HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN
●
HET STUURPROGRAMMA VAN DE NETWERKFAX INSTELLEN
1
Hoe in te stellen
Er zijn twee manieren om de opties voor het stuurprogramma
van de netwerkfax in te stellen: De eerste is het instellen van
de initiële waarden van de opties, de tweede is het instellen
van elke optie voor elke individuele taak.
P.78 "Instellen van initiële waarden van de opties voor het
2
stuurprogramma van de netwerkfax"
P.78 "Afdrukopties instellen voor elke afdruktaak"
Instellen van initiële waarden van de
opties voor het stuurprogramma van de
netwerkfax
3
Het instellen van de opties voor de netwerkfax door de
eigenschappen van het stuurprogramma van de netwerkfax
weer te geven vanuit de map met Printers binnen menu [Start]
van Windows bepaalt de initiële waarden van de opties.
1
Klik op [Start] en kies [Apparaten en
printers].
2
Rechtsklik op [TOSHIBA e-STUDIO Fax] en
4
selecteer [Afdrukvoorkeuren] (Printing
preferences) of [Eigenschappen printer]
(Printer properties) uit het contextmenu.
• Als menu [Bestand] niet wordt weergegeven, druk dan
op [Alt].
Afdrukopties instellen voor elke
5
afdruktaak
Het instellen van de opties voor het stuurprogramma van de
netwerkfax door de afdrukeigenschappen van dialoogvenster
Afdrukken binnen de toepassing weer te geven, zal de
waarden voor de huidige netwerkfaxtaak instellen. De
instellingen voor opties van het stuurprogramma van de
netwerkfax die specifiek zijn voor elke netwerkfaxtaak worden
6
op deze manier ingesteld.
1
Klik in een toepassing op menu [Bestand]
en selecteer [Afdrukken].
2
Selecteer [TOSHIBA e-STUDIO Fax] en klik
op [Eigenschappen] (Properties) of
[Voorkeuren] (Preferences).
7
Instellen van de opties voor het
stuurprogramma van de netwerkfax
Opties voor het stuurprogramma van de netwerkfax zijn de
attributen die de manier definiëren waarop een faxtaak
overgedragen wordt. Het is bijvoorbeeld mogelijk ontvangers,
resolutie en papierformaat aan te geven.
P.78 "Instellen van tabblad [Lay-out]"
P.79 "Instellen van tabblad [Verzenden] (Send)"
P.80 "Instellen van het kaftblad"
P.81 "Instellen van SNMP"
P.82 "Instellen van tabblad [Apparaatinstellingen (Device
Settings)"
P.83 "LDAP-servers instellen (Setting up LDAP Servers)"
Instellen van tabblad [Lay-out]
In tabblad [Lay-out] (Layout) kunnen het formaat en de
oriëntatie van het papier ingesteld worden.
1
1) Oriëntatie
Stel de afdrukoriëntatie van het document in.
- Staand (Portrait) — Gegevens worden verticaal op het
papier afgedrukt.
- Liggend (Landscape) — Gegevens worden horizontaal
op het papier afgedrukt.
- 78 -
2