ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
1
2
Naam item
BELEIDSNAAM
AAN
3
UIT
RESET
VERBINDINGEN
4
FABRIEKSINST.
5
Vergeet niet
Instellingen die vereist zijn voor IPsec, zoals invoer van IPsec-
beleid, kunnen worden uitgevoerd met TopAccess. Raadpleeg
voor meer informatie de TopAccess Guide "Chapter 8:
[Administration] Tab Page".
Opmerking
• [IPsec] is alleen beschikbaar wanneer functie IPsec-enabler
6
wordt gebruikt.
Controleren van het netwerk
Er zijn twee functies beschikbaar voor het controleren van de
netwerkstatus: ping en traceroute.
Met de ping-functie is het mogelijk de verbindingsstatus tussen
dit apparaat en de servers op het netwerk te controleren. En
7
functie traceroute maakt het mogelijk het netwerkpad naar de
gewenste server te bekijken en te controleren.
Omschrijving
FQDN-bijwerkmethodeDe naam van
het huidig toegepaste IPsec-beleid
wordt weergegeven.
druk op deze toets om IPsec-
communicatie in te schakelen.
druk op deze toets om IPsec-
communicatie uit te schakelen.
druk op deze knop om de huidige
IPsec-sessie te wissen (flushen) en
een nieuwe sessie te beginnen
wanneer de nu voor IPsec-
communicatie gebruikte sleutel
gelekt is of als er een overtreding van
de beveiliging vastgesteld is.
druk op deze toets om de
standaardinstellingen voor de IPsec-
instellingen te herstellen. Wanneer u
op deze knop drukt, wordt een
bevestigingsbericht weergegeven.
1
Selecteer in scherm NETWERKCONTROLE
(NETWORK CHECK) de te controleren
server en druk op [ping] of [TRACEROUTE].
Het resultaat van de controle wordt weergegeven.
Vergeet niet
• Er zijn twee manieren om de server te selecteren die u
wilt controleren.
Om de gewenste server te selecteren uit de
serverlijst op het aanraakscherm:
Controleerbare servers en ondersteunde protocols zijn
de volgende.
- Primaire DNS-server (IPv4/IPv6)
- Secundaire DNS-server (IPv4/IPv6)
- Primaire WINS-server (IPv4)
- Secundaire WINS-server (IPv4)
- SMTP-server (IPv4/IPv6)
- POP3-server (IPv4/IPv6)
- Primaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
- Secundaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
- LDAP-server 1
- LDAP-server 2
- LDAP-server 3
- LDAP-server 4
- LDAP-server 5
- Remote server 1
- Remote server 2
Om de gewenste server handmatig aan te wijzen:
Voer de servernaam, het IPv4-adres of het IPv6-adres
handmatig in. Wanneer u op veld Handmatige invoer
drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op
scherm de volgende pagina:
P.232 "Schermtoetsenbord"
Opmerking
• Wanneer u een WINS-naam ingevoerd hebt voor het
netwerkpad van de server op afstand 1/2 in instelling
"Opslaan als bestand" in TopAccess, kan de
netwerkcontrolefunctie voor die servers niet worden
uitgevoerd door ze in de serverlijst te selecteren. Wijs
in dat geval het IP-adres van de server op afstand 1/2
handmatig aan om de netwerkcontrolefunctie uit te
voeren.
- 190 -