Pagina 3
Voorwoord Hartelijk dank voor de aanschaf van ons product. In deze handleiding worden instructies gegeven voor beheerders voor het instellen en beheren van de multifunctionele digitale systemen of multifunctionele digitale kleursystemen. Lees deze handleiding alvorens de functies te gebruiken. Gebruik van deze handleiding ...
Pagina 4
Afkortingen in deze handleiding In deze handleiding worden “Documentinvoer dubbelzijde scanner” (DSDF, Dual Scan Document Feeder) en “Automatische documenttoevoer met omkeerinrichting” (RADF, Reversing Automatic Document Feeder) hierna gezamenlijk aangeduid als “Automatische documentinvoer” (ADF, Automatic Document Feeder). Handelsmerken Voor de handelsmerken, raadpleeg de Veiligheidsinformatie. 4 Voorwoord...
Pagina 5
INHOUD Voorwoord ............................3 Gebruik van deze handleiding ............................ 3 Hoofdstuk 1 ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Toegang tot menu Gebruiker........................ 10 Algemeen (General)..........................11 Wijzigen van de weergavetaal ........................... 11 Instellen van de weergave met hoog contrast ......................11 Aanpassen van de weergave-instelling ........................12 Instellen van de automatische kalibratie .........................
Pagina 6
Aanmaken of installeren van duplicaatbestanden ....................66 Uitschakelinstellingen configureren......................... 70 Exporteren van logs ..............................70 Instellen overslaan taken ............................71 De instellingen van het toetsenbord wijzigen ......................72 Reinigen van de hoofdladers en de LED printkoppen....................73 Instellen van de pop-upberichten..........................73 Instellen van de ADF ruisvermindering........................
Pagina 7
Wijzig gebruikerswachtwoord (Change User Password) ................129 802.1X-instellingen (802.1X Settings)....................130 Hoofdstuk 3 BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Toegang tot menu Teller ........................136 Totaal teller (Total Counter)........................137 Weergave printteller ..............................137 Weergave scanteller..............................138 Weergave OCR-teller..............................138 Afdrukken totaalteller (Print Out Total Counter) ..................139 Afdelingsteller (Department Counter)....................140 Weergave printteller voor afdelingscode .......................
Pagina 9
ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Toegang tot menu Gebruiker.....................10 Algemeen (General) ......................11 Wijzigen van de weergavetaal ..........................11 Instellen van de weergave met hoog contrast ....................11 Aanpassen van de weergave-instelling ......................12 Instellen van de automatische kalibratie ......................12 De kalibratie instellen............................12 Instellen van de registratie..........................12 Weergave van de functies van de programmeerbare toets................12 Wijzigen van mobiele instellingen ........................13 Instellen van geluidsvolume en toonhoogte......................13...
Pagina 10
Toegang tot menu Gebruiker Volg de onderstaande stappen om naar menu Gebruiker (User) te gaan in scherm Gebruikersfuncties (User Functions). Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.156 “Schermtoetsenbord” Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: ...
Pagina 11
Algemeen (General) U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) voor het multifunctionele systeem wijzigen. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Algemeen (General) weer te geven de volgende pagina: P.10 “Toegang tot menu Gebruiker” Naam item Omschrijving P.11 “Wijzigen van de weergavetaal” Taal veranderen (Change Language) ...
Pagina 12
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Aanpassen van de weergave-instelling U kunt de helderheid van het aanraakscherm regelen. Pas de helderheid in het scherm [Scherminstelling (Display Setting)] aan door op te drukken. Als u op [Reset] drukt, wordt de instelling gereset naar de fabrieksinstellingen. ...
Pagina 13
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Wijzigen van mobiele instellingen Wanneer u PDF-bestanden met transparante gegevens afdrukt via AirPrint of Mopria Print Service, kunt u de afdrukprioriteit voor kwaliteit of snelheid selecteren. Kwaliteit mode (Quality Mode) - U kunt transparante effecten afdrukken. ...
Pagina 14
Kopie (Copy) U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van kopieeropdrachten wijzigen. Het aantal pagina's en opties dat in scherm Kopie (Copy) weergegeven wordt, verschilt, afhankelijk van het model. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Kopie (Copy) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 15
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Naam item Omschrijving Sla lege pagina over Selecteer uit 7 niveaus de gewenste gevoeligheid voor het detecteren en verwijderen aanpassing (Omit van blanco pagina's uit het gescande origineel in een kopieertaak. Blank Page Hoe hoger de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op , hoe groter de kans Adjustment) dat het apparaat blanco pagina's zal detecteren.
Pagina 16
U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van fax- en internetfaxopdrachten wijzigen. Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn. Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, kunnen alleen [Resolutie (Resolution)], [Origin. modus (Original Mode)], [Belichting (Exposure)], [Instelling voorbeeld (Preview Setting)] ingesteld worden. ...
Pagina 17
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Naam item Omschrijving Bev.ontv. forceren U kunt de functie Beveiligde Ontvangst in- of uitschakelen. Deze functie is alleen (Secure Receive beschikbaar wanneer de functie Weekplanning (Weekly Schedule) is ingesteld. Forced Setting) Aan (Enable) — Hiermee wordt de functie Beveiligde ontvangst (Secure Receive) ingeschakeld.
Pagina 18
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Naam item Omschrijving Snelh.limiet ontv. (Rx De ontvangst met V.34 kan mislukken, afhankelijk van de kwaliteit van de Speed Limit) communicatie van uw lijn. Ontvangstfouten kunnen worden vermeden wanneer deze optie is ingesteld op Aan (On). Lijn1 (Line1) — Hiermee kunt u de snelheidslimiet voor het ontvangen voor de 1e lijn al dan niet inschakelen.
