-servers te registreren.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN • Omdat de functie voor het egaliseren van beelden niet Verzenden met uitgebreide werkt voor afbeeldingen die opgeslagen zijn in map “FILE_SHARE”, zal de afdrukkwaliteit ervan afwijken faxfunctionaliteit van de normale kwaliteit van faxbeelden. Het netwerkfaxstuurprogramma maakt het mogelijk de Uitgestelde verzending volgende functies uit te voeren.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN Geef de andere opties voor het verzenden Voer in vak [Koptekst] (Header text) een kop van een document in en klik op [OK]. voor het kaftblad in. Klik op [OK] (of [Afdrukken] (Print)) om een document naar dit apparaat te verzenden.
Pagina 86
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN Als er een bericht op het kaftblad Naam (name) — vink dit vakje aan om de naam van de ontvanger op het kaftblad te laten verschijnen. opgenomen moet worden, vink dan Bedrijf (company) — vink dit vakje aan om de naam het selectievakje [Bericht] (Message) aan en bedrijf van de ontvanger op het kaftblad te laten voer het bericht in het tekstvak in.
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN Selecteer de positie van het Dialoogvenster [Lettertype] wordt gesloten en de instellingen voor het geselecteerde gedeelte worden afbeeldingsbestand. bepaald. Vergeet niet • Als het lettertype voor andere gedeelten gewijzigd moet worden, herhaal dan de stappen zoals onder 8 vermeld.
NUTTIGE FUNCTIES ● NUTTIGE FUNCTIES Kleurenmodus aangeven Scaninstellingen wijzigen Stel de kleurenmodus in die het best past bij de scantaak; kies uit de volgende opties: “Scaninstellingen” zijn instellingen die vaak toegepast worden op de functies “scannen naar e-Filing”, “scannen naar bestand”, “scannen naar e-mail”...
NUTTIGE FUNCTIES De oriëntatie wijzigen • Bij “scannen naar bestand”, “scannen naar e-mail” of “scannen naar USB” is de instelling voor resolutie niet beschikbaar als [KLEINE PDF] (SLIM PDF) geselecteerd is Met de instelling voor roteren kan de oriëntatie van scans als instelling voor bestandsformaat.
NUTTIGE FUNCTIES Compressieratio wijzigen Het is mogelijk de compressieratio voor gescande beeldgegevens in te stellen. In het algemeen geldt: hoe hoger de compressieratio, hoe lager de beeldkwaliteit. Kies uit de volgende opties: [ENKEL] (SINGLE) — kies deze optie om alleen de voorzijde van de originelen te scannen.
NUTTIGE FUNCTIES BEREIK AANPASSEN (RANGE ADJUSTMENT) — gebruik om de juiste gevoeligheid te kiezen uit 7 niveaus om de grens tussen beeld en buitenste rand te detecteren. Hoe hoger het niveau, hoe meer gebied er gewist zal worden. Vergeet niet •...
NUTTIGE FUNCTIES Opmerking Opmerking • Deze instelling voor contract is alleen beschikbaar wanneer • De pagina die in de bovenstaande afbeelding getoond als instelling voor kleurenmodus [KLEUR] (FULL COLOR) wordt, is alleen beschikbaar wanneer als instelling voor of [AUTO KLEUR] (AUTO COLOR) geselecteerd is. kleurenmodus [KLEUR] (FULL COLOR) of [AUTO KLEUR] (AUTO COLOR) geselecteerd is.
NUTTIGE FUNCTIES — druk op deze knop om een pagina van de scan weer te geven die het gehele voorbeeldvenster vult. — druk op deze knop om een pagina van de scan weer te geven die de breedte van het voorbeeldvenster vult.
NUTTIGE FUNCTIES Een e-mailadres invoeren Druk op [OK]. Druk op [INVOER @] (INPUT @). Vergeet niet • Voordat op [OK] gedrukt wordt, kunnen aanvullende e- Het toetsenbord op scherm verschijnt. mailadressen ingevoerd worden. Voer een e-mailadres in met behulp van het •...
NUTTIGE FUNCTIES Druk op [OK]. Opmerking • Voordat op [OK] gedrukt wordt, kunnen aanvullende e- mailadressen ingevoerd worden. • Als de aangegeven e-mailadressen bekeken of verwijderd moeten worden, druk dan op [BESTEMMING] (DESTINATION). P.104 "Aangegeven e-mailadressen bekijken/ verwijderen" Het adresboek doorzoeken op ID-nummers Druk op [BEKEND ID].
NUTTIGE FUNCTIES Druk op voor de gewenste Vergeet niet contactpersoon en druk daarna op [OK]. • Voordat op [OK] gedrukt wordt, kunnen aanvullende e- mailadressen ingevoerd worden. • Als de aangegeven e-mailadressen bekeken of verwijderd moeten worden, druk dan op [BESTEMMING] (DESTINATION).
Pagina 101
NUTTIGE FUNCTIES Druk op [ZOEK]. Druk op voor de gewenste contactpersoon en druk daarna op [OK]. Scherm ADRES ZOEKEN verschijnt. • Ga voor scannen naar e-mail door naar stap 5. Selecteer de naam van de directoryservice • Voor internetfaxen worden de e-mailadressen die doorzocht moet worden in de LOCATIE aangegeven.
NUTTIGE FUNCTIES Groepen selecteren De zoekopdracht voor groepen verfijnen Druk op [GROEP] (GROUP) om tabblad Klik in het vervolgkeuzemenu en selecteer [GROEP] weer te geven. de weer te geven letters. 1) Klik in het vervolgkeuzemenu. 2) Selecteer de weer te geven letters. Selecteer de gewenste groep(en).
NUTTIGE FUNCTIES Groepen zoeken op ID-nummer Selecteer de gewenste groep. Druk aan het eind op [OK] voor scannen naar e-mail. Druk op [GROEP] (GROUP) om tabblad [GROEP] weer te geven. Vergeet niet • Om de e-mailadressen die in een groep vastgelegd Druk op [BEKEND ID].
NUTTIGE FUNCTIES Druk op [GROEP NAAM] (GROUP NAME) en Druk op [OK]. voer een zoekreeks voor de gewenste groepsnaam in. Druk als laatste op [ZOEKEN] (SEARCH). Vergeet niet • Om de e-mailadressen die in een groep vastgelegd zijn, te bekijken, wordt op [INHOUD] (CONTENTS) Wanneer op [GROEP NAAM] gedrukt wordt, verschijnt er gedrukt.
NUTTIGE FUNCTIES Om een e-mailadres, contactpersoon en/of [e-FILING] — de scans worden opgeslagen in de e- Filing-boxen. groep uit de lijst te verwijderen wordt de te [BESTAND] (FILE) — de scans worden opgeslagen als verwijderen keuze geselecteerd en daarna bestanden in de gedeelde map van het apparaat of een op [VERWIJDEREN] (DELETE) gedrukt.
NUTTIGE FUNCTIES • Functie WS-scannen kan niet tegelijk met andere PDF-bestanden coderen scanfuncties geselecteerd worden. Vergeet niet Met “scannen naar bestand”, “scannen naar e-mail” en “scannen naar USB” is het mogelijk PDF-bestanden te coderen • Om de scanfuncties te wissen wordt er één wanneer in onderstaande procedure voor [PDF] gekozen wordt geselecteerd en dan op [FUNCTIE WISSEN] als bestandsformaat.
Pagina 107
NUTTIGE FUNCTIES Toets de volgende items in of selecteer • Instelling (Authority) [Afdrukken] (PRINT) — druk op deze toets om deze; druk daarna op [OK]. gebruikers toe te staan PDF-bestanden af te drukken. [CHANGE] (WIJZIGEN) — druk op deze toets om gebruikers toe te staan PDF-bestanden te converteren en te bewerken.
ANDERE SCANMETHODEN ● ANDERE SCANMETHODEN Afbeeldingen scannen met het Afbeeldingen scannen met het WIA- scanstuurprogramma op afstand stuurprogramma Eén van de scanstuurprogramma's die op de DVD met client- De DVD met client-hulpprogramma's/gebruikersdocumentatie hulpprogramma's/gebruikersdocumentatie staat is het omvat ook het WIA-stuurprogramma voor gebruikers van scanstuurprogramma op afstand.
INTERNETFAX ● INTERNETFAX Voorzorgsmaatregelen voor overdrachten via internetfax Internetfax werkt hetzelfde als e-mails en kan voor dezelfde problemen zorgen als e-mail, tenzij men begrijpt hoe het werkt. Voordat functie Internetfax gebruikt wordt, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen gelezen en begrepen worden: •...
INTERNETFAX Druk in tabblad [ADRES] (ADDRESS) op 10) [VERZENDEN] (SEND) Druk op deze toets om een kopie van het document die op [OPTIE] (OPTION). het apparaat staat, te verzenden. 11) [OPSLAG] (STORAGE) Druk op deze knop om zowel een kopie van het document te verzenden als de verzonden gegevens op te slaan op de harde schijf van het apparaat.
