Download Print deze pagina

Advertenties

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN
Kopieerhandleiding

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Toshiba E-Studio 255

  • Pagina 1 MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Kopieerhandleiding...
  • Pagina 2 Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA TEC CORPORATION. Er wordt echter aangenomen dat er geen patentverplichting bestaat met betrekking tot het gebruik van de hierin opgenomen informatie.
  • Pagina 3 Voorwoord Gebruik van deze handleiding Hartelijk dank voor de aanschaf van het multifunctionele digitale systeem van TOSHIBA. In deze handleiding wordt het gebruik van de kopieerfuncties beschreven. Lees deze handleiding vóór gebruik van dit multifunctionele systeem. Houd deze handleiding binnen handbereik, en gebruik die om een omgeving te configureren waarin de functies van de e- STUDIO optimaal benut worden.
  • Pagina 4 Displays Displays in deze handleiding kunnen afwijken van de actuele displays, afhankelijk van hoe het multifunctionele systeem wordt gebruikt, zoals de status van de geïnstalleerde opties. De in deze handleiding gebezigde afbeeldingsdisplays zijn voor papier in het A/B-formaat. Als u papier in het LT-formaat gebruikt, dan kan het display of de volgorde van toetsen in de afbeeldingen verschillen van die van uw multifunctionele systeem.
  • Pagina 5 INHOUD Voorwoord..........................1 Hoofdstuk 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Basismenu voor de kopieerfuncties..................8 Papier plaatsen ........................11 Geschikt kopieerpapier......................11 Papier in laden plaatsen ...................... 12 Papierformaat vastleggen....................15 Instelling papiersoort ......................16 Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen ......... 18 Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Originelen plaatsen ........................
  • Pagina 6 Stand nieten en sorteren ..................... 72 Brochure sorteren / Rughechten ..................74 Perforatie-modus ......................... 77 Handmatig nieten ........................ 78 Dubbelzijdig kopiëren ......................79 Een enkelzijdige afdruk maken.................... 80 Een dubbelzijdige afdruk maken ..................81 Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken..............82 Opslaan als bestand uitvoeren .....................
  • Pagina 7 Hoofdstuk 6 TEMPLATES Templates..........................136 Weergave templatemenu ....................136 Gebruik van “Praktische templates" .................. 137 Templates vastleggen ......................139 Templates in de openbare templategroep vastleggen ............139 Aanmaken van een nieuwe persoonlijke groep..............142 Templates in een persoonlijke groep vastleggen .............. 143 Templates oproepen ......................
  • Pagina 8 INHOUD...
  • Pagina 9 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet weten voordat u dit multifunctionele systeem gebruikt, zoals de samenstelling van het basismenu voor de kopieerfuncties en de wijze waarop het kopieerpapier wordt geplaatst. Basismenu voor de kopieerfuncties..................8 Papier plaatsen........................
  • Pagina 10 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Basismenu voor de kopieerfuncties Enkele seconden na het inschakelen van de stroomvoorziening verschijnt het basismenu voor de kopieerfuncties op het aanraakscherm. Het basismenu toont de volgende informatie: 1. Gebied voor meldingen Hier verschijnt een korte beschrijving van de functies of de huidige status van dit multifunctionele systeem in de vorm van een melding.
  • Pagina 11 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 11. [TAAKSTATUS] toets ( P.156) Deze toets is voor het bevestigen van de verwerkingsstatus van kopieer-, fax-, scan- of afdruktaken, en ook voor het bekijken van de geschiedenis van de resultaten ervan. 12.
  • Pagina 12 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Meldingsgebied systeemstatus In het meldingsgebied voor de status van het systeem wordt de volgende informatie getoond: 1. Weergave kopieopvangbak ( P.35) Deze toont de bak waarheen de afdrukken worden afgevoerd. 2. [UITVOERBAK] toets ( P.35) Deze dient voor het selecteren van de kopieopvangbakken (uitvoer).
  • Pagina 13 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papier plaatsen Geschikt kopieerpapier Het volgende papier kan worden geplaatst en gebruikt voor het kopiëren. De waarden zijn alleen van toepassing als door Toshibaaanbevolen papier wordt gebruikt. Voor het aanbevolen papier zie de Snelstartgids. Plaats geen papier van verschillend formaat of van verschillende soort in dezelfde papierlade.
  • Pagina 14 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Ongeschikt kopieerpapier Gebruik geen van de onderstaande soorten papier. Dit kan een papierstoring veroorzaken. Vochtig papier Gevouwen papier Gekruld of gekreukt papier Papier met een extreem glad of ruw oppervlak Gebruik geen van de onderstaande soorten papier. Dit kan een storing in het multifunctionele systeem veroorzaken. Papier waarvan het oppervlak een speciale behandeling heeft ondergaan Papier dat al een keer is gebruikt in andere multifunctionele systemen of printers Aanwijzingen voor de opslag van kopieerpapier...
  • Pagina 15 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Verplaats de eindgeleiding naar de achterrand van het papier terwijl u het onderste gedeelte ervan in de richting van de pijlen duwt. Houd de groene hendel van de voorste papiergeleider vast en pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
  • Pagina 16 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Onderstaand menu verschijnt. Als het papierformaat of de papiersoort afwijkt van het tevoren in de papierlade gebruikte formaat, druk dan op [JA] op het aanraakscherm. Als ze hetzelfde zijn, druk dan op [NEE]. Het kan zijn dat bovenstaand menu - afhankelijk van de instelling van het multifunctionele systeem - niet verschijnt.
  • Pagina 17 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papierformaat vastleggen Wanneer u voor het eerst papier plaatst of het papier door een ander formaat vervangt, dient u het formaat in dit multifunctionele systeem vast te leggen. Druk op de [USER FUNCTIONS] toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 18 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Instelling papiersoort Wanneer u speciaal papier anders dan normaal papier of een soort dat niet voor normaal kopiëren wordt gebruikt plaatst, dient u de dikte en het kenmerk op het multifunctionele systeem in te stellen. De dikte en het kenmerk kunnen tegelijkertijd worden ingesteld.
  • Pagina 19 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakscherm om het instellingenmenu op te roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE]. Druk op [PAPIERSOORT]. Selecteer de papiersoort. 1) Selecteer de papierlade waarin het papier is geplaatst. 2) Selecteer de papiersoort.
  • Pagina 20 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen Trek de papierlade van het extra grote papierinvoermagazijn voorzichtig uit tot deze niet verder kan. Pas op dat u niet aan de geleiderails komt (A in de figuur). Hierdoor kunt u letsel oplopen.
  • Pagina 21 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Het extra grote papierinvoermagazijn tijdens het kopiëren bijvullen Wanneer het papier in de linkerbak van het extra grote papierinvoermagazijn op is geraakt tijdens het kopiëren, dan verschijnt de melding “Linkerpapierlade kan worden bijgevuld”. U kunt het extra grote papierinvoermagazijn uittrekken en de linkerbak bijvullen zonder het kopieerproces te stoppen.
  • Pagina 23 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN In dit hoofdstuk worden de basiskopieerprocedures toegelicht. Originelen plaatsen ........................ 22 Aanvaardbare originelen ............................22 Originelen plaatsen op de glasplaat voor originelen.....................23 Boeken .................................24 Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie):................25 Afdrukken maken ........................28 Basiskopieerprocedure............................28 Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen ....................31 Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken ....................32 Proefkopie ................................33 Uitvoerbak selecteren............................35...