Pagina 19
Scan U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van scanopdrachten wijzigen. Afhankelijk van het model is [Scannen (Scan)] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/ scannerkit geïnstalleerd zijn. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Scannen (Scan) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 20
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Naam item Omschrijving Zwart/wit aanpassing Kies de belichting voor het scannen van zwart-witoriginelen in modus Auto kleur (Auto voor standaard (B/W Color). Adjustment for Hoe hoger de belichting wordt ingesteld, door op te drukken, hoe lichter scans van Standard) zwart-wit in een origineel zullen zijn.
Pagina 21
e-Filing U kunt het type beeldkwaliteit instellen voor het afdrukken van kleurendocumenten die zijn opgeslagen via scannen naar e-Filing. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm E-Filing weer te geven de volgende pagina: P.10 “Toegang tot menu Gebruiker” Naam item Omschrijving Algemeen (General) Druk op deze toets om de geschikte kleurkwaliteit in te stellen voor het afdrukken van...
Pagina 22
Lijst (List) U kunt onderstaande lijsten afdrukken. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Lijst (List) weer te geven de volgende pagina: P.10 “Toegang tot menu Gebruiker” De lijst wordt afgedrukt op het papier dat wordt ingevoerd vanuit de lade met LT-R- of A4-R-papier en wordt uitgevoerd naar de uitvoerlade.
Pagina 23
Papierlade (Drawer) U kunt het papierformaat en -type voor elke lade instellen. P.23 “Het papierformaat instellen” P.25 “De papiersoort instellen” Om het papierformaat en de papiersoort te wijzigen, kies [Toestaan (Allow)] onder [Beheer (Admin)] > [Papierlade (Drawer)] > [Papierformaatinstelling (Paper Size Setting)] voor elke papierlade. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Papierlade (Drawer) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 24
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) e-STUDIO400AC Serie U kunt de papierformaten automatisch instellen door op [Auto] in plaats van op de knoppen voor het papierformaat te drukken. Bij het detecteren van soortgelijke papierformaten wordt mogelijk het verkeerde automatisch ingesteld. Om de juiste papierformaten in te stellen, drukt u op [Grootte detecteren (Detect size)] en selecteert u de juiste papierformaten voor drie groepen van soortgelijke papierformaten.
Pagina 25
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) De papiersoort instellen Druk in scherm Papierlade (Drawer) op het deel van de illustratie dat overeenkomt met de lade waarvan de papiersoort gewijzigd moet worden en druk op de knop voor de gewenste soort. De beschikbare papierformaten en -soorten van elk model kunnen variëren.
Pagina 26
Adres (Address) Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.26 “Contactpersonen beheren in het adresboek” P.29 “Groepen beheren in het adresboek” Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Adres boek (Address Book) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 27
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Naam item Omschrijving Index Druk op deze toets om de index van de contactpersoon in te voeren. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden. Het verdient aanbeveling de index in te geven omdat het adres wordt weergegeven volgens de index wanneer op de knoppen boven het scherm ADRESBOEK (ADDRESS BOOK) wordt gedrukt.
Pagina 28
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Druk op [Taakstatus (Job Status)] op het aanraakscherm. Druk op tabblad [Log] en druk op [Zenden (Send)] (of [Ontvangen (Receive)] of [Scan]). De Verzend- (of Ontvangst- of Scan-) log-lijst wordt weergegeven. Selecteer de opdracht die het faxnummer of het e-mailadres bevat dat u wilt registreren in het adresboek en druk op [Toegang (Entry)].
Pagina 29
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) Groepen beheren in het adresboek U kunt groepen creëren die meerdere contactpersonen bevatten, waardoor het mogelijk wordt groepen aan te geven in plaats van het elke contactpersoon apart te moeten selecteren bij scannen naar e-mail of fax- of internetfaxverzending.
Pagina 30
Contr. e-mail (Check E-mail) Met deze functie kunt u controleren op nieuwe e-mails (internetfaxen) op de POP3-server. Als er een nieuwe e-mail ontvangen wordt op de POP3-server, print het multifunctionele systeem automatisch de e-mailgegevens nadat ze zijn opgehaald van de POP3-server. Om deze bewerking uit te voeren, moet de POP3-server geconfigureerd worden met TopAccess.
Pagina 31
Internetfax (Internet Fax) U kunt de instellingen voor de TTI- en RTI-opname voor internetfaxtaken configureren. TTI Zet de TTI opname Aan (On) of Uit (Off). RTI Zet de RTI opname Aan (On) of Uit (Off). Internetfax (Internet Fax) 31...
Pagina 32
Bluetooth printen (Bluetooth Printing) Dit apparaat ondersteunt OPP/FTP/HCRP afdrukken via Bluetooth. Als de draadloze LAN/Bluetooth-module is geïnstalleerd op het apparaat, dan kunt u afdrukken vanaf alle apparatuur die Bluetooth OPP/FTP/HCRP afdrukken met dit apparaat ondersteunt. Alvorens Bluetooth printen te gebruiken, stel het papierformaat en afdruktype voor het afdrukken in. ...
Pagina 33
Wi-Fi DIRECT instelling (Wi-Fi Direct Setting) Als de draadloze LAN-/Bluetoothmodule is geïnstalleerd op het apparaat, dan kunt u instellingen voor Wi-Fi Direct maken. Wi-Fi Direct is een functie waarmee u rechtstreeks apparaten die Wi-Fi Direct ondersteunen kunt verbinden via een draadloos LAN zonder gebruik te maken van een draadloos toegangspunt, enzovoort.
Pagina 34
1.ITEMS INSTELLEN (Gebruiker) 34 Wi-Fi DIRECT instelling (Wi-Fi Direct Setting)
Pagina 35
ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Toegang tot menu Beheerder ....................37 Algemeen (General) ......................39 De apparaatinformatie instellen.........................42 De kennisgeving instellen............................42 Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten van het servicewachtwoord ........43 De klok instellen..............................44 Instellen van de energiebesparende standen ....................44 Instellen van het kalibratie- en registratie displayniveau .................47 De kalibratie instellen............................47 De soepelheid van het afdrukken wijzigen......................49 Instellen van de registratie..........................49...