INTERNETFAX Geef de e-mailadressen waarnaar • ORIGINEELFORMAAT Druk op de toets voor het betreffende origineelformaat. verzonden moet worden, aan en druk dan Druk op [AUTO] om het apparaat automatisch het op [VERZENDEN] (SEND) of toets [START]. origineelformaat in te laten stellen. Opmerking •...
INTERNETFAX Verzonden gegevens opslaan als Vergeet niet bestand (internetfax en bestand) • Als het opslaan van gegevens naar een netwerkmap ingeschakeld is door de beheerder, kunnen onder [MFP LOKAAL] 2 bestemmingen worden gekozen Bij het verzenden van een internetfax is het ook mogelijk de voor bestanden, [REMOTE 1] en [REMOTE 2].
Pagina 113
INTERNETFAX • [SERVERNAAM] (SERVER NAME) (alleen voor FTP, • [OPDRACHTPOORT] (COMMAND PORT) (alleen voor NetWare IPX, NetWare IP en FTPS) FTP en FTPS) Bij een selectie van [FTP]: Geef een voor opdrachtuitvoering te gebruiken Voer het IP-adres van de FTP-server in. Om de gegevens poortnummer in.
INTERNETFAX - Windows 8 Opmerking - Windows Server 2008 SP1 of hogere versies • Om originelen van formaat A4 of LT in de automatische - Windows XP SP2 of hogere versies met .NET dubbelzijdige documentinvoer in te stellen, moeten deze Framework 3.0 geïnstalleerd staand geplaatst worden.
INTERNETFAX Selecteer als type origineel [BOEK] (BOOK) Reservering prioriteit instellen of [KALENDER] (TABLET) en druk dan op [OK]. Druk op [GEAVANCEERD] (ADVANCED) om tabblad [GEAVANCEERD] weer te geven. Druk op [ADRES] (ADDRESS) om terug te keren naar tabblad [ADRES]. Druk op [PRIORITEIT VERZENDING] (PRIORITY RESERVE).
INTERNETFAX Druk op [ADRES] (ADDRESS) om terug te Internetfaxen handmatig ontvangen keren naar tabblad [ADRES]. Druk op het bedieningspaneel op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER FUNCTIONS). Ga door met de bewerking voor internetfaxen. P.110 "Internetfaxen verzenden" Druk in tabblad [GEBRUIKER] (USER) op [E-MAIL CONTROLEREN] (CHECK E-MAIL).
INTERNETFAX Taakstatus internetfax bekijken Verzendlog voor internetfaxtaken bekijken Druk op het bedieningspaneel op [TAAKSTATUS] > [TAAK] > [FAX] (JOB STATUS > JOBS > FAX) voor een lijst van taken Het overdrachtsverslag van internetfaxtaken kan weergegeven voor internetfax, traditionele fax en netwerkfax die gaande zijn worden in scherm VERZENDLOG (SEND LOG).
INTERNETFAX Ontvangstlog voor internetfaxtaken bekijken De vastlegging van ontvangen internetfaxtaken kan weergegeven worden in scherm ONTVANGSTLOG (RECEIVE LOG). Druk op [TAAKSTATUS] > [LOG] > [ONTVANGEN] (JOB STATUS > LOG > RECEIVE) om het overzicht op het aanraakscherm weer te geven. In scherm ONTVANGSTLOG (RECEIVE LOG) kan van elke taak het bestandsnummer (chronologische taakvolgorde) e-mailadres of faxnummer afzender, datum en tijd, aantal...
SJABLONEN ● SJABLONEN Gebruik van “Praktische sjablonen” Sjablonen Dit multifunctionele systeem beschikt over 12 standaardsjablonen, die direct gebruikt kunnen worden. Deze U kunt een sjabloon aanmaken met meerdere functies die zijn vastgelegd onder groepsnummer 001 “Praktische vaak worden gebruikt zodat deze desgewenst kan worden sjablonen”.
Pagina 121
SJABLONEN Toets Functie Sjablonen met scanfuncties Modus voor originelen: TEKST/ Toets Functie FOTO Origineel: enkelzijdig Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 1 Kleurinstelling: KLEUR enkelzijdig Modus voor originelen: TEKST Bewerken-functie: Dubbele Opslagmethode: opgeslagen in pagina de gedeelde map van dit Opslagmethode: opgeslagen in multifunctionele systeem als een de e-Filing-box (openbare box) PDF-bestand (multi) met hoge...
SJABLONEN Selecteer de openbare sjabloongroep. Sjablonen vastleggen 1) Druk op tabblad [REGISTRATIE] (REGISTRATION). 2) Druk op [OPENBARE SJABLOONGROEP]. 3) Druk op [OPENEN]. Sjablonen moeten worden vastgelegd in de “openbare sjabloongroep” of in de “privégroepen”. U kunt een wachtwoord instellen om het gebruik van vastgelegde sjablonen te beperken.
SJABLONEN Selecteer een sjabloon. 3) Druk op [OK]. 1) Druk op een lege toets. 2) Druk op [OPSLAAN]. Opmerking • De onderstaande tekens mogen niet gebruikt worden. Tussen menu's schakelen ' \ % & < > [ ] Druk op AUTOMATISCHE START: Druk op [AAN] wanneer u de Voer de benodigde gegevens over de uitvoering van de ingestelde functies onmiddellijk na...
SJABLONEN Een nieuwe privégroep aanmaken GEBR.NAAM: Voer zo nodig de naam van de groepseigenaar in. Wanneer hierop gedrukt wordt, verschijnt het toetsenbord op scherm. Toets maximaal Druk op [SJABLOON] op het 30 tekens in. aanraakscherm. WACHTWOORD: Geef hier een wachtwoord in als u het weergeven van de groep of het registreren van sjablonen in de groep met een wachtwoord wilt beveiligen.
SJABLONEN Druk op [SJABLOON] op het Registreer een sjabloon zoals beschreven aanraakscherm. in stap 6 en 7 op "Sjablonen in de openbare sjabloongroep registreren" ( P.122). Sjablonen oproepen Wanneer u een sjabloon oproept, worden de daarin ingestelde functies automatisch geactiveerd. Als de automatische startfunctie is ingeschakeld, start het multifunctionele systeem de uitvoering van elke functie automatisch wanneer u de toets voor de betreffende sjabloon indrukt.
SJABLONEN Toets het wachtwoord in wanneer de Toets het wachtwoord voor de privégroep geselecteerd is. (Als er geen geselecteerde sjabloon in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 6.) stap 8.) 1) Druk op [WACHTWOORD] en toets het 1) Druk op [WACHTWOORD] en toets het...
SJABLONEN Gegevens van privégroep wijzigen Sjabloongegevens wijzigen Selecteer de gewenste groep in het Selecteer in het sjabloonmenu de groep sjabloonmenu. waarin de gewenste sjabloon vastgelegd is. 1) Druk op tabblad [REGISTRATIE] (REGISTRATION). 1) Druk op tabblad [REGISTRATIE] (REGISTRATION). 2) Selecteer de gewenste groep door op de toets 2) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 ervan te drukken of het groepsnummer ervan...
SJABLONEN Privégroepen verwijderen Selecteer de gewenste sjabloon. 1) Druk op de toets van de betreffende sjabloon. 2) Druk op [BEWERKEN]. Selecteer de gewenste privégroep in het sjabloonmenu. 1) Druk op tabblad [REGISTRATIE] (REGISTRATION). 2) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen.
SJABLONEN Sjablonen verwijderen Selecteer de gewenste sjabloon. 1) Druk op de toets van de gewenste sjabloon. 2) Druk op [ANNULEREN]. Selecteer in het sjabloonmenu de groep waarin de gewenste sjabloon vastgelegd is. 1) Druk op tabblad [REGISTRATIE] (REGISTRATION). 2) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen.
SJABLONEN GEBRUIKEN ● SJABLONEN GEBRUIKEN Scansjablonen registreren Na het registreren van een sjabloon is het eenvoudig scanbewerkingen uit te voeren door een set voorkeursinstellingen voor scannen op te roepen. Afhankelijk van het doel kunnen sjablonen ofwel naar de openbare of naar een privésjabloongroep worden geregistreerd.
Pagina 131
SJABLONEN GEBRUIKEN Scansjablonen registreren Druk op [REGISTRATIE] (REGISTRATION) om tabblad [REGISTRATIE] weer te geven. Druk op het bedieningspaneel op toets [SCAN] voor toegang tot menu SCAN. Selecteer [OPENBARE SJABLOONGROEP] (PUBLIC TEMPLATE GROUP) of een van de Selecteer een scanfunctie en zorg ervoor toetsen voor privésjabloongroepen en druk dat de instellingen zijn zoals gewenst.
