ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
• Als "Domein" ingesteld wordt als instelling voor aanmelden
in de SMB-sessie van TopAccess (beheerdersmodus), en
het apparaat daarna INgeschakeld wordt of op
[TOEPASSEN] wordt gedrukt na het wijzigen van de
1
netwerkinstellingen van het apparaat, zal het apparaat zich
aanmelden bij het Windows domeinnetwerk.
• Er kunnen alleen alfanumerieke tekens en "-" ingevoerd
worden voor [NetBIOS-NAAM].
• Voer voor [WINS PRIMARY] of [WINS SECOND.] geen IP-
adres in dat begint met "0" (bijv. "0.10.10.10"), "127" (bijv.
"127.10.10.10") of "224" (bijv. "224.10.10.10"). Als u een
dergelijk adres invoert, kan het apparaat niet communiceren
2
met de WINS-server.
• <tt>Als u </tt><tt>"</tt><tt>0.0.0.0</tt><tt>" </tt><tt>invoert
voor [WINS PRIMARY] en [WINS SECOND.], zal dit
apparaat de WINS-server niet gebruiken.</tt>
• Wanneer [DYNAMISCH] of [GEEN AUTO IP] is
geselecteerd voor [ADRESMODUS] in de TCP/IP-
instellingen, kan dit apparaat het IP-adres voor [WINS
PRIMARY] en [WINS SECOND.] verkrijgen van de DHCP-
server.
3
Instellen van het AppleTalk-protocol
Het AppleTalk-protocol moet ingeschakeld en juist ingesteld
zijn om afdrukken met AppleTalk vanaf een Macintosh-
computer in te schakelen.
4
5
Naam item
APPLETALK
INSCHAKELEN
6
APPARAATNAAM
GEWENSTE ZONE
7
Vergeet niet
Wanneer u op [APPARAATNAAM] of [GEWENSTE ZONE]
(DESIRED ZONE) drukt, wordt het toetsenbord op scherm
weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op
scherm de volgende pagina:
P.232 "Schermtoetsenbord"
Omschrijving
• AAN (ENABLE) — druk op
deze toets om het AppleTalk-
protocol in te schakelen.
• UIT (DISABLE) — druk op deze
toets om het AppleTalk-protocol
uit te schakelen.
druk op deze toets om de naam van
het apparaat in te voeren.
druk op deze knop om de
zonenaam voor AppleTalk in te
geven. Als uw AppleTalk-netwerk
niet geconfigureerd is met een
zone, geeft dan de standaard
zonenaam "*" in.
Instellen van de HTTP-netwerkservice
Met deze functie kunt u de HTTP-netwerkserverservice in- of
uitschakelen die de webgebaseerde toepassingen voor het
apparaat levert, zoals TopAccess en e-FILING.
Naam item
HTTP-SERVER
INSCHAKELEN
SSL INSCHAKELEN
NR. PRIMAIRE
POORT
NR. SECUNDAIRE
POORT
- 188 -
Omschrijving
• AAN (ENABLE) — druk op
deze toets om de HTTP-
netwerkserver-service in te
schakelen.
• UIT (DISABLE) — druk op deze
toets om de HTTP-
netwerkserver-service uit te
schakelen.
Deze optie moet ingeschakeld zijn
voor de TopAccess en e-FILING
internettoepassing.
Kies of er al dan niet SSL (Secure
Sockets Layer) gebruikt moet
worden.
• AAN (ENABLE) — druk op
deze knop om de gegevens die
tussen het apparaat en
clientcomputers uitgewisseld
worden, te coderen met een
privésleutel als resultaat van het
gebruik van TopAccess of
webtoepassing e-Filing.
• UIT (DISABLE) — druk op deze
toets om encryptie uit te
schakelen.
druk op deze knop om het nummer
van de primair te gebruiken poort in
te geven voor het ontvangen van
HTTP-toegang van andere clients.
Normaal wordt standaard
poortnummer "80" gebruikt.
druk op deze toets om het
secundair te gebruiken
poortnummer in te geven voor
toegang tot TopAccess en de e-
FILING-webtoepassing. Normaal
wordt standaard poortnummer
"8080" gebruikt.