Pagina 36
Fax..........................96 De ID-naam registreren............................96 Oorspronkeljke instellingen configureren......................98 Rx-afdrukken instellen............................99 Instelling uitgestelde verzending activeren .....................100 Instelling 2e lijn voor FAX-eenheid........................100 Instellen van de beveiligde ontvangstfunctie ....................100 Bestand (File)......................... 102 E-mail..........................103 Standaard e-mailonderwerp instellen......................104 Internetfax (Internet Fax) ....................105 Beveiliging (Security) ..................... 106 Beheer van certificaten............................106 Instellen van beveiligde PDF-bestanden ......................110 Uitvoeren van de integriteitscontrole.......................111...
Pagina 37
Toegang tot menu Beheerder Volg de onderstaande stappen om menu Beheerder (Admin) weer te geven in scherm Gebruikersfuncties (User Functions). Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.156 “Schermtoetsenbord” Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: ...
Pagina 38
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Ga verder met de gewenste administratieve bewerking. Admin-menu (1/2) Admin-menu (2/2) Het scherm Gebr.functies (User Functions) bevat de volgende knoppen. Raadpleeg voor meer informatie over elke knop de overeenkomstige pagina. P.39 “Algemeen (General)” P.80 “Netwerk (Network)” ...
Pagina 39
Algemeen (General) U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) voor het multifunctionele systeem wijzigen. Het scherm toont de knoppen, afhankelijk van het model. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Algemeen (General) weer te geven de volgende pagina: P.37 “Toegang tot menu Beheerder” Menu Algemeen (1/3) Menu Algemeen (2/3) Menu Algemeen (3/3)
Pagina 40
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving P.42 “De apparaatinformatie instellen” Apparaatgegevens (Device Information) P.42 “De kennisgeving instellen” Kennisgeving (Notification) P.43 “Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten van het Wachtwoord setup (Password Setup) servicewachtwoord” P.44 “De klok instellen” Klok (Clock) ...
Pagina 41
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving P.79 “De levenstellers van de vervangen verbruiksartikelen nulstellen” Verbr.art. Vervanging (Consumables Replacement) Als de verwerkingseenheid of de fusereenheid op sommige modellen aan het einde van zijn levensduur is gekomen, kunt u de knoppen [Kalibratie (Calibration)], [Egalisatie print (Smoothness Of Print)] en [Registratie (Registration)] pas gebruiken nadat u het vervallen onderdeel door een nieuw exemplaar hebt vervangen.
Pagina 42
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De apparaatinformatie instellen U kunt de apparaatinformatie van dit apparaat instellen. Deze items worden weergegeven op de Apparaatpagina van TopAccess, een internetgebaseerde apparaatbeheertoepassing. Naam item Omschrijving Locatie (Location) Druk op deze toets om de locatie in te voeren waar het apparaat zich bevindt. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden.
Pagina 43
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [Aan (On)] voor het e-mailadres waarop u de kennisgeving wilt ontvangen en druk op [OK]. Om de kennisgeving voor een e-mailadres uit te schakelen, druk op [Uit (Off)]. [Aan (On)] is beschikbaar nadat een e-mailadres ingevoerd is. ...
Pagina 44
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De klok instellen U kunt de klok die in het multifunctionele systeem ingebouwd is, aanpassen door met de digitale toetsen de datum en tijd in te voeren. Naam item Omschrijving Datum/tijd (Date / Druk op deze knop om de klok in te stellen. Time) Selecteer de waarde die moet worden gewijzigd.
Pagina 45
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de aan/uit-schakelklok Druk in scherm Energie spaarstand (Energy Saver) op [Aan/Uit schakelklok (Weekly Timer)]. Het scherm SCHAKELKLOK (TIMER) wordt weergegeven. Controleer de instellingen op het scherm. Als er wijzigingen moeten worden aangebracht, druk dan op [Verander (Change)]. Als er geen wijzigingen nodig zijn, druk dan op [OK] en voltooi de bewerking.
Pagina 46
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de slaapstand Druk in het scherm Energie spaarstand op [Slaap/Super slaap (Sleep/Super Sleep)], [Auto slaap/ Super slaap (Auto Sleep/Super Sleep)], of [Auto Slaap (Auto Sleep)]. De naam van de toets is afhankelijk van het model en de bestemming. Wanneer u op deze toets drukt, wordt het instellingenscherm weergegeven.
Pagina 47
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van het kalibratie- en registratie displayniveau U kunt instellen of het multifunctionele systeem gebruik maakt van de kalibratie- en registratie-instellingen die worden aangestuurd door een gebruiker of beheerder. De toetsen ([Kalibratie (Calibration)], [Registratie (Registration)]) verschijnen volgens deze instelling alleen onder menu Beheerder (Admin) of onder zowel menu Gebruiker (User) als menu Beheerder (Admin).
Pagina 48
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Selecteer de gewenste papiersoort en druk op [OK]. Afhankelijk van de instellingen in het multifunctionele systeem kan het scherm om de papiersoort te selecteren niet getoond worden. Ga in dat geval door naar de volgende stap. Selecteer de instellingen voor kalibratie. Naam item Omschrijving Standaard (Default)
Pagina 49
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De soepelheid van het afdrukken wijzigen Het is mogelijk de lijndichtheid voor het afdrukken van afbeeldingen te wijzigen. Deze instelling is mogelijk voor afdruktaken met 600 dpi. Stel deze in op resp. kleuren- of zwart/witafdrukken. Naam item Omschrijving Hoog (High) Druk op deze knop om af te drukken met het normale niveau voor...
Pagina 50
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de statusmelding Er kan een statusmelding onderin het aanraakscherm verschijnen, wat informeert over bepaalde gebeurtenissen zoals papier leeg en toner laag. Druk op [Aan (On)] of [Uit (Off)] voor elke statusmelding en druk op [OK]. Naam item Omschrijving Melding toner is bijna op (Toner...