SJABLONEN GEBRUIKEN Druk op [OK]. Het toetsenbord op scherm verschijnt. Voer het beheerderswachtwoord in met het toetsenbord en de digitale toetsen en druk op [OK]. De sjabloontoetsen voor de betreffende groep worden weergegeven. Selecteer een lege sjabloontoets en druk vervolgens op [OPSLAAN] (SAVE). De sjabloontoetsen voor de betreffende groep worden weergegeven.
SJABLONEN GEBRUIKEN • pictogram verschijnt op een sjabloon die alleen voor Opmerking metascannen gecreëerd is. Het kan nodig zijn diverse • De volgende symbolen mogen niet gebruikt worden in informatie in te voeren voordat een metascan uitgevoerd [NAAM 1] en [NAAM 2]: kan worden, afhankelijk van de instellingen van de sjabloon.
Pagina 134
SJABLONEN GEBRUIKEN Scansjablonen gebruiken Vergeet niet • Als de gewenste sjabloongroep niet weergegeven Plaats het/de origine(e)l(en). wordt, gebruik dan om tussen pagina's te wisselen. Druk op het bedieningspaneel op toets [SCAN] voor toegang tot menu SCAN. Druk op [WACHTWOORD]. Druk op het bedieningspaneel op Voer in het hiervoor bestemde [SJABLOON] (TEMPLATE) om menu invoerscherm het beheerderswachtwoord...
SJABLONEN GEBRUIKEN Selecteer de te gebruiken sjabloon. Druk op [OK]. • Als een sjabloon zonder wachtwoord gekozen wordt, Als een sjabloon gekozen wordt, waarvoor functie waarvoor functie automatisch starten ingeschakeld is automatisch starten ingeschakeld is (er wordt (er wordt weergegeven op de toets), dan zal het weergegeven op de toets), dan zal het apparaat apparaat automatisch beginnen met het scannen.
Pagina 136
SJABLONEN GEBRUIKEN Druk op [SCAN]. • Als het aantal taken dat wacht op het opslaan van scans op de harde schijf van het apparaat meer bedraagt dan 20, verschijnt een bericht dat aangeeft dat het geheugen van het apparaat vol is. In dit geval moet even gewacht worden tot er weer geheugen beschikbaar is, of moeten onnodige taken uit [TAAKSTATUS] (JOB STATUS) verwijderd worden.
Pagina 137
SJABLONEN GEBRUIKEN Selecteer in tabblad [OPROEPEN] Druk op [OK]. (RECALL) een groep die de te gebruiken sjabloon bevat. De sjabloontoetsen voor de betreffende groep worden weergegeven. • Als een privésjabloongroep gekozen is, waarvoor een Selecteer een voor "SCANNEN NAAR wachtwoord ingesteld is, verschijnt het scherm voor E-MAIL"...
SJABLONEN GEBRUIKEN Voer in het hiervoor bestemde Opmerking invoerscherm het wachtwoord van de • Wanneer op een toets gedrukt wordt verschijnt er een sjabloon in met het toetsenbord en de toetsenbord op scherm. Voer een item in met behulp digitale toetsen en druk op [OK]. van het toetsenbord en de digitale toetsen en druk op [OK] om het ingevoerde in te stellen.
Pagina 139
SJABLONEN GEBRUIKEN • Wanneer de tijdelijke werkruimte op de harde schijf van het apparaat vol is, verschijnt er een bericht en wordt de taak geannuleerd. De beschikbare werkruimte is te zien in tabblad [Apparaat] (Device) in TopAccess. • Als het aantal taken dat wacht op het opslaan van scans op de harde schijf van het apparaat meer bedraagt dan 20, verschijnt een bericht dat aangeeft dat het geheugen van het apparaat vol is.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) ● ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) P.147 "LIJST (LIST)" Toegang tot menu Gebruiker Volg onderstaande stappen voor toegang tot menu GEBR. FUNCTIES (USER FUNCTIONS) in scherm GEBR. P.148 "PAPIERLADE" FUNCTIES (USER FUNCTIONS). Druk op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER FUNCTIONS) op het bedieningspaneel om naar menu GEBR.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Omgekeerde weergave instellen ALGEMEEN (GENERAL) Het is mogelijk het aanraakpaneel omgekeerd (geïnverteerd) weer te geven wanneer de normale weergave te helder is, of U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) wanneer de weergave duidelijker moet zijn. voor het multifunctionele systeem wijzigen. Druk op [AAN] om het Reversed Display in te schakelen of [UIT] om het Reversed Display uit te schakelen.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) KOPIËREN (COPY) U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van kopieeropdrachten wijzigen. Vergeet niet • Het aantal pagina's en opties dat in scherm KOPIËREN weergegeven wordt, verschilt, afhankelijk van het model. • Raadpleeg voor instructies over hoe scherm KOPIËREN weer te geven de volgende pagina: P.141 "Toegang tot menu Gebruiker"...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) FAXEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van fax- en internetfaxopdrachten wijzigen. Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn. Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, kunnen alleen [RESOLUTION], [ORIGINAL MODE], [EXPOSURE], [PREVIEW SETTING] en [INITIAL PREVIEW TYPE] ingesteld worden. Vergeet niet •...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) SCANNEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van scanopdrachten wijzigen. Vergeet niet • Afhankelijk van het model is [SCAN] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit geïnstalleerd zijn. • Raadpleeg voor instructies over hoe scherm SCAN weer te geven de volgende pagina: P.141 "Toegang tot menu Gebruiker"...
Pagina 146
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Naam item Omschrijving ZWART/ Kies de belichting voor het scannen van zwart-witoriginelen in modus Auto kleur. WITAANPASSING Hoe hoger de belichting wordt ingesteld, door op te drukken, hoe lichter scans van zwart-wit in een VOOR STANDAARD origineel zullen zijn. (B/W ADJUSTMENT FOR STANDARD) Hoe lager de belichting wordt ingesteld, door op...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) LIJST (LIST) U kunt onderstaande lijsten afdrukken. Vergeet niet • Raadpleeg voor instructies over hoe scherm LIJST weer te geven de volgende pagina: P.141 "Toegang tot menu Gebruiker" Naam item Omschrijving ADRESBOEK druk op deze knop om de ADRESBOEKINFORMATIE af te drukken die alle geregistreerde (ADDRESS BOOK) contactpersonen in het multifunctionele systeem weergeeft.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Druk op het gedeelte in de afbeelding dat PAPIERLADE overeenkomt met de papierlade waarvan de papiersoort gewijzigd moet worden, druk op de toets voor de gewenste papiersoort Papierformaat en -type zijn voor elke papierlade in te stellen. en vervolgens op [OK] om de instellingen Vergeet niet op te slaan.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen beheren in het Contactpersonen registreren via de GEBR. FUNCTIES (USER FUNCTIONS) met toets adresboek [ADRES] (ADDRESS) Contactpersonen die in het adresboek opgenomen zijn, kunnen bijvoorbeeld weergegeven worden vanuit het scherm Druk op een niet gebruikte toets om een dat weergegeven wordt wanneer op het bedieningspaneel op nieuwe contactpersoon te registreren en knop [FAXEN] gedrukt wordt.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Druk op [OK] om de contactpersoon te Naam item Omschrijving registreren. FAXNR. (FAX NO.) druk op deze toets om het faxnummer van de contactpersoon in te voeren. Er kunnen tot 128 cijfers ingegeven worden. 2de FAX druk op deze toets om een tweede (2ND FAX) faxnummer voor de contactpersoon in te voeren.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Selecteer de opdracht die het faxnummer of Druk op [OK] om de contactpersoon te het e-mailadres bevat dat u wilt registreren registreren. in het adresboek en druk op [TOEGANG]. De contactpersoon wordt geregistreerd in het adresboek. Opmerking Contactpersonen bewerken of •...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen zoeken Voor het zoeken naar contactpersonen in het adresboek zijn de volgende twee methoden beschikbaar. Deze functie is nuttig bij het zoeken naar bepaalde contactpersonen. P.152 "Contactpersonen zoeken op ID-nummer" P.153 "Contactpersonen zoeken door een zoekreeks in te voeren"...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Voer de zoekreeks in en druk op [OK]. Raadpleeg voor instructies om de contactpersoon te bewerken of te verwijderen de volgende pagina: Specificeer de zoekreeks in de items die u P.151 "Contactpersonen bewerken of verwijderen" nodig hebt en druk op [ZOEK]. Contactpersonen zoeken door een zoekreeks in te voeren Druk in scherm ADRES BOEK op [ZOEK].
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Druk op [GROEP NAAM]. Opmerking • Eén faxnummer of één e-mailadres telt als één bestemming. Als u zodoende een contactpersoon selecteert die zowel faxnummer als e-mailadres bevat, telt dit als twee bestemmingen in de groep. • Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) De nieuwe groep wordt gecreëerd en weergegeven op het aanraakscherm. Druk op [OK] om de groep te verwijderen. Druk op [GROEP NAAM]. Groepen bewerken of verwijderen Het is mogelijk groepen die in het adresboek geregistreerd staan, te bewerken en te verwijderen; ook is het mogelijk contactpersonen aan groepen toe te voegen en ze eruit te verwijderen.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen toevoegen of verwijderen Scherm CONTROLE GROEPSLEDEN (CHECK OF GROUP MEMBER) wordt weergegeven. • Als u de leden van de groep niet wilt wijzigen, ga dan Om een contactpersoon aan de groep toe te naar de volgende stap. voegen, wordt op een niet-gemarkeerde •...