  • Pagina 24 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Originelen plaatsen Aanvaardbare originelen Wanneer het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, kunnen dubbelzijdige originelen automatisch vel voor vel worden gescand. Wanneer de glasplaat voor originelen wordt gebruikt, kunnen originelen zoals overhead transparanten, calqueerpapier, boekjes of 3-D voorwerpen worden gescand die niet op het automatische documentinvoersysteem kunnen worden geplaatst, alsmede ook normaal papier.
  • Pagina 25 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Originelen plaatsen op de glasplaat voor originelen De glasplaat voor originelen kan worden gebruikt voor originelen zoals overhead transparanten of calqueerpapier alsmede normale papiervellen die niet op het automatische documentinvoersysteem (optie) kunnen worden geplaatst. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
  • Pagina 26 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Boeken U kunt boeken op de glasplaat voor originelen plaatsen. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen. Til de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) op.
  • Pagina 27 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie): Aanwijzingen Gebruik geen originelen zoals onder punt 1 tot 8 aangegeven omdat dergelijke originelen papierfouten of beschadiging van het multifunctionele systeem kunnen veroorzaken. 1. Erg gekreukelde, gevouwen of omgekrulde originelen 2.
  • Pagina 28 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Continue invoer De invoer is standaard op "continue invoer" ingesteld. Zodra u de originelen hebt ingesteld en daarna op de [START] toets drukt, worden ze continu pagina voor pagina gescand. Dit is handig als u meerdere originelen in één keer wilt kopiëren. Leg alle originelen netjes tegen de aanleglijst.
  • Pagina 29 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Enkelvoudige invoer Als de invoer is ingesteld op "enkelvoudige invoer" wordt een origineel automatisch ingevoerd wanneer het op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gelegd. Dit is handig wanneer u slechts 1 vel wilt kopiëren. P.125 “ADF -> SADF” Pas de papiergeleiders aan de lengte van het origineel aan.
  • Pagina 30 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Afdrukken maken Basiskopieerprocedure Maak afdrukken zoals hieronder beschreven. RADF Glasplaat voor ( optioneel ) originelen Controleer of er (voldoende) papier in de papierlade(n) zit. Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie: P.11 “Geschikt kopieerpapier”...
  • Pagina 31 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel. Het kopiëren begint. De afdrukken worden uitgevoerd met de gekopieerde zijde naar beneden. Wees voorzichtig omdat de papieruitvoer en omgeving ervan en het papier zelf na het kopiëren heet zijn. Het onderstaande menu kan verschijnen wanneer speciale programma's worden gebruikt.
  • Pagina 32 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren stoppen en opnieuw starten Druk op de [STOP] toets op het bedieningspaneel. Het kopiëren of scannen wordt onderbroken. Druk op [GEHEUGEN WISSEN] op het aanraakscherm om het kopiëren te beëindigen. Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel om het kopiëren opnieuw te starten. Wanneer u op [GEHEUGEN WISSEN] drukt, worden de gescande gegevens gewist en worden eventuele afdruktaken in de wachtrij uitgevoerd.
  • Pagina 33 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen Zelfs tijdens het uitvoeren van de kopieerfunctie of terwijl “BEDRIJFSKLAAR (OPWARMFASE)” op het display wordt weergegeven, kan het volgende origineel worden gescand (automatische start). Er kunnen maximaal 10 taken in het geheugen worden opgeslagen.
  • Pagina 34 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken U kunt de huidige afdruktaak onderbreken voor het maken van andere afdrukken (kopiëren met onderbreking). Wanneer de onderbroken taak weer wordt gestart, hoeven de kopieerinstellingen niet opnieuw te worden geselecteerd omdat deze in het geheugen van het multifunctionele systeem zijn opgeslagen.
  • Pagina 35 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Proefkopie Wanneer u een groot aantal afdrukken gaat maken, kunt u controleren of deze precies aan uw wensen voldoen door eerst één pagina te kopiëren (proefkopie). Dan kunt u de standen of instellingen wijzigen (bijv. het aantal afdruksets, kopieopvangbak, paginanummer, tijdstempel, sorteren/nieten, perforeren) na controle van de proefkopie.
  • Pagina 36 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Wijzig het aantal afdruksets en kopieerinstellingen naar wens na controle van de proefkopie. Standen of instellingen zoals aantal afdruksets, de kopieopvangbak, paginanummer, tijdstempel, sorteren/nieten en perforeren kunnen worden gewijzigd. Indien u instellingen zoals de reproductiefactor, de densiteit, de modus voor originelen of enkel/dubbelzijdig kopiëren wilt wijzigen, moet u de proefkopie eerst voltooien.
  • Pagina 37 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Uitvoerbak selecteren U kunt de uitvoerbak selecteren indien er een optionele finisher of de binnenbak is geïnstalleerd. De beschikbare uitvoerbak kan onderhevig zijn aan beperkingen, afhankelijk van kopieerinstellingen en papierformaten. De uitvoerbakselectie is standaard op automatische selectie ingesteld. De uitvoerbak wijzigen De momenteel geselecteerde uitvoerbak wordt weergegeven in het meldingsgebied voor de status van het systeem.
  • Pagina 38 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren met handinvoer Bij het maken van afdrukken op overhead transparanten, etiketten, enveloppen of niet-standaard formaat papier, legt u het kopieerpapier in de handinvoerbak. Kopiëren met handinvoer is ook raadzaam voor het kopiëren op standaard papierformaat dat niet in een van de papierladen aanwezig is.
  • Pagina 39 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Papierformaat Werkwijze Anders dan Noord-Amerika: P.37 “Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem A3, A4, B4, B5 behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel Standaard- Noord-Amerika: LD, LT, LG, systeem voor Noord-Amerika)”...
  • Pagina 40 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN De papierstapel mag niet hoger zijn dan de aanduiding op de papiergeleiders. Wanneer meer dan één vel wordt gebruikt, waaier de vellen dan goed los voordat deze in de handinvoerbak worden gelegd. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt. Duw het papier niet in de invoeropening van de handinvoer.
  • Pagina 41 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Selecteer de papiersoort en druk vervolgens op [OK]. Kopiëren met handinvoer...
  • Pagina 42 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen ontstaan. Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals weergegeven in het onderstaande meldingsgebied voor de status van het systeem. Papiersoort Pictogram Papiersoort...
  • Pagina 43 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten Plaats de originelen en het papier zoals beschreven in stap 1 t/m 3 in “Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika)”...
  • Pagina 44 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Druk op [PAPIERSOORT] als het papier in de handinvoerbak geen normaal papier is. Druk op de toets voor dezelfde papiersoort als het papier in de handinvoerbak. Druk daarna op [OK]. Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen ontstaan.
  • Pagina 45 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Een afdruk maken op een envelop Dit zijn de geschikte envelopformaten: DL (110 mm x 220 mm), COM10 (4 1/8" x 9 1/2"), Monarch (3 7/8" x 7 1/2"), CHO-3 (120 mm x 235 mm), YOU-4 (105 mm x 235 mm) Voor de aanbevolen enveloppen zie de Snelstartgids.
