2
Druk op [INSTALLEREN] (INSTALL).
Er verschijnt een bericht voor plaatsen van het USB-
opslagapparaat.
3
Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop de
bestanden voor het bijwerken van het
systeem zijn opgeslagen, aan op de USB-
poort van het apparaat en druk op [OK].
Scherm USB-LIJST (USB LIST) wordt weergegeven.
4
Selecteer het gewenste bestand en druk op
[OK].
Het scherm SYSTEEMUPDATES (SYSTEM UPDATES)
wordt weergegeven.
5
Selecteer het te installeren bestand en druk
vervolgens op [INSTALLEREN] (INSTALL).
Het scherm voor bevestigen van de installatie wordt
weergegeven.
6
Druk op [JA].
De installatie wordt gestart.
Opmerking
• Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de
gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB-
opslagapparaat tijdens de gegevensoverdracht uit het
systeem wordt verwijderd, dan kunnen de gegevens op
het opslagapparaat beschadigd raken of kan een
storing optreden op het apparaat.
• Als u in het bovenstaande scherm op [JA] drukt terwijl
taken worden uitgevoerd, verschijnt bericht "Proces
kan niet worden uitgevoerd terwijl een taak of een
beheerdersfunctie wordt uitgevoerd." in scherm
ATTENTIE. Druk in dit geval op [SLUITEN], wacht tot
de taak is voltooid en voer de bewerking vervolgens
opnieuw uit.
- 173 -
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
1
2
3
4
5
6
7