Pagina 157
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Voer het ID-nummer in met behulp van de Contactpersonen toevoegen door te zoeken digitale toetsen en druk op [OK]. met een zoekreeks Druk in scherm Testen van groepsleden op [ZOEK]. Het aanraakscherm geeft de gevonden contactpersonen weer. Om een contactpersoon aan de groep toe te Scherm ADRES ZOEKEN (ADDRESS SEARCH) wordt voegen, wordt op de contactpersoon...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Groepen zoeken Specificeer de zoekreeks in de items die u nodig hebt en druk op [ZOEK]. De volgende twee methodes kunnen worden gebruikt om contactpersonen in het adresboek te zoeken. Deze functie is nuttig bij het zoeken naar bepaalde groepen. P.158 "Groepen zoeken op ID-nummer"...
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Zoeken naar groepen op groepsnaam Het aanraakscherm geeft de gevonden groepen weer. Druk op de gewenste groep en op [OK] om de groepsinformatie te Druk in scherm ADRES BOEK op [ZOEK]. bewerken. Scherm GROEP ZOEKEN (GROUP SEARCH) wordt weergegeven.
ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Het programma keert terug naar menuscherm E-MAIL CONTROLEREN GEBRUIKER (USER). Vergeet niet Met deze functie kunt u controleren op nieuwe e-mails (internetfaxen) op de POP3-server. Als er een nieuwe e-mail • Wanneer u op [OUD WACHTWOORD], [NW. ontvangen wordt op de POP3-server, print het multifunctionele WACHTWOORD] of [HERH.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) ● ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Ga verder met de gewenste administratieve Toegang tot menu Beheerder bewerking. Wanneer in menu BEHEERDER (ADMIN) (1/2) op Volg onderstaande stappen om menu BEHEERDER (ADMIN) gedrukt wordt, zal menu BEHEERDER (ADMIN) (2/2) weer te geven in scherm GEBR.FUNCTIES (USER weergegeven worden.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) P.193 "E-MAIL" ALGEMEEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) voor het multifunctionele systeem wijzigen. P.194 "INTERNETFAX" Vergeet niet Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Algemeen weer te geven de volgende pagina: P.195 "BEVEILIGING" P.141 "Toegang tot menu Gebruiker" Wanneer in menu ALGEMEEN (GENERAL) (1/2) op gedrukt wordt, zal menu ALGEMEEN (GENERAL) (2/2) P.199 "LIJST/RAPPORT (LIST/...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) P.165 "De klok instellen" P.178 "De afdrukaanpassing instellen" P.166 "Energiebesparende standen P.179 "De scanaanpassing instellen" instellen" P.167 "Instellen van het P.179 "Instellen van de pop- kalibratieweergaveniveau" upberichten" P.168 "De kalibratie instellen" Opmerking • De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) De kennisgeving instellen U kunt de kennisgevingsmail instellen om een bericht te sturen wanneer zich bepaalde gebeurtenissen voordoen op het apparaat, zoals toner op, papier op en serviceleverancier bellen. U kunt tot drie e-mailadressen specificeren als bestemming van het kennisgevingsbericht.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [OUD WACHTWOORD]. Opmerking • Voer een beheerderswachtwoord in van 6 tot 64 tekens. U kunt alfanumerieke karakters en de volgende symbolen gebruiken. ! # $ ( ) * + , - . / : ; = ? @ \ ^ _ ` { | } ~ De klok instellen U kunt de klok die in het multifunctionele systeem ingebouwd is, aanpassen door met de digitale toetsen de datum en tijd in...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op de toets van de gewenste Opmerking datumweergave. • Op het Europese model worden de toetsen [AUTOMATISCHE SPAARSTAND] (AUTO POWERSAVE) en [AUTOMATISCHE SLAAPSTAND] (AUTO SLEEP) geen van beide weergegeven. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om de standaardinstelling van elk van de toetsen te wijzigen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de volgende items naar wens en •Voer in de velden [AAN] en [UIT] dezelfde tijd in om het apparaat de hele dag in de slaapstand te laten voltooi de instelling. staan. Naam item Omschrijving Voorbeeld: als zowel in veld [AAN] (ON) als veld [UIT] (OFF) “0:00”...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Selecteer de instellingen voor kalibratie. De relevante toets ([KALIBRATIE] (CALIBRATION)) verschijnt ofwel alleen onder menu BEHEERDER (ADMIN) of onder de Naam item Omschrijving menu's voor zowel GEBRUIKER als BEHEERDER. STANDAARD Druk op deze knop om de Naam item Omschrijving (DEFAULT) standaardinstellingen voor kalibratie...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) De automatische wisfunctie instellen Druk nadat u de productinformatie heeft bevestigd op [SLUITEN]. Het is mogelijk in te stellen hoeveel tijd het multifunctionele systeem wacht tot de voorgaande bewerking die niet afgerond is op het bedieningspaneel gewist wordt. Druk op de gewenste tijdsperiode (in seconden).
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Scherm EEN BESTAND SELECTEREN (SELECT A Opmerking FILE) wordt weergegeven. • Als de installatie mislukt, dan verschijnt het bericht "De Selecteer de optie die u wilt installeren en installatie is mislukt. Wilt u het opnieuw proberen?” in druk vervolgens op [INSTALLEER].
Pagina 171
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Toevoegen van een taal Druk op [JA]. Druk in scherm TALEN op [INSTALLEREN] (INSTALL). De installatie wordt gestart. Opmerking • Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de Scherm INSTALLATIE LOKALISATIEPAKKET gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB- (LOCALIZATION PACK INSTALLATION) wordt opslagapparaat tijdens de gegevensoverdracht uit het weergegeven.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Verwijderen van een taal Naast de geselecteerde standaardtaal verschijnt een vinkje Selecteer in scherm TALEN het te verwijderen taalpakket en druk op [VERWIJDEREN] (DELETE). Druk op [OK]. Het scherm voor bevestiging van de verwijdering wordt weergegeven. Opmerking •...
Pagina 173
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [INSTALLEREN] (INSTALL). Selecteer het te installeren bestand en druk vervolgens op [INSTALLEREN] (INSTALL). Er verschijnt een bericht voor plaatsen van het USB- Het scherm voor bevestigen van de installatie wordt opslagapparaat. weergegeven. Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop de Druk op [JA].
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Koppel het USB-opslagapparaat, als de Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop de installatie voltooid is, los van de USB-poort duplicaatbestanden zijn opgeslagen, aan van het apparaat en druk op [OK] om het op de USB-poort van het apparaat en druk apparaat opnieuw op te starten.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [WACHTWOORD]. Opmerking • Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB- opslagapparaat tijdens de gegevensoverdracht uit het systeem wordt verwijderd, dan kunnen de gegevens op het opslagapparaat beschadigd raken of kan een storing optreden op het apparaat.
Pagina 176
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Sluit een USB-opslagapparaat aan en 4) Druk op [OPSLAAN]. selecteer de te kopiëren gegevens. Druk vervolgens op [OPSLAAN] (SAVE). Het aanmaken van de kloonbestanden wordt gestart. Vergeet niet Scherm OPSLAAN ALS (SAVE AS) wordt weergegeven. • Wanneer u op [Bestandsn.], [WACHTWOORD] of [HERH.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-poort van het multifunctionele systeem. De schermkalibratie instellen Het is mogelijk de positie van elke knop aan te passen wanneer het juist indrukken van de knoppen op het aanraakscherm moeilijk wordt. In het kalibratiescherm voor het paneel wordt het midden van het +-teken aangeraakt met een stylus door het bericht dat op het aanraakpaneel wordt getoond, te volgen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) De indeling van het toetsenbord De afdrukaanpassing instellen wijzigen Gebruik deze functie voor het instellen of aanpassen van de afdrukkwaliteit in details. Het is mogelijk de indeling van het toetsenbord op scherm te vervangen door een andere. Druk in menu [AANPASSING AFDRUKKEN] Kies in scherm TOETSENBORD-LAYOUT de gewenste lay- (PRINT ADJUSTMENT) op de gewenste...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Instellen van de pop-upberichten Naam item Omschrijving REINIGEN DRUM Selecteert of de bediening voor Het is mogelijk in te stellen of er wel of niet een bericht moet (DRUM het reinigen van de drum worden getoond waarin de gebruiker gevraagd wordt of hij of CLEANING) ingeschakeld woord voor het zij door wil gaan met afdrukken na het verhelpen van een...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv4) NETWERK U kunt het TCP/IP-protocol instellen dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de meeste netwerksystemen. Bij gebruik van Het is mogelijk diverse netwerkfuncties in te stellen. webgebaseerde hulpmiddelen als TopAccess en e-Filing, of netwerkfuncties van het multifunctionele systeem zoals Vergeet niet afdrukken, scannen of internetfasen via het netwerk is het...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Naam item Omschrijving Naam item Omschrijving IP-ADRES Druk op [IP ADRES] en voer het IP- SUBNETMASKER adres van dit apparaat in met behulp ADRESMODUS • DYNAMISCH (DYNAMIC) GATEWAY van de digitale toetsen. (wanneer TCP/IP wordt ingesteld Voer het subnetmasker en de default door Automatische IP-adressering gateway naar wens in.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv6) Het IPv6-protocol handmatig instellen U kunt het TCP/IP v6-protocol instellen. Geef in het IPv6-scherm de volgende items naar wens in en druk op Bij het instellen van IPv6 is het mogelijk het IPv6-protocol voor het apparaat in of uit te schakelen en het IPv6-adres bijvoorbeeld in te stellen door de toewijzingsmodus te kiezen.