  • Pagina 46 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Leg de envelop op een plat en schoon oppervlak en druk er met uw handen op in de richting van de pijl om alle lucht eruit te krijgen. Druk er stevig op om te voorkomen dat de klep omhoog krult. Corrigeer omgebogen hoekjes op de envelop.
  • Pagina 47 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Druk op de toets voor hetzelfde formaat als dat van de envelop die in de handinvoerbak is geplaatst. Druk op [ANDERS] onder KOPIËREN. De papiersoort wordt automatisch op [ENVELOP] ingesteld. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 48 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Afdrukken met handinvoer op niet-standaard papierformaat U kunt niet-standaard papierformaten gebruiken zoals aan de rechterzijde 148 - 432 mm weergegeven. ( 5.8" - 17" ) 100 - 297 mm ( 3.9" - 11.7" ) Leg het origineel op de glasplaat. Verplaats de papieropsluithendel naar de buitenzijde toe.
  • Pagina 49 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Toets de afmeting in. 1) Druk op [Lengte] en toets de waarde in (100 mm tot 297 mm). 2) Druk op [Breedte] en toets de waarde in (148 mm tot 432 mm). 3) Druk op [OK]. Lengte en breedte worden aangeduid zoals aan de rechterzijde weergegeven: Breedte...
  • Pagina 50 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Niet-standaardformaat in het geheugen opslaan Ga te werk zoals beschreven in stap 1 t/m 4 in “Afdrukken met handinvoer op niet- standaard papierformaat”( P.46). Sla afmetingen in het geheugen op. 1) Selecteer een gewenst geheugennummer. 2) Druk op [Lengte] en toets de waarde in (100 mm tot 297 mm).
  • Pagina 51 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren met handinvoer...
  • Pagina 52 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN Kopiëren met handinvoer...
  • Pagina 53 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES In dit hoofdstuk worden de belangrijkste kopieerfuncties, zoals wijziging van de reproductiefactor, instelling van de sorteerstanden en uitvoering van dubbelzijdig kopiëren, beschreven. Vóór gebruik Kopieerfuncties ....................52 Standaardinstellingen ............................52 Ingestelde functies bevestigen ..........................52 Ingestelde functies annuleren ..........................53 Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies ...................53 Papierselectie .........................
  • Pagina 54 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vóór gebruik Kopieerfuncties Standaardinstellingen Dit multifunctionele systeem start op met de “standaardinstellingen” wanneer de stroomvoorziening wordt ingeschakeld. Maar als er nog geen wijziging in instellingen is toegepast, komen de instellingen van het multifunctionele systeem weer op de standaardwaarden te staan wanneer de energiebesparingsstand wordt gewist of de [FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt.
  • Pagina 55 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Ingestelde functies annuleren Wanneer u een van de instellingen van het menu BEWERKEN wilt annuleren, drukt u op de toets van de gewenste functie. P.89 “BEWERKEN-FUNCTIES” Wanneer u een van de instellingen van het menu BEELD wilt annuleren, moet u de instelwaarde in het instellingenmenu van de gewenste functie resetten.
  • Pagina 56 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Papierselectie Automatische papierselectie (APS) Het multifunctionele systeem detecteert het formaat van het origineel en selecteert automatisch hetzelfde formaat kopieerpapier. Deze functie heet automatische papierselectie (APS). Voor de origineelformaten die kunnen worden gedetecteerd zie: P.22 “Aanvaardbare originelen” Sommige origineelformaten kunnen niet met deze functie worden gedetecteerd. Selecteer het gewenste formaat in dat geval handmatig.
  • Pagina 57 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Gewenste papier handmatig selecteren U dient het papier zelf te selecteren als de volgende originelen worden gekopieerd waarvan de formaten niet correct kunnen worden gedetecteerd: Zeer transparante originelen (bijv. overhead transparanten, calqueerpapier) Geheel donkere originelen of originelen met donkere randen Originelen met niet-standaard formaat (bijv.
  • Pagina 58 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren U kunt een set originelen met verschillende formaten met behulp van het automatische documentinvoersysteem (optie) kopiëren. De volgende origineelformaten kunnen worden gecombineerd: Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, COMP Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, B4, B5, FOLIO Vul de papierlade(n) met papier.
  • Pagina 59 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Druk op [GEMENGDE ORIG. FORMATEN]. Druk op [AMS] om afdrukken te maken op papier van één formaat. Om afdrukken te maken op papier van hetzelfde formaat als de originelen drukt u op [SLUITEN] zodat het menu terugkeert naar het basismenu en druk vervolgens op [APS]. Als [AMS] wordt geselecteerd: Bij de automatische zoomselectie kunnen beelden niet worden vergroot van A4 (staande richting), B5 (staande richting) of LT (staande richting) naar A3 (liggende richting), B4 (liggende richting), LD (liggende...
  • Pagina 60 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Instellen van Modi voor originelen U kunt afdrukken met de optimale afdrukkwaliteit maken door de volgende modi voor uw origineel te selecteren. TEKST/FOTO:Originelen met zowel tekst als foto's TEKST:Originelen met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen) FOTO:Originelen met foto's KLEURENDOCUMENT: Originelen in kleur, zoals presentatiedocumenten Wanneer “KLEURENDOCUMENT”...
  • Pagina 61 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Densiteitaanpassing Het multifunctionele systeem detecteert het densiteitniveau van originelen en past het densiteitniveau van het gekopieerde beeld automatisch voor een optimaal resultaat aan. Ook kunt u het handmatig aan het gewenste niveau aanpassen. Automatisch instellen (automatische densiteitaanpassing) Druk op [AUTO] op het aanraakscherm.
  • Pagina 62 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vergroten en verkleinen U kunt de reproductiefactor van gekopieerde beelden als volgt wijzigen: Automatische zoomselectie (AMS): Specificeer vooraf het formaat van het kopieerpapier dat wordt gebruikt. Het multifunctionele systeem bepaalt het origineelformaat en selecteert automatisch de optimale reproductiefactor voor het formaat van het kopieerpapier. Zowel origineelformaat als kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren: Specificeer vooraf zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk.
  • Pagina 63 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteer het gewenste papierformaat en druk vervolgens op [AMS]. Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als “ANDERS” vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [ANDERS] op het aanraakscherm drukt.
  • Pagina 64 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. Selecteer de gewenste formaten voor origineel en kopieerpapier. Indien u een ander formaat wilt selecteren dan hieronder voor origineel en kopieerpapier aangegeven, moet u het formaat als “ANDERS”...
  • Pagina 65 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Papierformaten onder “ANDERS” formaat vastleggen Indien u een ander formaat wilt selecteren dan hieronder voor origineel en kopieerpapier aangegeven, moet u het formaat op de volgende wijze als “ANDERS” vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [ANDERS] op het aanraakscherm drukt.
  • Pagina 66 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES De reproductiefactor handmatig specificeren Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. Druk op de hieronder weergegeven toetsen voor het selecteren van de gewenste reproductiefactor. OMHOOG] en [ OMLAAG] toetsen De reproductiefactor verandert telkens 1% wanneer een van de toetsen wordt ingedrukt. Wanneer een van beide ingedrukt wordt gehouden, wordt de factor automatisch verhoogd resp.
