ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
Scherm KOPIËREN (COPY) (2/2)
Naam item
AUTOMATISCH
Deze optie maakt het mogelijk aan te
1
WISSELEN VAN
geven of de functie voor het
PAPIERLADE
automatisch wisselen van papierlade,
ook wanneer de papierbron voor een
kopieertaak handmatig is ingegeven, in
te schakelen.
Als [AAN] (ON) geselecteerd is, zal het
apparaat papier van hetzelfde formaat
uit een andere papierlade toevoeren
2
wanneer de aangegeven papierlade
tijdens een kopieertaak leeg zou raken.
Deze functie is altijd ingeschakeld als
kopieeropdrachten uitgevoerd worden
met functie Automatische papierselectie
(APS). Raadpleeg de
Gebruikershandleiding Basis voor
meer informatie:
3
• Wanneer voor een papierlade
4
PRINTEN
Deze optie maakt het mogelijk te kiezen
PAUZEREN BIJ
of er gestopt moet worden met
5
LEGE NIETER
afdrukken wanneer de nieter tijdens het
nieten leeg raakt.
• AAN (ON) — druk op deze toets om
• UIT (OFF) — druk op deze toets om
AUTO
• AAN (ON) — druk op deze knop om
6
UITVOERLADE
WISSEL
(CASCADE-
AFDRUKKEN)
• UIT (OFF) — druk op deze knop om
BUITENKANT
• AAN (ON) — druk op deze toets om
7
ORIGINEEL
WISSEN
• UIT (OFF) — druk op deze toets om
(ORIGINAL
OUTSIDE
ERASE)
Omschrijving
Opmerking
KENMERK (ATTRIBUTE) anders is
ingesteld dan op [GEEN] (NONE),
valt het papier dat in deze papierlade
geplaatst is buiten de scope van
functie Automatisch wisselen van
papiermagazijn.
Raadpleeg voor instructies over het
controleren en/of wijzigen van een
kenmerk van een papierlade de
volgende pagina:
P.148 "PAPIERLADE"
te stoppen met afdrukken.
door te gaan met afdrukken zonder
nieten.
door te gaan met afdrukken door
automatisch van uitvoerlade te
wisselen wanneer de originele
uitvoerlade vol raakt.
te stoppen met afdrukken wanneer
de uitvoerlade vol raakt.
deze functie in te schakelen.
deze functie uit te schakelen.
FAXEN
Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, zullen alleen
[NEGEREN] (DISCARD) en [VERKLEIND] (REDUCTION)
beschikbaar zijn voor [RX AFDR.] (RX PRINT).
Vergeet niet
• Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, worden opties in dit
menu toegepast op internetfaxverzendingen.
• Afhankelijk van het model is [FAXEN] alleen beschikbaar
wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit
geïnstalleerd zijn.
• Raadpleeg voor instructies over hoe scherm FAXEN weer te
geven de volgende pagina:
P.161 "Toegang tot menu Beheerder"
Instellen van de opties negeren en
verkleind afdrukken voor RX-afdrukken
Het is mogelijk afdrukinstellingen voor het afdrukken van per
internetfax ontvangen originelen in te stellen.
Er zijn twee afdrukinstellingen beschikbaar: afdruk negeren en
verkleind afdrukken.
NEGEREN: AAN, UIT
• AAN — wanneer originelen tot 10 mm groter zijn dan het
afdrukgebied, dan wordt het deel van de originelen dat het
afdrukgebied overschrijdt, genegeerd.
• UIT — het ontvangen origineel wordt afgedrukt op twee
vellen papier als de lengte ervan het afdrukgebied van het
papier overschrijdt.
* Neem voor informatie over instellingen voor afdrukken
negeren contact op met uw dealer.
VERKLEINEN: AAN, UIT
• AAN — als het ontvangen origineel langer is dan het
registratiepapier, zal het verticaal worden verkleind tot 90%
om op het registratiepapier te passen.
• UIT — het ontvangen origineel wordt afgedrukt op twee
vellen papier als de lengte ervan het afdrukgebied van het
registratiepapier overschrijdt.
1
Druk in scherm FAX op [AFDRUK
VERZENDEN] (RX PRINT).
Scherm AFDRUK VERZENDEN (RX PRINT) wordt
weergegeven.
- 192 -