Pagina 183
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de volgende items naar wens en Het IPv6-protocol automatisch instellen (in een druk op 'stateless' netwerkomgeving) Geef in het IPv6-scherm de volgende items naar wens in en druk op Naam item Omschrijving DHCP Selecteer of de optionele INSCHAKELEN informatie wel of niet gebruikt (OPTIES)
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de volgende items naar wens en Bevestig de instellingen en druk op druk op Vergeet niet Naam item Omschrijving • De van routers verkregen IPv6-adressen worden DHCP • AAN (ENABLE) — druk op weergegeven. Er kunnen tot zeven IPv6-adressen INSCHAKELEN deze knop om het IPv6-adres worden bewaard.
Pagina 185
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Het IPv6-protocol automatisch instellen (in een Specificeer de volgende items naar wens en druk op 'stateful' netwerkomgeving) Geef in het IPv6-scherm de volgende items naar wens in en druk op Naam item Omschrijving DHCP • AAN (ENABLE) — druk op INSCHAKELEN deze knop om het IPv6-adres (IP-adres)
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Bevestig de instellingen en druk op [OK]. Naam item Omschrijving Het systeem keert terug naar menu NETWERK Netware • AAN (ENABLE) — druk op deze (NETWORK). INSCHAKELEN toets om het NetWare-protocol in te schakelen. • UIT (DISABLE) — druk op deze Vergeet niet toets om het NetWare-protocol uit •...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Instellen van het SMB-protocol Naam item Omschrijving INLOGGEN Geeft de Windows-netwerkomgeving Het is mogelijk de SMB-netwerkeigenschappen in te stellen om weer waarbij het apparaat ingelogd is. toegang tot dit apparaat en SMB-afdrukken vanaf een Er wordt “Werkgroep” weergegeven als Microsoft Windows-netwerk in te schakelen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Instellen van de HTTP-netwerkservice • Als “Domein” ingesteld wordt als instelling voor aanmelden in de SMB-sessie van TopAccess (beheerdersmodus), en het apparaat daarna INgeschakeld wordt of op Met deze functie kunt u de HTTP-netwerkserverservice in- of [TOEPASSEN] wordt gedrukt na het wijzigen van de uitschakelen die de webgebaseerde toepassingen voor het netwerkinstellingen van het apparaat, zal het apparaat zich apparaat levert, zoals TopAccess en e-FILING.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Vergeet niet Wanneer op [PRIMARY PORT NUM.] of [SECOND. PORT NUM.] wordt gedrukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: P.232 "Numeriek toetsenpaneel op scherm" Instellen van de Ethernetsnelheid Het is mogelijk de ethernetsnelheid aan te geven.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Selecteer in scherm NETWERKCONTROLE (NETWORK CHECK) de te controleren server en druk op [ping] of [TRACEROUTE]. Naam item Omschrijving BELEIDSNAAM FQDN-bijwerkmethodeDe naam van het huidig toegepaste IPsec-beleid wordt weergegeven. Het resultaat van de controle wordt weergegeven. druk op deze toets om IPsec- Vergeet niet communicatie in te schakelen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Controleer de resultaten. Wanneer u klaar Scherm KOPIËREN (COPY) (1/2) bent, drukt u op [SLUITEN]. Naam item Omschrijving Als u ping uitgevoerd hebt: MAX. AANTAL Kies uit knoppen [999], [99] en [9] de KOPIEËN knop voor het gewenste maximale aantal toegestane kopieën.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Scherm KOPIËREN (COPY) (2/2) FAXEN Naam item Omschrijving AUTOMATISCH Deze optie maakt het mogelijk aan te Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, zullen alleen WISSELEN VAN geven of de functie voor het [NEGEREN] (DISCARD) en [VERKLEIND] (REDUCTION) PAPIERLADE automatisch wisselen van papierlade, beschikbaar zijn voor [RX AFDR.] (RX PRINT).
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk zoals vereist op [AAN] of [UIT] voor Vergeet niet [AFDR LIMIET] en [VERKLEINEN] en druk • Wanneer op [UIT] (OFF) gedrukt is, druk dan op op [OK]. [OK] om de instellingen op te slaan. E-MAIL Met dit menu is het mogelijk onderstaande opties in te stellen. Vergeet niet Raadpleeg voor instructies over hoe scherm E-MAIL weer te geven de volgende pagina:...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Naam item Omschrijving INTERNETFAX GROOTTE Selecteer de gewenste BERICHT- fragmentgrootte uit de Met dit menu is het mogelijk onderstaande opties in te stellen. FRAGMENT (KB) vervolgkeuzelijst. Druk op [NEE] om het fragmenteren uit te schakelen. Vergeet niet BERICHTTEKST •...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Scherm CERTIFICAAT IMPORTEREN wordt Opmerking weergegeven. • Om Internetfax in te schakelen, moet er een e-mailadres Druk op [CERTIFICAAT APPARAAT] ingevoerd zijn in veld [ADRES AFZENDER]. (DEVICE CERTIFICATE) of [CA- CERTIFICAAT] (CA CERTIFICATE). Vergeet niet Wanneer u op één van de toetsen [ADRES], [NAAM] of [BERICHT] drukt, dan wordt het toetsenbord op scherm weergegeven.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Selecteer het certificaat dat u wilt Druk op [OK]. importeren en druk vervolgens op [OK]. Het importeren van het certificaat wordt gestart. • Als de bestandsextensie “.pfx” of “.p12” is, dan verschijnt scherm WACHTWOORD VEREIST Opmerking (PASSWORD REQUIRED). Ga naar de volgende stap. •...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [EXPORTEREN]. Druk als het exporteren voltooid is op [OK]. Er verschijnt een bericht voor plaatsen van het USB- Het systeem keert terug naar scherm BEVEILIGING opslagapparaat. (SECURITY). Sluit uw USB-opslagapparaat aan op de Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-poort van het apparaat en druk op USB-poort van het multifunctionele [OK].
Pagina 198
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Naam item Omschrijving Naam item Omschrijving GEBR. • AAN (ENABLE) — druk op INSTELLING Selecteer de machtigingen voor AUTHENTICATIE deze knop om de (AUTHORITY) een beveiligd PDF-bestand. CODE ALS gebruikersnaam voor • AFDRUKKEN (PRINT) — druk WACHTW. (USE gebruikersverificatie als op deze toets om afdrukken AUTHENTICATIO...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Uitvoeren van de integriteitscontrole • Voer de integriteitscontrole regelmatig uit. Als een fout wordt gedetecteerd, bijvoorbeeld illegaal gemodificeerde gegevens, dan verschijnt het scherm Via dit menu kunt u de volgende procedures voor voor serviceoproep. Neem in dit geval contact op met integriteitscontrole uitvoeren: uw servicevertegenwoordiger.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Met faxrapportagefunctie kunt u een rapport afdrukken na elke overdracht. Het is ook mogelijk de voorwaarden te Naam item Omschrijving selecteren voor het afdrukken van communicatierapporten voor elk type overdracht. AUTO druk op [AAN] om het automatisch afdrukken van de verzend- en •...
Pagina 201
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de voorwaarden voor elk Instellen van de ontvangstlijst overdrachtstype en druk op [OK]. Druk in menu LIJST/RAPPORT op [RAPPORTINSTELLING]. Scherm RAPPORTINSTELLING wordt weergegeven. Druk op [ONTVANGSTLIJST]. Naam item Omschrijving VERZENDEN VANUIT • UIT (OFF) — druk op deze GEHEUGEN toets om afdrukken van (MEMORY TX)
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Lijsten afdrukken Scherm PRINTER / E-FILING (1/2) Naam item Omschrijving U kunt de NIC CONFIG. PAGINA, FUNCTIE, PS3-FONTLIJST AUTOMATISCH Kies of de functie voor het automatisch en de PCL-FONTLIJST afdrukken. WISSELEN VAN wisselen van papierlade ingeschakeld PAPIERLADE moet worden wanneer de papierbron Opmerking voor een afdruktaak handmatig...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER Scherm PRINTER / E-FILING (2/2) FUNCTIONS) op het bedieningspaneel om Naam item Omschrijving naar het menu [GEBR. FUNCTIES] (USER AUTOM. Kies of privéafdruktaken en FUNCTIONS) te gaan. VRIJGEVEN vastgehouden afdruktaken automatisch PRIVÉ/ moeten worden afgedrukt bij inloggen Druk op [BEHEERDER] (ADMIN).