  • Pagina 67 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteer het gewenste formaat. Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als “ANDERS” vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [ANDERS] op het aanraakscherm drukt. Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 Voor de werkwijze bij het vastleggen zie:...
  • Pagina 68 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteren van Afwerkfunctie Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten Zie onderstaande tabel voor elke afwerkfunctie. Afwerkfunctie Omschrijving Sorteren uit nieten uit Afdrukken worden zonder te sorteren of te nieten uitgevoerd. Sorteren ( P.69) Afdrukken worden in dezelfde paginavolgorde als de originelen set voor set uitgevoerd. Groep ( P.69) Afdrukken worden per pagina gegroepeerd uitgevoerd.
  • Pagina 69 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Naam van elk onderdeel van de finishers (optie) MJ-1101 1. Bovenste kopieopvangbak 2. Onderste kopieopvangbak 3. Secundaire bak 4. Deksel voorzijde 5. Perforatie-unit MJ-6101 6. Bedieningseenheid voor nieten MJ-1024 1. Bak 1 2. Secundaire bak 3.
  • Pagina 70 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES MJ-1031 1. Bak 2. Secundaire bak 3. Deksel (nietjesmagazijn) Naam van elk onderdeel van de binnenbak (optie) MJ-5004 1. Bak 2. Papieropvang MJ-5005 1. Bak MJ-5006 1. Bak Selecteren van Afwerkfunctie...
  • Pagina 71 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Sorteren/Groep-stand Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kunnen deze in dezelfde paginavolgorde als die van de originelen worden uitgevoerd. Deze modus heet de sorteren-stand. Afdrukken kunnen ook per pagina gegroepeerd worden uitgevoerd. Deze modus heet de groep-stand.
  • Pagina 72 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Druk op [SORTEREN] of [GROEP]. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Selecteren van Afwerkfunctie...
  • Pagina 73 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Stand roteren en sorteren Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kan elke set bovenop een andere set afwisselend in staande en liggende richting worden uitgevoerd. Deze modus heet roteren en sorteren. Gebruik 2 papierladen en 2 stapels papier van hetzelfde formaat.
  • Pagina 74 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Stand nieten en sorteren Wanneer meer dan één set afdrukken wordt gemaakt, kan het gekopieerde papier automatisch set voor set geniet worden. Deze modus heet nieten en sorteren. Als de finisher MJ-1101 (optie) of de finisher voor rughechten MJ-1024/ 1025 (optie) wordt gebruikt, kunt u uit 3 verschillende posities voor de nietjes kiezen.
  • Pagina 75 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Alleen [VOORZIJDE NIETEN] kan worden geselecteerd als de zwevende finisher MJ-1031 (optie) is geïnstalleerd. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Wanneer het aantal vellen het maximale aantal mogelijke vellen voor nieten overschrijdt, schakelt het multifunctionele systeem automatisch over op de Sorteren-stand.
  • Pagina 76 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Brochure sorteren / Rughechten U kunt meer dan één origineel kopiëren en de afdrukken tot een boekje samenvoegen. Deze modus heet Brochure sorteren. U kunt het gekopieerde boekje laten vouwen en in het midden nieten. Deze modus heet rughechten. Brochure sorteren Brochure sorteren &...
  • Pagina 77 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteer het gewenste papierformaat. De volgende formaten zijn mogelijk: Brochure sorteren:A3, A4-R, A5-R, B4, B5-R, LD, LT-R, LG, ST-R Brochure sorteren & rughechten, rughechten: A3, A4-R, B4, LD, LT-R, LG Haal voor het hechten van grote formaten zoals A3, B4, LD en LG met de finisher voor rughechten MJ- 1024 (optie), de opvang van de bak voor rughechten Plaats de originelen.
  • Pagina 78 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Eisen met betrekking tot rughechten Finisher voor rughechten MJ-1024 Maximaal aantal vellen voor Maximaal aantal sets in bak voor Papierformaat Papiergewicht rughechten rughechten 11 - 15 vel / 10 sets 64 - 80 g/m...
  • Pagina 79 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Perforatie-modus Afdrukken kunnen worden geperforeerd als de perforatie-unit (optie) op een finisher is geïnstalleerd. Er is papier waarvan het formaat welke van A3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP ook is, en waarvan het gewicht 64 tot 256 g/m (17 lb.
  • Pagina 80 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Handmatig nieten U kunt afdrukken handmatig nieten zonder te kopiëren. Dit is handig wanneer u vóór het kopiëren vergeten bent de modus nieten en sorteren in te stellen of wanneer u originelen wilt nieten. (Alleen mogelijk met de finisher MJ-1101) Maximaal aantal vellen voor handmatig nieten Papiergewicht Papierformaat...
  • Pagina 81 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Dubbelzijdig kopiëren U kunt een enkelzijdig origineel naar een dubbelzijdige afdruk kopiëren en omgekeerd of een dubbelzijdig origineel naar een dubbelzijdige afdruk. Dit is handig wanneer u papier wilt besparen of wanneer u een boek met behoud van de juiste paginavolgorde wilt kopiëren.
  • Pagina 82 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een enkelzijdige afdruk maken Bij het kopiëren van dubbelzijdige staande originelen die maar aan één zijde van het papier naar links/rechts zijn geopend, moet de functie beeldrichting in het menu BEWERKEN worden gebruikt zodat alle afdrukken in de juiste richting worden uitgevoerd.
  • Pagina 83 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een dubbelzijdige afdruk maken Wanneer enkelzijdige staande originelen in liggende richting zijn geplaatst en op beide zijden van het papier worden gekopieerd, zijn de afdrukken meestal in naar boven/beneden geopende richting. U kunt afdrukken maken in naar links/rechts geopende richting met behulp van de functie beeldrichting.
  • Pagina 84 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken U kunt dubbelzijdige afdrukken maken van boeken of catalogi in de juiste paginavolgorde. A4-, B5- en LT-formaat zijn mogelijk. Plaats papier in de papierlade(n). Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Druk op [2-ZIJDIG] op het aanraakscherm.
  • Pagina 85 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Selecteer de boekkopieerfunctie. Voorbeeld: Wanneer pagina 2 t/m 6 van een boek geopend naar links moeten worden gekopieerd, selecteer [LINKS -> LINKS]. Druk op de toets voor de papierlade met het gewenste papierformaat. Alleen A4-, B5- en LT-formaat zijn mogelijk. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen.
  • Pagina 86 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen. Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel. Leg de volgende op de glasplaat voor originelen zodra de pagina's zijn gescand.
  • Pagina 87 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Opslaan als bestand uitvoeren Met de functie Opslaan als bestand kunt u de gekopieerde gegevens in de gedeelde map van de harde schijf van het multifunctionele systeem of een opgegeven pc in een netwerk opslaan. De gegevens kunnen als PDF-, TIFF- of XPS- bestand worden opgeslagen.
  • Pagina 88 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Druk op de desbetreffende toetsen voor de invoer van informatie over de gegevens die moeten worden opgeslagen. Druk daarna op [OK]. DOC.NAAM: Druk hierop voor de weergave van het bedieningspaneel op het scherm. Toets daarna de doc.naam met maximaal 45 letters in.