Pagina 51
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Bekijken van de productinformatie Op het scherm Licentiebeheer (License Management) scherm, druk op [Details] om de gewenste productinformatie te bevestigen. Het scherm Licentiegegevens (License Details) wordt weergegeven. Druk nadat u de productinformatie heeft bevestigd op [Sluiten (Close)]. Vervolgens keert u terug naar het scherm Licentiebeheer (License Management).
Pagina 52
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Sluit uw USB-opslagapparaat aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Raadpleeg voor de plaats van de USB-poort op het apparaat de Verkorte installatiehandleiding “Hoofdstuk 1: VOORBEREIDINGEN”. Druk nadat u de licentie-informatie heeft bevestigd op [Sluiten (Close)]. ...
Pagina 53
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Sluit uw USB-opslagapparaat aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Raadpleeg voor de plaats van de USB-poort op het apparaat de Verkorte installatiehandleiding “Hoofdstuk 1: VOORBEREIDINGEN”. Selecteer de optie die u wilt installeren en druk vervolgens op [Installeer (Install)]. Druk op [Ja (Yes)].
Pagina 54
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk als de installatie voltooid is op [OK]. Als de installatie mislukt, dan verschijnt het bericht “De installatie is mislukt. (The installation failed.) Wilt u het opnieuw proberen? (Do you want to retry?)” in het scherm Voorzichtig (Caution). Druk in dit geval op [Ja (Yes)] om de installatie opnieuw uit te voeren.
Pagina 55
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Voer het nummer van het licentiecertificaat in en druk op [OK]. U kunt het certificaatnummer van de licentie op twee manieren invoeren: Druk op het invoerveld om het toetsenbord weer te geven en voer direct het nummer van het licentiecertificaat in.
Pagina 56
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) - Selecteer het bestand met het nummer van het licentiecertificaat en druk op [OK]. - Selecteer het nummer van het licentiecertificaat en druk op [Inst. (Set)]. Druk op [Ja (Yes)] in het bevestigingsscherm voor activering. Druk op [OK] in het bevestigingsscherm voor voltooien. Indien nodig schakelt het apparaat automatisch uit en start het opnieuw op.
Pagina 57
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [Offline]. Sluit uw USB-media die het installatiebestand van de licentie bevat aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Selecteer het activeringsbestand en druk op [Activeren (Activate)]. Druk op [Ja (Yes)] in het bevestigingsscherm voor activering. Druk op [OK] in het bevestigingsscherm voor voltooien.
Pagina 58
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Deactiveren van de licentie U kunt de licentie online of offline deactiveren. Op het scherm Licentie beheer (License Management) scherm, druk op [Details] voor de licentie die u wilt deactiveren. Druk op [Deactiver. (Deactivate)]. Druk op [Online] of [Offline]. ...
Pagina 59
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Sluit uw USB-media aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Druk op [Ja (Yes)] op het bevestigingsscherm voor deactivering. Druk op [OK] in het bevestigingsscherm voor voltooien. Indien nodig schakelt het apparaat automatisch uit en start het opnieuw op. ...
Pagina 60
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Sluit uw USB-media aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Druk op [Ja (Yes)] in het bevestigingsscherm voor exporteren. Druk op [OK] in het bevestigingsscherm voor voltooien. Toevoegen of verwijderen van weergavetalen U kunt nieuwe talen toevoegen voor gebruik in het aanraakscherm en kunt u ook de talen verwijderen die u niet langer nodig heeft.
Pagina 61
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop het taalpakket is opgeslagen, aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Raadpleeg voor de plaats van de USB-poort op het apparaat de Verkorte installatiehandleiding “Hoofdstuk 1: VOORBEREIDINGEN”. Selecteer het taalpakket dat u wilt installeren en druk op [Installeer (Install)]. Druk op [Ja (Yes)].
Pagina 62
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk als de installatie voltooid is op [OK]. Als de installatie mislukt, verschijnt bericht “Installatie mislukt (Installation Failed.)” in scherm Voorzichtig (Caution). Druk in dit geval op [Sluiten (Close)] en voer de procedure opnieuw uit. Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-poort van het multifunctionele systeem. ...
Pagina 63
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de standaardtaal Selecteer in scherm Talen (Languages) de taal die u als standaardtaal wilt en druk op [Std instell. (Set Default)]. Naast de geselecteerde standaardtaal verschijnt een vinkje Druk op [OK]. Bijwerken van uw systeem U kunt bestanden installeren voor het bijwerken van het systeem van het multifunctionele systeem.
Pagina 64
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [Installeer (Install)]. Het scherm toont de firmware-informatie, afhankelijk van het model dat u gebruikt. Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop de bestanden voor het bijwerken van het systeem zijn opgeslagen, aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Raadpleeg voor de plaats van de USB-poort op het apparaat de Verkorte installatiehandleiding “Hoofdstuk 1: VOORBEREIDINGEN”.
Pagina 65
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Selecteer het bestand dat u wilt installeren en druk vervolgens op [Installeer (Install)]. Het scherm toont de firmware-informatie, afhankelijk van het model dat u gebruikt. Druk op [Ja (Yes)]. De installatie wordt gestart. Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB-opslagapparaat tijdens de gegevensoverdracht uit het systeem wordt verwijderd, dan kunnen de gegevens op het opslagapparaat beschadigd raken of kan een storing optreden op het apparaat.
Pagina 66
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Aanmaken of installeren van duplicaatbestanden U kunt duplicaatbestanden van de gegevens voor instellingen en gebruikers creëren door de kloonfunctie te gebruiken. Deze bestanden kunnen ook worden geïnstalleerd in andere machines. Deze functie is nuttig wanneer u dezelfde instellingen op meerdere machines wilt toepassen.
Pagina 67
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Selecteer het bestand dat u wilt installeren en druk vervolgens op [Installeer (Install)]. Er kan per bewerking één bestand worden geselecteerd. Wanneer een optie die het al dan niet opnemen van het adresboek in de te installeren gegevens verschijnt, druk op [Nee (No)] om dit niet te doen.