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [INSTELLING DRAADLOOS] Scherm SSID-INSTELLINGEN (SSID (WIRELESS SETTING). SETTINGS) wordt weergegeven. Scherm INSTELLING DRAADLOOS (WIRELESS Ga door met de procedure voor het aangeven van het SETTING) wordt weergegeven. SSID. P.204 "SSID aangeven" Opmerking • Het kan even duren voor scherm INSTELLINGEN SSID aangeven DRAADLOOS (WIRELESS SETTING) weergegeven wordt.
Pagina 205
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Selecteer het SSID waarmee het apparaat Het SSID handmatig ingeven verbinding zal maken en druk op [OK]. Druk op [SSID]. Het scherm keert terug naar scherm SSID- Het scherm voor invoer van letters wordt weergegeven. INSTELLINGEN (SSID SETTINGS). Voer het SSID in met het toetsenbord en de Opmerking digitale toetsen en druk op [OK].
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Ga door met de procedure voor het aangeven van de Opmerking beveiligingsmethode. • Druk op [WPA] of [WPA2] om [TKIP] of [AES (CCMP)] P.206 "Beveiligingsmodus selecteren" te selecteren, of druk op [802.1X] om [DYNAMIC WEP] te selecteren. Beveiligingsmodus selecteren Druk op [EAP-TLS] en dan op [VOLG.] Na het aangeven van het SSID moet een beveiligingsmodus...
Pagina 207
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [VOLG.] (NEXT). Specificeer de volgende items en druk op [VOLG.] (NEXT). Scherm ENCRYPTIE-INSTELLINGEN DRAADLOOS (WIRELESS ENCRYPTION SETTINGS) wordt • OVERDRACHTSVERMOGEN (TRANSMIT POWER) weergegeven. Selecteer laag overdrachtsvermogen als het gebied waarin de draadloze communicatie ingeschakeld is, Specificeer de volgende items en druk op beperkt moet worden.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Selecteren van beveiligingsmodus WPA/WPA2/ Voer de volgende items in en druk op [VOLG.] (NEXT). 802.1X met PEAP-protocol Gebruik WPA/WPA2/802.1X met het PEAP-protocol om een bestand met CA-certificaat op het apparaat te installeren. Het apparaat gebruikt de gebruikersnaam en -wachtwoord voor het authenticeren van de toegangsrechten voor het draadloze netwerk en de RADIUS-server authenticeert het apparaat met het bestand met het CA-certificaat.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Beveiligingsmodus WPAPSK/WPA2PSK Opmerking selecteren • Druk op [WPA] of [WPA2] om [TKIP] of [AES (CCMP)] te selecteren, of druk op [802.1X] om [DYNAMIC WPAPSK/WPA2PSK is een beveiligingsmethode die de PSK WEP] te selecteren. (Pre-Shared Key, vooraf gedeelde sleutel) tussen het Access Point en andere draadloze apparatuur gebruikt.
Pagina 210
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Beveiligingsmodus WEP selecteren Vergeet niet WEP is een methode voor gegevensencryptie die de WEP- • Wanneer op [PSK WACHTW.ZIN] (PSK PASS sleutel tussen het Access Point en andere draadloze PHRASE) gedrukt wordt, wordt het scherm voor invoer apparatuur gebruikt.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de volgende items en druk op Geen beveiligingsmodus selecteren [VOLG.] (NEXT). Het is ook mogelijk geen beveiliging voor draadloze toegang in te stellen. Opmerking • Als er geen beveiliging ingesteld wordt, kan iedereen die het SSD kent, verbinden met het draadloze netwerk. Daarom wordt aanbevolen om, indien mogelijk, beveiliging in te stellen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [WACHTWOORD]. Vergeet niet • Als er instellingen gewijzigd moeten worden, druk dan op [VORIGE] (PREV.) om terug te gaan naar het scherm waarin gewijzigd moet worden en herhaal de bewerking(en). Druk op [JA] (YES) en wacht tot de instelling juist weergegeven wordt.
Pagina 213
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op [AAN] (ON) en druk op [VOLG.] Opmerking (NEXT). • Als niet zeker is hoe het SSID aangegeven moet worden, raadpleeg dan het volgende gedeelte om het SSID vast te stellen. Druk op [SSID]. Scherm NETWERKTYPE (NETWORK TYPE) wordt weergegeven.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Scherm BEVEILIGINGSINSTELLINGEN Voer de volgende items in en druk op DRAADLOOS LAN (WIRELESS LAN [VOLG.] (NEXT). SECURITY SETTING) wordt weergegeven. • WEP-ENCRYPTIE Ga door met de procedure voor het aangeven van de Selecteer de bitlengte van de WEP-sleutel. beveiligingsmethode.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Bevestig de instellingen en druk op [EINDE] Selecteer het overdrachtsvermogen en druk (FINISH). op [VOLG.] (NEXT). Selecteer laag overdrachtsvermogen als het gebied waarin de draadloze communicatie ingeschakeld is, Vergeet niet beperkt moet worden. Als het gebied niet beperkt hoeft te •...
Pagina 216
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk op toets [GEBR. FUNCTIES] (USER Druk op [INSTELLING DRAADLOOS] FUNCTIONS) op het bedieningspaneel om (WIRELESS SETTING). naar het menu [GEBR. FUNCTIES] (USER FUNCTIONS) te gaan. Druk op [BEHEERDER] (ADMIN). Het scherm ADMIN.WACHTWOORD wordt weergegeven. Druk op [WACHTWOORD] (PASSWORD). Scherm INSTELLING DRAADLOOS (WIRELESS SETTING) wordt weergegeven.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Vergeet niet Vergeet niet Raadpleeg voor instructies over hoe scherm INSTELLINGEN • Wanneer u op [GEB.-NAAM], [NW. WACHTWOORD] DRAADLOOS (WIRELESS SETTING) weer te geven de of [HERH. WACHTWOORD] drukt, wordt het volgende pagina: toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord P.161 "Toegang tot menu Beheerder"...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Naam item Omschrijving Vergeet niet • Raadpleeg voor instructies over het installeren van de FABRIEK INST. druk op deze toets om de certificaten de TopAccess Guide “Chapter 8: standaarden voor de IEEE 802.1x- [Administration] Tab Page”. instellingen te herstellen. •...
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Specificeer de volgende items naar wens en Bevestig de instellingen en druk op druk op [VOLG.]. [TOEPASSEN]. Wanneer iets anders dan [EAP-TLS] geselecteerd is: Links onderin het scherm wordt “NETWERK WORDT GEÏNITIALISEERD” (NETWORK INITIALIZING) Wanneer [EAP-TLS] geselecteerd is: weergegeven en het apparaat start met het initialiseren van de netwerkinterfacekaart om de wijzigingen toe te passen.
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) FABRIEKSINST. (FACTORY DEFAULT) Het is mogelijk de instellingen van het apparaat terug te zetten naar de fabrieksstandaarden of de gebruikersgegevens te wissen. De volgende gegevens worden bij deze bewerking gereset: Instellingsgegevens Opmerkingen Instelling Algemeen Alle instellingen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Pagina 221
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Druk in het BEVESTIGINGSscherm van scherm FABRIEK INST. op [OK]. De initialisatie wordt gestart. Opmerking • Als u voor het initialiseren een back-up wilt maken van de instellingen en de gebruikersgegevens, gebruik dan de kloonfunctie om duplicaatbestanden aan te maken. Raadpleeg voor meer informatie over de kloonfunctie de volgende pagina: P.174 "Kloonbestanden aanmaken of installeren"...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) ● BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Ga verder met de gewenste procedure. TOTAALTELLER Met dit menu kunt u de volgende totaaltellers weergeven en bevestigen: • Printteller Geeft het totale aantal vellen uitvoer van dit multifunctionele systeem aan. De printteller bevat de volgende tellers: - Kopieënteller —...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Weergeven scanteller Vergeet niet • Voor een voorbeeld van de TOTAALTELLERLIJST, zie Druk op [SCAN TELLER]. de volgende pagina: P.233 "TOTALE TELLERLIJST (TOTAL COUNTER LIST)" AFDELINGSTELLER Via dit menu kunt u de volgende tellers weergeven en controleren voor elke afdeling.