  • Pagina 89 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren en opslaan begint. Instellen van gedeelde map Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen, op [NETWERK 1] of [NETWERK 2] heeft gedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index.
  • Pagina 90 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK]. NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor de map waarin de gegevens moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 91 BEWERKEN-FUNCTIES In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de verschillende kopieerfuncties in het menu BEWERKEN beschreven. Weergave Menu BEWERKEN ....................90 Beeld verplaatsen........................91 Marge boven/onder of marge links/rechts creëren ....................91 Inbindruimte creëren ............................93 Rand wissen ........................... 95 Boekmidden wissen....................... 96 Dubbele pagina........................
  • Pagina 92 4 BEWERKEN-FUNCTIES Weergave Menu BEWERKEN U kunt het menu BEWERKEN oproepen door te drukken op het tabblad [BEWERKEN] op het aanraakscherm wanneer u de verschillende bewerken-functies wilt gebruiken. Het menu BEWERKEN omvat 2 pagina's. Om tussen de pagina's te schakelen druk op Weergave Menu BEWERKEN...
  • Pagina 93 4 BEWERKEN-FUNCTIES Beeld verplaatsen U kunt een inbindruimte creëren door een beeld naar de linker-, rechter-, boven- of onderzijde van het kopieerpapier te verplaatsen. Deze functie heet “beeld verplaatsen”. Dit is handig wanneer u een stapel papier na het kopiëren wilt perforeren of nieten.
  • Pagina 94 4 BEWERKEN-FUNCTIES Stel de breedte van de inbindruimte in. 1) Druk op [VOOR] en stel de breedte van de inbindruimte aan de voorzijde in met behulp van [ 2 mm] en 100 mm]. 2) Druk op [ACHTER] en stel de breedte van de inbindruimte aan de achterzijde in met behulp van [ 2 mm] en 100 mm].
  • Pagina 95 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Inbindruimte creëren U kunt eenvoudig een inbindruimte creëren bij het kopiëren van een boek op beide zijden van het papier. P.82 “Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken” Druk op [BEELD VERPL.] in het menu BEWERKEN. Druk op [BOEK]. Stel de breedte van de inbindruimte in.
  • Pagina 96 4 BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [OK]. Selecteer ook “Boek -> dubbelzijdige afdruk". P.82 “Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken” Beeld verplaatsen...
  • Pagina 97 4 BEWERKEN-FUNCTIES Rand wissen U kunt de rand van een gekopieerd beeld wit maken wanneer een schaduwachtig donker gedeelte erop verschijnt. Deze functie heet “rand wissen”. Dit is handig wanneer u het gekopieerde beeld netjes en schoon wilt maken als de rand van het origineel vuil of gescheurd is.
  • Pagina 98 4 BEWERKEN-FUNCTIES Boekmidden wissen U kunt het midden van het gekopieerde beeld wit maken wanneer een schaduwachtig gedeelte erop verschijnt. Deze functie heet “boekmidden wissen”. Dit is handig bij het kopiëren van boeken. Geen instelling Boekmidden wissen instellen Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
  • Pagina 99 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Stel de breedte van het te wissen gedeelte in. 1) Druk op [ 2 mm] of [ 50 mm]. 2) Druk op [OK]. Leg het origineel op de glasplaat. Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en leg het midden ervan op de gele lijn onder de glasplaat.
  • Pagina 100 4 BEWERKEN-FUNCTIES Dubbele pagina U kunt de 2 tegenoverliggende pagina's van een boek of 2 originelen naast elkaar op 2 aparte vellen of op beide zijden van 1 vel papier kopiëren. Deze functie heet “dubbele pagina”. U hoeft het origineel op de glasplaat niet te verschuiven. -12- -13- -12-...
  • Pagina 101 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het basismenu en selecteer vervolgens A4, B5 of LT als kopieerpapierformaat. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Open de gewenste pagina en leg deze op de glasplaat voor originelen.
  • Pagina 102 4 BEWERKEN-FUNCTIES 2IN1/4IN1 U kunt 2 of 4 originelen op 1 vel papier kopiëren door deze te verkleinen. Deze functie heet “2IN1” of “4IN1”. Bij het gebruik van deze functie in combinatie met dubbelzijdig kopiëren kunt u in totaal 8 afdrukken op 1 vel papier maken. De onderstaande afbeeldingen tonen hoe u de afdrukken kunt rangschikken.
  • Pagina 103 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Als u een papierformaat selecteert dat afwijkt van dat van het origineel, druk dan op [ZOOM] in het basismenu. Selecteer daarna het gewenste papierformaat en druk op [AMS] in het onderstaande menu. Plaats de originelen.
  • Pagina 104 4 BEWERKEN-FUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, start het scannen en kopiëren. Voer stap 6 en 7 uit als deze op de glasplaat voor originelen zijn geplaatst. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 105 4 BEWERKEN-FUNCTIES Brochure sorteren U kunt meer dan één origineel kopiëren in boekpaginavolgorde. Deze modus heet Brochure sorteren. Deze functie kan worden gecombineerd met het vouwen en nieten van de gekopieerde pagina's in het midden. Deze modus heet Brochure sorteren & rughechten. Brochure sorteren Brochure sorteren &...
  • Pagina 106 4 BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [BROCHURE] in het menu BEWERKEN. Stel de functie rughechten en de inbindruimte naar wens in. 1) Druk bij de instelling van rughechten op [NIETEN AAN]. Hoeft er niet geniet te worden, druk dan op [NIETEN UIT]. 2) Druk op [ 2 mm] of [ 30 mm] voor de instelling van de breedte van de inbindruimte.
  • Pagina 107 4 BEWERKEN-FUNCTIES Beeld Bewerken U kunt de verschillende hieronder weergegeven bewerken-functies voor gescande beelden selecteren. Trimmen: U kunt een bepaald gebied van een origineel selecteren en alleen dit kopiëren. Maskeren: U kunt een bepaald gebied van een origineel maskeren en alleen het ongemaskeerde gebied kopiëren. Spiegelbeeld: U kunt een pagina in spiegelbeeld afdrukken.
  • Pagina 108 4 BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [TRIM] of [MASK]. Leg het origineel met de af te drukken zijde naar boven op de glasplaat. Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Plaats de linkerbovenhoek op die van de glasplaat zodat het origineel tegen de aanleglijst ligt.
  • Pagina 109 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Toets de afgelezen waarden in. 1) Druk op [X1], [X2], [Y1] en [Y2] en toets vervolgens de bijbehorende afgelezen waarden in. 2) U kunt maximaal 4 gebieden op 1 pagina aangeven. Als u meer dan één gebied wilt aangeven, druk dan op om van gebied te wisselen en toets vervolgens de bijbehorende waarden in.
  • Pagina 110 4 BEWERKEN-FUNCTIES Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering U kunt een pagina zoals een spiegel (spiegelbeeld) omkeren of u kunt het zwart en wit van een pagina omkeren (negatief/ positief-omkering). Spiegelbeeld Negatief/positief-omkering Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen.
  • Pagina 111 4 BEWERKEN-FUNCTIES XY-zoom U kunt de reproductiefactor zowel in verticale als in horizontale richting afzonderlijk wijzigen. Deze functie heet “XY-zoom”. 100% 200% 100% 200% De reproductiefactor kan worden ingesteld van 25 tot 400%. In de volgende gevallen is dit bereik echter 25 tot 200%. Wanneer de modus voor originelen KLEURENDOCUMENT is Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem (optie) is geplaatst Vul de papierlade(n) met papier.