Pagina 68
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Wanneer de installatie is voltooid, drukt u op [OK] of [Opslaan (Save)] om het apparaat opnieuw op te starten. Druk op [OK] om het apparaat onmiddellijk opnieuw op te starten. Druk op [Opslaan (Save)] om een bestand op te slaan dat het resultaat van de installatie registreert en om de apparatuur opnieuw op te starten.
Pagina 70
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk als het aanmaken van de duplicaatbestanden voltooid is op [OK]. Hierdoor gaat u terug naar het scherm Klonen (Cloning). Als het aanmaken van de duplicaatbestanden mislukt, verschijnt bericht “Bestand opslaan is mislukt. (The file save failed.)” in scherm Voorzichtig (Caution). Druk in dit geval op [Sluiten (Close)] en voer de procedure opnieuw uit.
Pagina 71
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) 3. Druk op [Opslaan (Save)] om het exporteren te starten. Er kan per bewerking één type log worden geselecteerd. Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB-opslagapparaat tijdens de gegevensoverdracht uit het systeem wordt verwijderd, dan kunnen de gegevens op het opslagapparaat beschadigd raken of kan een storing optreden op het apparaat.
Pagina 72
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De instellingen van het toetsenbord wijzigen U kunt de instellingen van het toetsenbord weergegeven op het aanraakscherm wijzigen en de lay-out van het aangesloten toetsenbord instellen als een extern toetsenbord. Naam item Omschrijving Weergave (Display) — U kunt bepalen of het software toetsenbord al dan niet Software toetsenbord moet worden weergegeven op het aanraakscherm.
Pagina 73
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Reinigen van de hoofdladers en de LED printkoppen Het is mogelijk de hoofdladers en de LED-printkoppen te reinigen. Als de hoofdladers of de LED printkoppen vuil zijn, kan het gekopieerde of afgedrukte beeld ongelijk zijn of witte strepen in horizontale richting vertonen. Reinigen gebeurt door de instructies die op het scherm weergegeven worden, te volgen.
Pagina 74
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de ADF ruisvermindering U kunt de scan ruisvermindering instellen voor originelen die gescand worden met de automatische documententoevoer bij het kopiëren of scannen. Gebruik deze functie in geval van scanruis als gevolg van fijn stof bij het kopiëren of scannen.
Pagina 75
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Opslag op Omschrijving Externe server (External De back-upgegevens worden opgeslagen in een externe server op een netwerk waarop Server) een MFP is aangesloten. Gegevensback-up (Data Backup) — P.77 “De back-upgegevens op een externe server opslaan” ...
Pagina 76
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [OK]. Het bevestigingsscherm verschijnt. Als reeds back-upbestanden op het USB-opslagapparaat zijn opgeslagen, dan worden het bestandspad, de F/W-versie en de datum van de back-up weergegeven. Als nog geen back-upbestanden zijn opgeslagen op het USB-opslagapparaat, dan wordt “-” weergegeven. Druk op [Back-up (Backup)].
Pagina 77
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De back-upgegevens op een externe server opslaan Druk op [Gegevensback-up/herstel (Data Backup/Restore)] in menuscherm Algemeen (General). Druk op [Gegevensback-up (Data Backup)]. Druk op [Externe server (External Server)]. Het bevestigingsscherm verschijnt. Als reeds back-upbestanden op de externe server zijn opgeslagen, dan worden het bestandspad, de F/W-versie en de datum van de back-up weergegeven.
Pagina 78
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De back-upgegevens op USB-media herstellen Druk op [Gegevensback-up/herstel (Data Backup/Restore)] in menuscherm Algemeen (General). Druk op [Gegevensherstel (Data Restore)]. Druk op [USB Media]. Steek het USB-opslagapparaat in de USB-poort van het multifunctionele systeem. De optie [OK] is beschikbaar zodra het USB-opslagapparaat is aangesloten. Druk op [OK].
Pagina 79
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De back-upgegevens op een externe server herstellen Druk op [Gegevensback-up/herstel (Data Backup/Restore)] in menuscherm Algemeen (General). Druk op [Gegevensherstel (Data Restore)]. Druk op [Externe server (External Server)]. Het bevestigingsscherm verschijnt. Als nog geen back-upbestanden zijn opgeslagen op de externe server, dan wordt “-” weergegeven. Druk op [Terugzetten (Restore)].
Pagina 80
Netwerk (Network) Het is mogelijk diverse netwerkfuncties in te stellen. Raadpleeg voor instructies over hoe menu Netwerk (Network) weer te geven de volgende pagina: P.37 “Toegang tot menu Beheerder” Naam item Omschrijving P.81 “Instelling van het TCP/IP-protocol (IPv4)” IPv4 ...
Pagina 81
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instelling van het TCP/IP-protocol (IPv4) U kunt het TCP/IP-protocol instellen dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de meeste netwerksystemen. Bij gebruik van webgebaseerde hulpmiddelen als TopAccess en e-Filing, of netwerkfuncties van het multifunctionele systeem zoals afdrukken, scannen of internetfasen via het netwerk is het verplicht het TCP/IP-protocol in te stellen. In de instellingsbewerking voor TCP/IP kunt u de adresseringsmodus selecteren en het IP-adres, subnetmasker en de default gateway toewijzen (bij handmatig toewijzen).
Pagina 82
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instelling van het TCP/IP-protocol (IPv6) U kunt het TCP/IP v6-protocol instellen. Bij het instellen van IPv6 is het mogelijk het IPv6-protocol voor het apparaat in of uit te schakelen en het IPv6-adres bijvoorbeeld in te stellen door de toewijzingsmodus te kiezen. Hoe het IPv6-adres wordt verkregen, hangt af van de toewijzingsmodus die u selecteert.