Pagina 224
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Druk op toets [TELLER] (COUNTER) op het Ga verder met de gewenste procedure. bedieningspaneel om naar menu TELLER (COUNTER) te gaan. Druk op [AFDELINGSTELLER]. P.224 "Weergave afdrukteller voor afdelingscode" P.225 "Weergave scanteller voor afdelingscode" P.225 "Weergave faxcommunicatieteller voor afdelingscode"...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Weergave scanteller voor afdelingscode Het scherm FAX COMMUNICATIE voor de gespecificeerde afdelingscode wordt weergegeven. Druk op [SCAN TELLER]. BEHEER AFDELINGEN Het scherm SCANTELLER voor de gespecificeerde (DEPARTMENT MANAGEMENT) afdelingscode wordt weergegeven. Selecteer de knop waarvan de teller Aanmelden als beheerder gecontroleerd moet worden.
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Druk op [WACHTWOORD]. Opmerking • Andere menu's dan menu [BEHEER AFDELINGEN] en [AFDELING REGISTRATIE] zullen beschikbaar zijn nadat u een afdelingscode hebt geregistreerd en functie Afdelingsbeheer hebt ingeschakeld. De afdelingscodelijst afdrukken U kunt de afdelingscodelijst en tellers voor elke afdelingscode afdrukken.
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Druk in menu AFD. BEHEER op [BEHEER Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op AFDELINGEN] (DEPARTMENT scherm de volgende pagina: MANAGEMENT). P.232 "Schermtoetsenbord" Het scherm AFDELING BEHEER wordt weergegeven. Vergeet niet Vergeet niet •...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Stel de quota van deze afdelingscode naar Vergeet niet wens in en druk op [OK]. • Raadpleeg voor instructies over het weergeven van U keert terug naar het scherm AFDELINGSCODE. menu AFD. BEHEER (DEPT. MANAGEMENT) de volgende pagina: P.225 "Aanmelden als beheerder"...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Druk op [NIEUWE CODE]. Stel de quota van deze afdelingscode naar wens in en druk op [OK]. Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op Voor de beschrijving van elk item, zie stap 7 van de scherm de volgende pagina: volgende bewerking: P.232 "Schermtoetsenbord"...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Druk op [JA]. Druk op [JA]. De afdelingscode is nu verwijderd. De teller is nu gewist. Vergeet niet Vergeet niet • Druk op [NEE] om het verwijderen te annuleren. • Druk op [NEE] om het wissen te annuleren. De tellers van de afdelingen terugzetten Uitvoerbeperkingen voor alle afdelingen instellen...
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Functie Limiteer alles wordt in- of uitgeschakeld door op Vergeet niet [AAN] of [UIT] te drukken. • Raadpleeg voor instructies over het weergeven van Als op [OK] wordt gedrukt, wordt de instelling menu AFD. BEHEER (DEPT. MANAGEMENT) de opgeslagen.
BIJLAGE ● BIJLAGE Naam item Omschrijving Letters instellen Druk op een van deze toetsen om de cursor te verplaatsen. Wanneer een tekenstring of faxnummer ingevoerd moet Back Space Druk hierop om de letter vóór de cursor te worden, wordt op het scherm een toetsenbord weergegeven. wissen.
BIJLAGE Afdrukformaat lijsten TOTALE TELLERLIJST (TOTAL COUNTER LIST) Afdrukvoorbeeld van de TOTAALTELLERLIJST TOTAL COUNTER LIST S/N:CME000034 TOTAL :9999 05-13-2013 16:18 XXXXXXXX XXXXXXXXXX DF TOTAL :9999 PRINT COUNTER COPY PRINT LIST TOTAL SMALL 99999 99999 99999 99999 399996 LARGE 99999 99999 99999 99999 399996...
BIJLAGE AFDELINGSCODELIJST (DEPARTMENT CODE LIST) Afdrukvoorbeeld van de LIJST MET AFDELINGSCODES DEPARTMENT CODE LIST TIME : 05-13-2013 16:18 DEPT NO. DEPARTMENT PRINT COUNTER COPY PRINT TOTAL LIST TOTAL LIMIT SMALL 99999 99999 99999 99999 399996 LARGE 99999 99999 99999 99999 399996 199998 199998...
BIJLAGE ADRESBOEKINFORMATIE (ADDRESS BOOK INFORMATION) Afdrukvoorbeeld van de ADRESBOEKINFORMATIE ADDRESS BOOK INFORMATION TIME : 2011-05-10 20:47 FAX NO.1 : 99999999999 FAX NO.2 : 99999999990 NAME : MFP_00000183 NAME FAX NUMBER/E-MAIL ADDRESS QUALITY TX TX TYPE LINE User01 00000000001 MEMORY user01@example.com User02 00000000002 MEMORY...
BIJLAGE GROEPNUMMERINFORMATIE (GROUP NUMBER INFORMATION) Afdrukvoorbeeld van de GROEPNUMMERINFORMATIE GROUP NUMBER INFORMATION TIME : 2011-05-10 20:47 FAX NO.1 : 99999999999 FAX NO.2 : 99999999990 NAME : MFP_00000183 NAME ADDRESS BOOK Group01 Group02 Group03 E-mail Address Fax Number - 236 -...
BIJLAGE NIC-configuratiepagina Afdrukvoorbeeld van de NIC-configuratiepagina =================================================================================== Unit Serial No : CME000034 Version : XXXXXXXXXXXX Network Address : 00:40:af:7e:28:55 Network Topology : Ethernet Connector: RJ45 Network Mode : Auto Novell Network Information enabled Print Server Name : MFP_04998820 Password Defined Search Root not defined Directory Services Tree : ORG...
Pagina 239
BIJLAGE Frametype De ingestelde frametype van dit apparaat TCP/IP-netwerkinformatie voor IPv4 Adresmodus De TCP/IP-adresmodus van dit apparaat IP-adres Het IP-adres van dit apparaat Subnetmasker Het subnetmasker van dit apparaat Default gateway De default gateway van dit apparaat Primaire DNS-server De primaire DNS-server van dit apparaat DNS-naam De DNS-naam van dit apparaat Hostnaam...
BIJLAGE FUNCTIELIJST (beheerder) (FUNCTION LIST (Administrator)) Afdrukvoorbeeld van FUNCTIELIJST (beheerder) De functielijst voor een beheerder toont de lijst met instellingen voor alle functies. De volgende tabel toont alle functies die worden afgedrukt in een beheerdersfunctielijst en de kolom "Gebruiker" geeft aan of de functie wordt afgedrukt in een gebruikersfunctielijst. In de tabel wordt elke functie ook beschreven.
Pagina 241
BIJLAGE ALGEMEEN Functie Omschrijving Gebruiker FUNCTIES - OPSLAAN ALS NETWARE Toont of de functie Opslaan als NetWare is ingeschakeld of uitgeschakeld. FUNCTIES - INTERNETFAX VERZENDEN Toont of de internetfaxverzending is ingeschakeld of uitgeschakeld. FUNCTIES - FAX VERZENDEN Toont of de faxverzending is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 242
BIJLAGE ALGEMEEN Functie Omschrijving Gebruiker RESTERENDE LEVENSDUUR DRUM (DRUM Toont een schatting van de resterende levensduur REMAINING QUANTITY) van de drumeenheid. RESTERENDE LEVENSEDUUR FUSER (FUSER Toont een schatting van de resterende levensduur REMAINING QUANTITY) van de fusereenheid. *1 “PAPIERLADE 3” wordt alleen afgedrukt als papierlade 3 geïnstalleerd is. *2 “PAPIERLADE 4”...
Pagina 243
BIJLAGE SCANNEN Functie Omschrijving Gebruiker ACS-AANPASSING Toont het ACS-instelniveau. KLEUR - RESOLUTIE Toont de resolutie voor kleurscans. KLEUR - ORIGINELE MODUS Toont de standaard originele modus voor kleurscans. KLEUR - BELICHTING Toont de standaardinstelling voor belichting voor kleurscans. KLEUR - ACHTERGRONDINSTELLING Toont de standaardachtergrondinstelling voor kleurscans.
BIJLAGE FAXEN Functie Omschrijving Gebruiker ONTVANGEN FAXEN AFDRUKKEN - Toont of dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld of uitgeschakeld. DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN (RX PRINT - DUPLEX PRINT) Toont of het hervatten van een verzending is HERVATTEN VERZENDING ingeschakeld of uitgeschakeld. Toont hoeveel uren een verzending moet worden HERVATTEN VERZENDING - OPSLAGTIJD opgeslagen alvorens te hervatten.
BIJLAGE INTERNETFAX Functie Omschrijving Gebruiker GROOTTE PAGINAFRAGMENT (KB) Toont de fragmentpaginagrootte die van toepassing is op een internetfaxoverdracht. BERICHTTEKST VERZENDEN Toont of het verzenden van de berichttekst is ingeschakeld of uitgeschakeld. ADRES Toont het e-mailadres van de afzender dat van toepassing is op een internetfaxoverdracht.