  • Pagina 112 4 BEWERKEN-FUNCTIES Kaftblad U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier voor het voorkaft of het achterkaft toevoegen. Deze functie heet “kaftblad”. De modus kaftblad heeft de volgende 4 mogelijkheden: BLANCO VOORKAFT: Voegt een leeg vel als voorkaft toe. GEKOPIEERD VOORKAFT: Voegt een gekopieerd vel als voorkaft toe. BEIDE BLANCO: Voegt 2 blanco pagina's als voorkaft en achterkaft toe.
  • Pagina 113 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Plaats de originelen. Bij het plaatsen ervan op de glasplaat voor originelen moet dit vanaf de eerste pagina gebeuren. Druk op [VOORBLAD] in het menu BEWERKEN. Selecteer de gewenste kaftbladen-functie. Wanneer [GEKOPIEERD VOORKAFT] of [GEKOPIEERD VOORKAFT BLANCO ACHTERKAFT] en [1->2 DUBBELZIJDIG] (dubbelzijdig kopiëren) gelijktijdig worden geselecteerd, is het voorkaft een enkelzijdige afdruk.
  • Pagina 114 4 BEWERKEN-FUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 8 en 9 uit. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 115 4 BEWERKEN-FUNCTIES Invoegvel U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier bij de gewenste pagina invoegen. Deze functie heet “invoegvel”. U kunt maximaal 2 soorten vellen voor in totaal 50 pagina's invoegen. De stand invoegen speciaal tussenlegvel heeft de volgende 2 mogelijkheden: KOPIE: Voegt een gekopieerd vel in plaats van de aangegeven pagina in.
  • Pagina 116 4 BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [KOPIE] of [BLANK]. Selecteer de pagina waarbij het invoegvel wordt ingevoegd. 1) Selecteer het soort invoegvel ([TUSSENLEG LADE 1] of TUSSENLEG LADE 2]). 2) Toets paginanummers (1 tot 1000) in waar de invoegvellen zullen worden ingevoegd en druk vervolgens op [SET].
  • Pagina 117 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 9 en 10 uit. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 118 4 BEWERKEN-FUNCTIES Tijdstempel U kunt de datum en de tijd op het kopieerpapier afdrukken. Onderaan op een staande afdruk Bovenaan op een liggende afdruk MM.DD.YYYY 14:54 MM.DD.YYYY 14:54 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [TIJDSTEMPEL] in het menu BEWERKEN. Selecteer de richting en de plaats van de tijdstempel.
  • Pagina 119 4 BEWERKEN-FUNCTIES Paginanummer U kunt een paginanummer op het kopieerpapier afdrukken. Middenonder op een Rechtsboven op een staande afdruk liggende afdruk Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [PAGINANUMMER] in het menu BEWERKEN. Selecteer de richting en de plaats van een paginanummer. 1) Selecteer de richting ([KORTE ZIJDE] of [LANGE ZIJDE]).
  • Pagina 120 4 BEWERKEN-FUNCTIES Geef de pagina op waarop de nummering moet beginnen. 1) Toets het paginanummer in. 2) Druk op [OK]. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Paginanummer...
  • Pagina 121 4 BEWERKEN-FUNCTIES Taakopbouw U kunt meerdere stapels originelen waarvan de instellingen verschillend zijn, scannen en daarna in één keer kopiëren of opslaan. Deze functie heet “taakopbouw”. Bijvoorbeeld tekstfragmenten (in de TEKST-stand) en foto's in tijdschriften (in de FOTO-stand) in A3-formaat en foto's in A4-formaat kunnen met de optimale instelling voor elk origineel worden gescand en in één keer worden gekopieerd.
  • Pagina 122 4 BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [OK]. Taakopbouw is nu ingesteld en de onderstaande melding verschijnt. Plaats de eerste stapel originelen en selecteer daarna de instellingen. Denk eraan dat bij het plaatsen van het origineel op de glasplaat 1 pagina overeenkomt met 1 taak. Zie voor het plaatsen van originelen met verschillende formaten op het automatische documentinvoersysteem (optie): P.56 “Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren”...
  • Pagina 123 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel. Het scannen begint. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, verschijnt de onderstaande melding. Plaats de volgende stapel originelen en selecteer daarna de instellingen. Herhaal stap 4 en 5 totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Indien u geen instellingen wijzigt, zijn die voor de laatste taak van toepassing.
  • Pagina 124 4 BEWERKEN-FUNCTIES Beeldrichting Wanneer u enkelzijdige staande originelen naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze in liggende richting worden geplaatst, zijn de gekopieerde pagina's normaal gesproken “naar boven geopend”. Met deze functie kan dit worden gewijzigd in “naar links geopend”. Deze functie heet “beeldrichting”. Wanneer u dubbelzijdige “naar links geopende”...
  • Pagina 125 4 BEWERKEN-FUNCTIES 4.BEWERKEN-FUNCTIES Druk op [OK]. Beeldrichting is nu ingesteld. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Beeldrichting...
  • Pagina 126 4 BEWERKEN-FUNCTIES Boek - kalender Met betrekking tot de richting van originelen of gekopieerde beelden wordt “naar links geopend” “boek” en “naar boven geopend” “kalender" genoemd. Met deze functie kunt u dubbelzijdige originelen naar dubbelzijdige afdruk kopiëren waarbij alleen de achterzijde van de gekopieerde pagina 180° wordt gedraaid zodat u “boek” originelen naar “kalender” kunt kopiëren en omgekeerd.
  • Pagina 127 4 BEWERKEN-FUNCTIES ADF -> SADF U kunt de invoermodus bij gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie) van “automatisch documentinvoersysteem (ADF)” naar “enkelvoudige invoer (SADF)” omschakelen. De papierinvoermodus heeft de volgende 2 functies: Automatisch documentinvoersysteem (continue invoer): Continue invoer van originelen bij het indrukken van de [START] toets op het bedieningspaneel terwijl originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) worden geplaatst.
  • Pagina 128 4 BEWERKEN-FUNCTIES Plaats de originelen vel voor vel op het automatische documentinvoersysteem (optie). Het origineel wordt automatisch in het automatische documentinvoersysteem (optie) getrokken, waarna het onderstaande menu verschijnt. Herhaal stap 5 voor een volgend origineel. Het geplaatste origineel wordt automatisch in het automatische documentinvoersysteem (optie) getrokken, zelfs wanneer u niet op [JA] op het aanraakscherm drukt.
  • Pagina 129 4 BEWERKEN-FUNCTIES Geen blanco pagina U kunt blanco pagina's van de gescande originelen verwijderen voordat het kopiëren begint. Deze functie heet “geen blanco pagina”. Deze functie detecteert blanco pagina's van de onderstaande originelen mogelijk niet op de juiste wijze: - Halftoon-originelen - Originelen met bijna blanco pagina's (bijv.
  • Pagina 130 4 BEWERKEN-FUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Het scannen en kopiëren begint. Er verschijnt gedurende ca. 5 seconden een melding met het aantal blanco pagina's. Geen blanco pagina...