Pagina 83
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Het link-local-adres kan niet gebruikt worden om netwerkplekken door een router te verbinden. Specificeer de volgende items naar wens en druk op Naam item Omschrijving DHCP inschakelen Selecteer of de optionele informatie wel of niet gebruikt moet worden (IPv6-adres (Opties) (Enable voor de DNS-server enz.) in plaats van het IPv6-adres voor de apparatuur die door DHCP (Options))
Pagina 84
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Automatisch instellen van het IPv6-protocol (in een 'stateless' netwerkomgeving) Open het IPv6-scherm, geef de volgende items naar wens in en druk op Naam item Omschrijving Aan (Enable) — Druk op deze knop om de IPv6 protocol in te schakelen. IPv6 Protocol ...
Pagina 85
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving Aan (Enable) — Druk op deze knop om het IPv6-adres te gebruiken dat door de DHCP inschakelen (Enable DHCP) DHVPv6-server uitgegeven wordt. IP-adres (IP Address) Uit (Disable) — Druk op deze knop om het IPv6-adres uit te schakelen dat door de DHVPv6-server uitgegeven wordt.
Pagina 86
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Bevestig de instellingen en druk op [OK]. U keert terug naar het Netwerk-menu. De van de DHCPv6-server verkregen IPv6-adressen worden weergegeven. Automatisch instellen van het IPv6-protocol (in een 'stateful' netwerkomgeving) Open het IPv6-scherm, geef de volgende items naar wens in en druk op Naam item Omschrijving ...
Pagina 87
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Specificeer de volgende items naar wens en druk op Naam item Omschrijving Aan (Enable) — Druk op deze knop om het IPv6-adres te gebruiken dat door de DHCP inschakelen (Enable DHCP) DHVPv6-server uitgegeven wordt. IP-adres (IP Address) ...
Pagina 88
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van het IPX/SPX-protocol U kunt het IPX/SPX-protocol op dit apparaat instellen. Het IPX/SPX-protocol wordt meestal gebruikt om te communiceren met de NetWare-bestandsserver via het netwerk. Naam item Omschrijving Aan (Enable) — Druk op deze knop om het IPX/SPX-protocol in het apparaat te IPX / SPX inschakelen (Enable IPX / SPX) gebruiken.
Pagina 89
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van het SMB-protocol Het is mogelijk de SMB-netwerkeigenschappen in te stellen om toegang tot dit apparaat en SMB-afdrukken vanaf een Microsoft Windows-netwerk in te schakelen. Het inschakelen van SMB maakt het mogelijk de service voor het delen van bestanden in te schakelen, naast het afdrukken via SMB.
Pagina 90
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Voer voor [WINS primair (WINS Primary)] of [WINS secondair (WINS Secondary)] geen IP-adres in dat begint met “0” (bijv. “0.10.10.10”), “127” (bijv. “127.10.10.10”) of “224” (bijv. “224.10.10.10”). Als u een dergelijk adres invoert, kan het apparaat niet communiceren met de WINS-server. ...
Pagina 91
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van de Ethernetsnelheid Het is mogelijk de ethernetsnelheid aan te geven. Naam item Omschrijving Duplex mode Selecteer de gewenste combinatie van communicatiesnelheid en overdrachtsmethode. Ethernet snelheid (Ethernet Speed Duplex Mode) De opties variëren, afhankelijk van het model. ...
Pagina 92
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellen van IPsec (IP-beveiliging) Wanneer de IPsec-enabler geïnstalleerd is, wordt het mogelijk communicatie te coderen met IPsec (IP-beveiligings- protocol). In de IP-beveiligingsinstellingen kunnen de volgende bewerkingen uitgevoerd worden. De huidige IPsec-beleidsnaam bekijken Inschakelen / Uitschakelen van IPsec-communicatie ...
Pagina 93
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Controleren van het netwerk Er zijn twee functies beschikbaar voor het controleren van de netwerkstatus: ping en traceroute. Naam item Omschrijving Server Selecteer de server die u wilt controleren. Ping Druk op deze toets om de verbindingsstatus tussen dit apparaat en de servers op het netwerk te controleren.
Pagina 94
Kopie (Copy) U kunt het systeemgedrag voor kopieertaken wijzigen, zoals het maximale aantal kopieën, de automatische dubbelzijdige modus en de prioriteit voor sorteermodus. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Kopie (Copy) weer te geven de volgende pagina: P.37 “Toegang tot menu Beheerder” Scherm Kopie (1/4) Naam item Omschrijving...
Pagina 95
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving Papier met Als [Aan (On)] geselecteerd wordt, zal het apparaat papier van hetzelfde formaat met verschillende richting een andere richting uit een andere lade toevoeren wanneer de aangegeven lade tijdens (Paper Of Different een kopieertaak leeg zou raken. *1 *2 Direction) Wanneer envelop of papier met een niet-standaard formaat wordt gebruikt, dan is deze...
Pagina 96
Als de Faxeenheid en de 2de lijn voor de Faxeenheid niet geïnstalleerd zijn, zullen alleen [Afdr.limiet (Discard)] en [Verkleinen (Reduction)] beschikbaar zijn voor [Rx Print (Rx Print)]. Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, worden opties in dit menu toegepast op internetfaxverzendingen. ...
Pagina 97
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Voorbeeld van hoe informatie over de afzender op papier wordt gedrukt Afzendergegevens worden ongeveer 5 mm (0,2 inch) afgedrukt vanaf de bovenrand van de verzonden kopie van het origineel. 05-10-’12 15:08 FROM-Aaabbb 1234567890 T-069 P0001/0001 F-049 Bestandsnummer Aantal verzonden pagina's/ Verzenddatum ID-naam afzender...
Pagina 98
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Oorspronkeljke instellingen configureren U kunt de oorspronkelijke instellingen voor de faxfuncties configureren. Het instellen van deze items kan overbodig zijn omdat het mogelijk niet kan worden weergegeven op het scherm (afhankelijk van uw land of regio). Naam item Omschrijving Verzend mode (Rx...