Pagina 246
BIJLAGE PRINTER/E-FILING Functie Omschrijving Gebruiker AUTOMATISCH WISSELEN VAN PAPIERLADE Toont of de functie Automatisch wisselen van papierbron is ingeschakeld of uitgeschakeld. PAPIER UIT VERSCHILLENDE RICHTING Toont of de functie Papier van andere richting is ingeschakeld of uitgeschakeld. GEFORCEERD DOORGAAN (ONGELDIG PAPIER) Toont of de functie Geforceerd doorgaan bij ongeldig papier is ingeschakeld of uitgeschakeld.
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - NETWERK - IPv6 Functie Omschrijving Gebruiker GEBRUIK DHCPv6-SERVER VOOR OPTIES Toont of de optionele informatie wordt verkregen van de DHCPv6-server. STATELESS GEBRUIKEN VOOR IP-ADRES (M Toont of het stateless-gebruik (IP-adresverwerving M FLAG) flag) is ingeschakeld of uitgeschakeld. STATELESS GEBRUIKEN VOOR OPTIES (O Toont of het stateless-gebruik (verwerving optionele FLAG)
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - SESSIE - LDAP-SESSIE Functie Omschrijving Gebruiker LDAP INSCHAKELEN Toont of LDAP is ingeschakeld of uitgeschakeld. KENMERK 1 Toont de naam van het schema dat overeenkomt met de LDAP-serverconfiguratie. KENMERK 2 Toont de naam van het schema dat overeenkomt met de LDAP-serverconfiguratie.
Pagina 249
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - SESSIE - SMB-SESSIE Functie Omschrijving Gebruiker SECUNDAIRE WINS SERVER Toont het secundaire WINS-serveradres indien het is ingesteld. SMB-ONDERTEKENING VAN SMB-SERVER Toont de instelling van de SMB-ondertekening van de SMB-server. SMB-ONDERTEKENING VAN SMB-CLIENT Toont de instelling van de SMB-ondertekening van de SMB-client.
Pagina 250
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - HTTP-NETWERKSERVICE Functie Omschrijving Gebruiker SSL-POORTNUMMER Toont het SSL-poortnummer voor de HTTP- netwerkservice. NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - SMTP CLIENT-NETWERKSERVICE Functie Omschrijving Gebruiker SMTP CLIENT INSCHAKELEN Toont of de SMTP-client is ingeschakeld of uitgeschakeld. VERIFICATIE Toont of de SMTP-verificatie is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 251
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - POP3-NETWERKSERVICE Functie Omschrijving Gebruiker POP3-LOGINTYPE Toont het POP3-logintype. ACCOUNTNAAM Toont de POP3-accountnaam indien deze is ingesteld. SCANINTERVAL Toont het scaninterval waarmee de POP3-server moet controleren op nieuwe berichten (in minuten). POORTNUMMER Toont het poortnummer dat moet worden gebruikt voor toegang tot de POP3-server.
Pagina 252
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - SNMP-NETWERKSERVICE Functie Omschrijving Gebruiker READ COMMUNITY Toont de read community-naam. SNMP V3 INSCHAKELEN Toont of SNMP V3 is ingeschakeld of uitgeschakeld. SNMP V3 TRAP INSCHAKELEN Toont of de SNMP V3 trap is ingeschakeld of uitgeschakeld. VERIFICATIE-TRAP INSCHAKELEN Toont of de verificatie-trap is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 253
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - PRINTSERVICE-INSTELLING - LPD PRINT Functie Omschrijving Gebruiker LPD INSCHAKELEN Toont of LPR printing is ingeschakeld of uitgeschakeld. POORTNUMMER Toont het poortnummer dat moet worden gebruikt voor LPR printing. BANNERS Toont of een banner zal worden afgedrukt voor elke LPR-afdrukopdracht.
Pagina 254
BIJLAGE NETWERKINSTELLING - PRINTSERVICE-INSTELLING - E-MAIL PRINT Functie Omschrijving Gebruiker E-MAILFOUT DOORSTUREN INSCHAKELEN Toont of er al dan niet een e-mailfoutbericht zal worden verzonden. VERZENDADRES E-MAILFOUT Toont het e-mailadres waarnaar een e- mailfoutbericht zal worden verzonden, indien het moet worden ingesteld. GEDEELTELIJKE E-MAIL INSCHAKELEN Toont of het apparaat afdrukken van een deels ontvangen e-mailopdracht toelaat.
Pagina 255
BIJLAGE BEVEILIGINGSINSTELLING - VERIFICATIE - GEBRUIKERSVERIFICATIE-INSTELLING Functie Omschrijving Gebruiker AUTOMATISCH VRIJGEVEN BIJ AANMELDEN Toont of de functie Automatisch vrijgeven bij aanmelden is ingeschakeld of uitgeschakeld. GASTGEBRUIKER INSCHAKELEN Toont of bediening door gastgebruikers al dan niet wordt toegestaan. VERIFICATIETYPE Toont het verificatietype. BEVEILIGINGSINSTELLING - VERIFICATIE - E-MAILVERIFICATIE-INSTELLING Functie Omschrijving...
BIJLAGE BEVEILIGINGSINSTELLING - WACHTWOORDBELEID - BELEID VOOR BEHEERDER, AUDITOR Functie Omschrijving Gebruiker BLOKKERINGSINSTELLING Toont of de blokkeringsinstelling is ingeschakeld of uitgeschakeld. AANTAL NIEUWE POGINGEN Toont het aantal herhaalde pogingen voor het invoeren van het wachtwoord. BLOKKERINGSTIJD Toont de blokkeringstijd (in minuten). GELDIGHEIDSDUUR Toont of het instellen van de geldigheidsduur van het wachtwoord is ingeschakeld of uitgeschakeld.
SPECIFICATIES ● SPECIFICATIES Algemene specificaties Power PC Appliedmicro APM86190 (1,2 GHz) 2 GB (Max. 2 GB) Gewicht Met de binnenste finisher: Ongeveer 55 kg Zonder de binnenste finisher: 46 kg Afmetingen 522 mm (B) x 564 mm (D) x 811 mm (H) Voeding 110-127 VAC 50/60 Hz ±...
SPECIFICATIES Condities voor de garantie Werkingsbereik: van afdrukkwaliteit Temperatuur 10°C, vochtigheid 20 tot 80% RV Temperatuur 32°C, vochtigheid 20 tot 60% RV Vochtigheid 20% RV, temperatuur 10 tot 32°C Vochtigheid 80% RV, temperatuur 10 tot 27°C Verbruiksartikelen, Tonercartridge, afbeeldingsdrum, riemeenheid, fusereenheid onderhoudseenheid Scanspecificaties Type...
SPECIFICATIES Specificaties Faxeenheid Modelnaam GD-1340 Origineelformaat LG, LT, ST Noord-Amerika Origineelformaat A4, A5, B5, FOLIO A/B-formaat: Formaat registratiepapier 8.5" x 14" (LG), 8.5" x 11" (LT), 5.5" x 8.5" (ST) Noord-Amerika Formaat registratiepapier 210 mm x 297 mm (A4), 148 mm x 210 mm (A5), A/B-formaat: 182 mm x 257 mm (B5), 210 mm x 330 mm (FOLIO) Compatibiliteit...
Pagina 263
Numeriek Contactpersonen registreren vanuit loglijsten .......... 150 Contactpersonen registreren via de 2eFAX ..........150 Basisprocedure ........70 GEBR. FUNCTIES met 2IN1/4IN1 ..........9 BEDIENING TAAK OVERSLAAN ... 177 toets [ADRES] (ADDRESS) .... 149 802.1X ......206, 208, 218 BEDRIJF .......... 150 Contactpersonen registreren via de 802.1X-INSTELLINGEN ....217 BEELDRICHTING .....
Pagina 264
EAP-TLS ........206, 217 Instellen overslaan taken ....177 EAP-TTLS ........217 Instellen van beveiligde PDF- EAP-WACHTWOORD ..... 208 bestanden ........197 GATEWAY ....... 181, 183 ECM ........... 62 Instellen van de aan/uit-schakelklok Geavanceerd ........79 Een certificaat importeren ....195 instellen ........... 166 Geavanceerde functies ....
Pagina 265
[MFP LOKAAL] ........ 112 Postbusoverdracht Modus voor originelen ....93, 110 creëren van de vertrouwelijke post- bus of de postbus JOB OPBOUW ........19 mededelingenbord ....42 een origineel afdrukken ..... 39 een origineel ophalen ....41 NAAM ........193, 194 een origineel registreren ....
Pagina 266
[SJABLOON] ........120 Uitvoerbeperkingen voor alle Sjabloon afdelingen instellen ......230 gebruiken ......... 133 Uitvoeren van de Zakelijk kaftblad ......... 89 SMTP-authenticatie ....136 integriteitscontrole ......199 Zoeken ......99, 102, 103 SLA LEGE PAGINA OVER Zoeken naar groepen op AANPASSING ......143, 145 groepsnaam ........