5
Druk op [VOLG.] (NEXT).
Scherm ENCRYPTIE-INSTELLINGEN DRAADLOOS
(WIRELESS ENCRYPTION SETTINGS) wordt
weergegeven.
6
Specificeer de volgende items en druk op
[VOLG.] (NEXT).
• ENCRYPTIE TUSSEN AP EN STA.
Selecteer het encryptietype dat gebruikt wordt voor
communicatie tussen het Access Point en het apparaat.
[TKIP] — Selecteer deze optie om TKIP-encryptie te
gebruiken. TKIP voorziet in een andere sleutel per pakket
met een integriteitscontrole op berichten. Deze sleutel
zal op elke vaste interval worden gewijzigd.
[AES(CCMP)] — Selecteer deze optie om AES-encryptie
te gebruiken. AES is het cryptografiealgoritme van de
volgende generatie dat de regering van de V.S. verbetert
om DES en 3DES te vervangen.
[DYNAMISCH WEP] (DYNAMIC WEP) — Selecteer
deze optie om een encryptie te gebruiken die de WEP-
sleutel automatisch bijwerkt. DYNAMISCH WEP doet dit
zowel periodiek als automatisch.
Opmerking
• Druk op [WPA] of [WPA2] om [TKIP] of [AES (CCMP)]
te selecteren, of druk op [802.1X] om [DYNAMIC
WEP] te selecteren.
Vergeet niet
• De intensiteit van de encryptie tussen elke encryptie is:
AES(CCMP) > TKIP > DYNAMISCH WEP
7
Specificeer de volgende items en druk op
[VOLG.] (NEXT).
• OVERDRACHTSVERMOGEN (TRANSMIT POWER)
Selecteer laag overdrachtsvermogen als het gebied
waarin de draadloze communicatie ingeschakeld is,
beperkt moet worden. Als het gebied niet beperkt hoeft te
worden, selecteer dan [100%].
8
Bevestig de instellingen en druk op [EINDE]
(FINISH).
Vergeet niet
• Als er instellingen gewijzigd moeten worden, druk dan
op [VORIGE] (PREV.) om terug te gaan naar het
scherm waarin gewijzigd moet worden en herhaal de
bewerking(en).
9
Druk op [JA] (YES) en wacht tot de
instelling juist weergegeven wordt.
- 207 -
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
1
2
3
4
5
6
7