  • Pagina 131 4 BEWERKEN-FUNCTIES Buitenkant wissen U kunt een schaduwachtig donker gedeelte aan de buitenzijde van het gekopieerde beeld wit maken; deze 'schaduw' komt door de tussenruimte tussen de glasplaat voor originelen en de witte plaat. Deze functie heet “buitenkant wissen”. Dit is handig wanneer u dikke originelen zoals boekjes op de glasplaat voor originelen plaatst. Buitenkant wissen instellen Geen instelling Deze functie wordt gedeactiveerd wanneer u originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie)
  • Pagina 132 4 BEWERKEN-FUNCTIES Stel “buitenkant wissen” in. 1) Stel de breedte van de rand rondom het origineel naar wens in door op te drukken. Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied dat als niet tot het origineel behorend moet worden gedetecteerd verbreed.
  • Pagina 133 BEELDCORRECTIE In dit hoofdstuk worden de beeldcorrectiefuncties van dit multifunctionele systeem beschreven. Weergave Menu BEELD....................... 132 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties ................133 Achtergrondinstelling ............................133 Scherpte ................................134...
  • Pagina 134 5 BEELDCORRECTIE Weergave Menu BEELD U kunt het menu BEELD oproepen door te drukken op het tabblad [BEELD] op het aanraakscherm wanneer u de verschillende beeldcorrectiefuncties wilt gebruiken. Weergave Menu BEELD...
  • Pagina 135 5 BEELDCORRECTIE Gebruik van de beeldcorrectiefuncties Achtergrondinstelling Deze functie dient voor de aanpassing van de densiteit van de achtergrond van het origineel. Hiermee wordt voorkomen dat de achterzijde van een dubbelzijdig origineel op de voorzijde ervan zichtbaar wordt. Aangepast voor een lichtere Vóór Achter...
  • Pagina 136 5 BEELDCORRECTIE Scherpte Deze functie dient voor het verscherpen of vervagen van de contouren van het beeld. Druk op [SCHERPTE] in het menu BEELD. Druk op [ZACHT] of [SCHERP] voor de instelling van de scherpte en druk vervolgens op [OK]. Wanneer het scherpteniveau naar de [ZACHT] zijde wordt ingesteld, worden de gevlamde randen op de afgedrukte foto's enz.
  • Pagina 137 TEMPLATES In dit hoofdstuk wordt het gebruik van templates beschreven. Templates..........................136 Weergave templatemenu ...........................136 Gebruik van “Praktische templates" ........................137 Templates vastleggen ......................139 Templates in de openbare templategroep vastleggen..................139 Aanmaken van een nieuwe persoonlijke groep....................142 Templates in een persoonlijke groep vastleggen ....................143 Templates oproepen ......................
  • Pagina 138 6 TEMPLATES Templates U kunt een template aanmaken met meerdere functies die vaak worden gebruikt zodat deze desgewenst kan worden opgevraagd en u niet telkens ingewikkelde instellingen hoeft uit te voeren. Templates kunnen worden gebruikt voor het kopiëren, het scannen en het versturen van een fax-bericht. Fax-functies zijn alleen beschikbaar als de fax-unit (optie) is geïnstalleerd.
  • Pagina 139 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Gebruik van “Praktische templates" Dit multifunctionele systeem beschikt over 12 standaardtemplates, die direct kunnen worden gebruikt. Deze zijn vastgelegd onder groepsnummer 001 “Praktische templates”. Voor het oproepen ervan zie: P.145 “Templates oproepen” Templates met kopieerfuncties Toets Functie 2IN1 / 4IN1: 2IN1 Enkelzijdig/dubbelzijdig: 2 ->...
  • Pagina 140 6 TEMPLATES Templates met e-Filing-functies Toets Functie Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 1 ENKELZIJDIG Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box (openbare box) Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: 2 -> 1 DUBBELZ. NAAR 2 ENKELZ. Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box (openbare box) Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 ->...
  • Pagina 141 6 TEMPLATES Templates vastleggen Templates moeten worden vastgelegd in de “openbare templategroep” of in de “persoonlijke groepen”. U kunt een wachtwoord instellen om het gebruik van vastgelegde templates te beperken. Openbare templategroep: Dit is de standaardinstelling. Templates in deze groep kunnen door iedereen worden gebruikt. Het is handig meerdere combinaties van functies die vaak in het gehele kantoor of in een afdeling worden gebruikt vast te leggen.
  • Pagina 142 6 TEMPLATES Druk op [WACHTWOORD]. Het toetsenbord op het scherm verschijnt. Geef het Admin-wachtwoord op met behulp van het toetsenbord op het scherm of de numerieke toetsen. Druk daarna op [OK]. Wanneer drie keer achter elkaar het verkeerde Admin-wachtwoord wordt ingevoerd, wordt het multifunctionele systeem gedurende 30 seconden geblokkeerd.
  • Pagina 143 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Voer de benodigde gegevens over de template in. NAAM 1 & 2: Toets de naam van de template in. NAAM 1 verschijnt boven de templatetoets en NAAM 2 verschijnt eronder. Voer ten minste een ervan in. Wanneer u op een van beide drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm.
  • Pagina 144 6 TEMPLATES Zelfs wanneer de automatische startfunctie is ingeschakeld, moet u in de volgende gevallen de gebruikersnaam en het wachtwoord opgeven voor het oproepen van de template. Informeer bij uw beheerder voor meer informatie over de gebruikersverificatie voor Scannen naar e-mailbericht en de gebruikersbeheerfunctie.
  • Pagina 145 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Voer de benodigde gegevens over de groep in. NAAM: Toets de naam van de groep in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Toets maximaal 20 letters in. Zorg ervoor dat deze wordt ingevoerd. GEBRUIKERSNAAM: Toets zo nodig de naam van de groepseigenaar in.
  • Pagina 146 6 TEMPLATES Druk op [TEMPLATE] op het aanraakscherm. Het templatemenu verschijnt. Selecteer de gewenste groep. 1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. 2) Druk op de toets van de gewenste groep. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op Toets het groepsnummer in (3 cijfers). Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in.
  • Pagina 147 6 TEMPLATES Templates oproepen Wanneer u een template oproept, worden de daarin ingestelde functies automatisch geactiveerd. Als de automatische startfunctie is ingeschakeld, start het multifunctionele systeem de uitvoering van elke functie automatisch wanneer u de toets voor de betreffende template indrukt. Vul de papierlade(n) met papier.
  • Pagina 148 6 TEMPLATES Toets het wachtwoord in wanneer u de persoonlijke groep heeft geselecteerd. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 6.) 1) Toets het wachtwoord in. 2) Druk op [OK]. Druk op de toets van de gewenste template. Tussen menu's schakelen Druk op Templates met ingeschakelde automatische startfunctie kunnen worden aangeduid met...
  • Pagina 149 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Controleer of “Update van de template-instelling” wordt weergegeven op het aanraakscherm. De melding wordt ca. 3 seconden weergegeven. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel. Templates oproepen...