Pagina 99
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Rx-afdrukken instellen U kunt opties voor het afdrukken van een ontvangen fax instellen. Naam item Omschrijving Afdr.limiet U kunt de afrduklimiet in- (ON) of uitschakelen (OFF). Indien ingeschakeld (ON), als een origineel (Discard) tot 10 mm (0,4 inch) langer is dan het afdrukgebied, dan wordt het deel dat het afdrukgebied van het papier overschrijdt genegeerd.
Pagina 100
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instelling uitgestelde verzending activeren U kunt een tijdsduur bepalen om de oorspronkelijke gegevens in het geheugen te bewaren voor het activeren van de verzending, of deze functie in- en uitschakelen. Druk op [ 24H] of [ 1H] om de opslagtijd in te stellen en druk op [OK].
Pagina 101
Naam item Omschrijving Aan (Enable) — Druk op deze knop om de functie Beveiligde ontvangst (Secure Beveiligde ontvangst (Secure Receive) Receive) in te schakelen. Uit (disable) — Druk op deze knop om de functie Beveiligde ontvangst (Secure Receive) uit te schakelen ...
Pagina 102
Bestand (File) Het is mogelijk automatisch bestanden te wissen die opgeslagen zijn door de bewerking Scannen naar bestand. Gebruik dit menu om de onderhoudsfunctie in te stellen en periodiek bestanden te wissen die opgeslagen zijn in het interne geheugen om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte is. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Onderhoud (Maintenance) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 103
E-mail Met dit menu is het mogelijk onderstaande opties in te stellen. Afhankelijk van het model is [E-mail] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit geïnstalleerd zijn. E-mailberichteigenschappen Geeft de gegevens van de e-mailberichten die verzonden zijn door de bewerking Scannen naar e-mail aan. U kunt de volgende opties instellen: - Van adres (From Address) - Naam (From Name)
Pagina 104
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Standaard e-mailonderwerp instellen Selecteer of het standaardonderwerp of een eigen onderwerp gebruikt moet worden en druk op [OK]. Als u op [OK] drukt, keert u terug naar het scherm E-mail. Naam item Omschrijving Std onderwerp Druk op deze knop om het in de fabriek ingestelde standaard onderwerp te gebruiken. (Default Subject) Aang.
Pagina 105
Internetfax (Internet Fax) Met dit menu is het mogelijk onderstaande opties in te stellen. Afhankelijk van het model is [Internetfax] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit geïnstalleerd zijn. Internetfaxbericht eigenschappen Geeft de gegevens van berichten die door internetfaxoverdracht verzonden zijn. U kunt de volgende opties instellen: - Van adres (From Address) - Naam (From Name)
Pagina 106
Beveiliging (Security) Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.106 “Beheer van certificaten” P.110 “Instellen van beveiligde PDF-bestanden” P.111 “Uitvoeren van de integriteitscontrole” Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Beveiliging (Security) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 107
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [App.certificaat (Device Certificate)] of [CA-certificaat (CA Certificate)]. Als [CA-certificaat (CA Certificate)] geselecteerd is, wordt scherm CA-certificaat (CA Certificate) weergegeven. Kies de gewenste coderingsmethode: [PEM] of [DER]. Sluit uw USB-opslagapparaat, waarop de certificaten zijn opgeslagen, aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK].
Pagina 108
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Selecteer het certificaat dat u wilt importeren en druk vervolgens op [OK]. Als het bestandsformaat “.pfx” of “.p12” is, dan verschijnt het scherm Wachtwoord vereist (Password Required). Ga naar de volgende stap. Als het bestandsformaat anders is dan hierboven vermeld, dan start het importeren van het certificaat. Ga verder naar stap 7.
Pagina 109
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Exporteren van het apparaatcertificaat De bestandsindeling van het geëxporteerde apparaatcertificaat is PEM (.crt). Druk in scherm Beveiliging (Security) op [Certificaatbeheer (Certificate Management)]. Druk op [Exporteren (Export)]. Sluit uw USB-opslagapparaat aan op de USB-poort van het apparaat en druk op [OK]. Raadpleeg voor de plaats van de USB-poort op het apparaat de Verkorte installatiehandleiding “Hoofdstuk 1: VOORBEREIDINGEN”.
Pagina 110
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk als het exporteren voltooid is op [OK]. Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-poort van het multifunctionele systeem. Instellen van beveiligde PDF-bestanden Het is mogelijk standaard waarden in te stellen voor de encryptie die toegepast wordt bij het genereren van een beveiligd PDF-bestand uit gegevens die op het apparaat gescand zijn.
Pagina 111
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Er moeten verschillende wachtwoorden worden ingesteld voor [Gebr. wachtwoord (User Password)] en [Beheer wachtwoord (Master Password)]. Voer 1 tot 32 alfanumerieke tekens in voor het [Gebr. wachtwoord (User Password)] en [Beheer wachtwoord (Master Password)]. Het ingevoerde wachtwoord wordt verborgen met tekens. ...
Pagina 112
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk op [OK]. Het voltooien van de integriteitscontrole kan enige tijd in beslag nemen. Door op [OK] te drukken in het bovenstaande scherm terwijl een taak wordt verwerkt, wordt het scherm Voorzichtig (Caution) getoond. Druk in dit geval op [Sluiten (Close)], wacht tot de taak is voltooid en voer de bewerking vervolgens opnieuw uit.
Pagina 113
Lijst / rapport (List/Report) Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.113 “Instellen van het rapport” P.116 “Lijsten afdrukken” Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Lijst / rapport (List/Report) weer te geven de volgende pagina: ...
Pagina 114
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Specificeer de volgende items naar wens en druk op [OK]. Naam item Omschrijving Auto Druk op [Aan (On)] om het automatisch afdrukken van de verzend- en ontvangstlogboeken in te schakelen. Wanneer u deze optie inschakelt, zullen de verzend- en ontvangstlogboeken worden afgedrukt wanneer de opgegeven aantallen transacties voltooid zijn.