  • Pagina 150 6 TEMPLATES Gegevens wijzigen U kunt de gegevens wijzigen van reeds vastgelegde templates of persoonlijke groepen zoals templatenaam, gebruikersnaam, wachtwoord en instelling van de automatische startfunctie. De gegevens van de openbare templategroep kunnen worden gewijzigd vanuit het TopAccess-menu maar niet vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 151 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Templategegevens wijzigen Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd. 1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. 2) Druk op de toets van de gewenste groep. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
  • Pagina 152 6 TEMPLATES Selecteer de gewenste template. 1) Druk op de toets van de betreffende template. 2) Druk op [BEWERKEN]. Tussen menu's schakelen Druk op Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 5.) 1) Toets het wachtwoord in.
  • Pagina 153 6 TEMPLATES Groepen of templates verwijderen U kunt persoonlijke groepen of templates die niet meer worden gebruikt verwijderen. Als een persoonlijke groep wordt verwijderd, gebeurt dit ook met alle templates in deze groep. De openbare templategroep kan niet worden verwijderd. Persoonlijke groepen verwijderen Selecteer de gewenste persoonlijke groep in het templatemenu.
  • Pagina 154 6 TEMPLATES Druk op [WISSEN]. De persoonlijke groep is nu verwijderd. Groepen of templates verwijderen...
  • Pagina 155 6 TEMPLATES 6.TEMPLATES Templates verwijderen Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd. 1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. 2) Druk op de toets van de gewenste groep. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
  • Pagina 156 6 TEMPLATES Selecteer de gewenste template. 1) Druk op de toets van de gewenste template. 2) Druk op [WISSEN]. Tussen menu's schakelen Druk op Toets het groepsnummer in (3 cijfers). Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 5.) 1) Toets het wachtwoord in.
  • Pagina 157 TAAKSTATUS BEVESTIGEN In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de verwerkingsstatus en de geschiedenis van uitgevoerde afdruktaken wordt bevestigd. Bevestiging afdruk Taakstatus ................... 156 Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen ....................156 Taakgeschiedenis bevestigen ..........................160 Papierladen bevestigen............................161...
  • Pagina 158 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Bevestiging afdruk Taakstatus U kunt taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevinden op het aanraakscherm bevestigen. U kunt taken in de wachtrij ook annuleren, onderbreken of hervatten alsmede de volgorde ervan wijzigen. Ook kunt u de geschiedenis van uitgevoerde afdruktaken en de status van de papierladen bevestigen.
  • Pagina 159 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken annuleren U kunt taken die niet meer hoeven te worden uitgevoerd annuleren. Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [WISSEN]. Druk op [WISSEN]. De taak is nu geannuleerd. Bevestiging afdruk Taakstatus...
  • Pagina 160 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken onderbreken U kunt taken in de wachtrij onderbreken. Alleen de 11e en erop volgende taken (gerekend vanaf de taak in uitvoering) kunnen worden onderbroken. Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [PAUZE]. De taak is nu onderbroken.
  • Pagina 161 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken verplaatsen U kunt de volgorde van de taken in de wachtrij wijzigen door deze in de lijst te verplaatsen. Alleen de 11e en erop volgende taken (gerekend vanaf de taak in uitvoering) kunnen worden verplaatst. Deze kunnen naar de 11e en de erop volgende posities worden verplaatst.
  • Pagina 162 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taakgeschiedenis bevestigen U kunt de geschiedenis van de uitgevoerde afdruktaken op het aanraakscherm bevestigen. Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op het tabblad [LOG]. Druk op [PRINT]. Het afdruklogboek verschijnt. Kopieeropdrachten verschijnen in het afdruklogboek alsmede afdruktaken. In het afdruklogboek kunt u de naam van de gebruiker die de taak heeft uitgevoerd, de datum en de tijd van afdrukken, het papierformaat en het aantal pagina's of afdruksets bevestigen.
  • Pagina 163 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Papierladen bevestigen U kunt de instelling van papierformaat en -soort of het aantal resterende vellen in de papierladen bevestigen. Tijdens het afdrukken kunt u bevestigen welke papierlade voor de papierinvoer zorgt. Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op het tabblad [PAPIER].
  • Pagina 165 OVERIGE INFORMATIE Continue kopieersnelheid ....................164 Combinatiematrix kopieerfunctie ..................166 Combinatiematrix 1/2 ............................166 Combinatiematrix 2/2 ............................167...
  • Pagina 166 8 OVERIGE INFORMATIE Continue kopieersnelheid Kopieersnelheden zijn afhankelijk van de wijze waarop originelen op de glasplaat worden geplaatst en enkelzijdige afdrukken worden continu gemaakt met een reproductiefactor van 100% in de stand sorteren-uit (eenheid: vel/minuut). e-STUDIO205L Papiersoort Toevoer- Papierformaat magazijn NORMAAL DIK1 DIK2...
  • Pagina 167 24.8 De snelheid bij afdrukken met handinvoer wanneer het papierformaat is ingesteld, is zoals hierboven aangegeven. Voor de waarden van de bovenstaande specificaties is door TOSHIBA aanbevolen papier gebruikt. Deze specificaties variëren afhankelijk van de kopieercondities en de omgeving. Continue kopieersnelheid...
  • Pagina 168 8 OVERIGE INFORMATIE Combinatiematrix kopieerfunctie Combinatiematrix 1/2 Combinatiematrix kopieerfunctie...
  • Pagina 169 8 OVERIGE INFORMATIE 8.OVERIGE INFORMATIE Combinatiematrix 2/2 Combinatiematrix kopieerfunctie...
  • Pagina 171 TREFWOORDENREGISTER ............105 Numerics trimmen ............. 89 Bewerken-functies ..............100 2IN1/4IN1 ............100 2IN1/4IN1 ..............8 [2-ZIJDIG] ........... 125 ADF -> SADF ..........91 BEELD VERPL..............11 A/B-formaat ..........122 BEELDRICHTING .............11 Aanbevolen papier ............ 105 BEWERKEN ............8 Aanraakscherm .......... 124 BOEK - KALENDER ..........
  • Pagina 172 ........58 KLEURENDOCUMENT ........52 modus voor originelen ..........8 Gebied voor meldingen .............. 58 TEKST ......8 Gebied voor waarschuwingsmeldingen ............ 58 TEKST/FOTO ..........8 Gebruikersbeheerfunctie ............87 Gedeelde map ..........127 GEEN BLANCO PAGINA ............. 88 NetWare IPX/SPX ..........23 Glasplaat voor originelen ............88 NetWare TCP/IP ..............
  • Pagina 173 ..............125 SADF .............134 SCHERPTE .................88 ............. 66 Sorteren ..........66 Sorteren uit nieten uit ..........52 Standaardinstellingen ............29 [START] toets ..............30 [STOP] toets ............160 Taakgeschiedenis ............119 TAAKOPBOUW .............66 Taakscheider ............9 [TAAKSTATUS] ..............156 Taakstatus .............156 Taakstatus-menu ............8 [BASIS] tabblad ..........8 [BEELD] tabblad ..........8 [BEWERKEN] tabblad Taken...
  • Pagina 174 TREFWOORDENREGISTER...
  • Pagina 175 e-STUDIO255/305/355/455...
  • Pagina 176 MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Kopieerhandleiding 2-17-2, HIGASHIGOTANDA, SHINAGAWA-KU, TOKYO, 141-8664, JAPAN Ver01 2009-06 ©2009 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E-studio 305E-studio 355E-studio 455