Pagina 115
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving Uit (Off) — Druk op deze toets om afdrukken van het communicatierapport uit te Geheugen Tx (Memory Tx) schakelen. Direct Tx Altijd (Always) — Druk op deze toets om het communicatierapport uit af te Meerv.
Pagina 116
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Geef aan of de ontvangstlijst voor elk transactietype afgedrukt moet worden en druk dan op [OK]. Naam item Omschrijving Relais station (Relay Kies [Aan (On)] om de ontvangstlijst af te drukken wanneer er een relaisoverdracht Station) ontvangen is van een afzender. Lokaal (Local) Kies [Aan (On)] om de ontvangstlijst af te drukken wanneer de mailbox op dit apparaat is gereserveerd voor een lokaal document.
Pagina 117
Printer/e-Filing Het is mogelijk printerinstellingen vast te leggen voor afdruktaken of voor het afdrukken van documenten die met functie e-Filing opgeslagen zijn. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Printer / E-Filing weer te geven de volgende pagina: P.37 “Toegang tot menu Beheerder” Scherm Printer / E-Filing (1/2) Naam item Omschrijving...
Pagina 118
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Scherm Printer / E-Filing (2/2) Naam item Omschrijving Aan (On) — Druk op deze knop om door te gaan met afdrukken door automatisch van Auto uitvoer wissel cascade afdruk (Auto uitvoerlade te wisselen wanneer de originele uitvoerlade vol raakt. Exit Tray Change ...
Pagina 119
Draadloos instellen (Wireless Settings) Als de draadloze LAN-/Bluetoothmodule is geïnstalleerd op het apparaat, dan kunt u instellingen voor draadloos LAN maken. De draadloze LAN/Bluetooth module compatibel is met de IEEE-standaard 802.11b, 802.11 g en 802.11n voor draadloze LAN. Wanneer de Wireless LAN is ingeschakeld, kunnen gebruikers het volgende afdrukken via het draadloze LAN: ...
Pagina 120
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) De beveiligingsmodus instellen Naam item Omschrijving WPS is een standaard voor eenvoudige draadloze LAN-configuraties. Dit apparaat ondersteunt drukknop configuratie en PIN-methoden. De drukknop configuratiemethode voltooit de configuratie door de ESSID en encryptiesleutel naar het draadloze LAN-apparaat te verzenden als u op de knop op het Access Point drukt.
Pagina 121
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Instellingen Naam item Omschrijving Infra- Selecteer PBC op het aanraakpaneel en druk binnen 2 minuten (ON) structuur op de knop WPS op het Access Point. (Infra- Registreer binnen 2 minuten de PIN-code die wordt structure) gegenereerd door dit apparaat op het Access Point. SSID/ WPA/WPA2 Voer de EAP gebruikersnaam in en schakel vervolgens de...
Pagina 122
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Wanneer WPA/WPA2 en WPA2 met het protocol PEAP wordt gebruikt, moet u eerst het CA certificeringsbestand installeren in het apparaat met TopAccess. Voor instructies, raadpleeg de TopAccess Guide “Hoofdstuk 8: [Administration] Tab Page”. Wanneer de instelling Groep eigenaar instelling (Group Owner Setting) Aan (On) is in de Wi-Fi Direct instelling, dan worden de IP-adressen tussen “xxx.xxx.xxx.100”...
Pagina 123
Bluetooth instellingen (Bluetooth Settings) Als de draadloze LAN-/Bluetoothmodule is geïnstalleerd op het apparaat, dan kunt u instellingen voor Bluetooth maken. Naam item Omschrijving Bluetooth Selecteer of u Bluetooth wenst in of uit te schakelen. Bluetooth naam Druk hierop om de apparaatnaam in te voeren die wordt weergegeven als het Bluetooth- (Bluetooth Name) apparaat.
Pagina 124
Fabrieksinstelling (Factory Default) Het is mogelijk de instellingen van het apparaat terug te zetten naar de fabrieksstandaarden of de gebruikersgegevens te wissen. De volgende gegevens worden bij deze bewerking gereset: Instellingsgegevens Opmerkingen Setup Algemeen (General) Alle instellingen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Netwerk (Network) Kopie (Copy) Scan naar bestand (Scan to File)
Pagina 125
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Druk in het Bevestiging (Confirmation) scherm van scherm Fabrieksinstelling (Factory Default) op [OK]. De initialisatie wordt gestart. Als u voor het initialiseren een back-up wilt maken van de instellingen en de gebruikersgegevens, gebruik dan de kloonfunctie om duplicaatbestanden aan te maken. Raadpleeg voor meer informatie over de kloonfunctie de volgende pagina: ...
Pagina 126
USB kabel print (USB Cable Print) Selecteer de modus die wordt gebruikt voor het afdrukken via een USB-aansluiting. Naam item Omschrijving IPP over USB Normaal wordt deze modus gebruikt. Selecteer deze optie om af te drukken met de AirPrint-functie. Legacy USB (Win) Gebruik deze modus als u al onze MFP's gebruikt en voorrang wilt geven aan de compatibiliteit ermee.
Pagina 127
Papierlade (Drawer) U kunt de methode voor het opgeven van het papierformaat voor papierladen en het soort laden instellen. Naam item Omschrijving Papierformaatinstelling U kunt instellen of de gebruiker het papierformaat voor laden kan opgeven. (Paper Size Setting) Enveloplade (Envelope U kunt het type papierlade instellen.
Pagina 128
Aangepast formaat scannen (Custom Size Scan) U kunt aangepaste origineelformaten voor het scannen instellen. Naam item Omschrijving Aangepast formaat U kunt aangepaste formaten selecteren om ze te registreren of te verwijderen. registreren (Custom Size Registration) Aang. form.registr. dr U kunt kiezen of gebruikers al dan niet aangepaste formaten mogen registreren. gebruiker (Custom Size Registration by User) Toegang (Entry)
Pagina 129
Wijzig gebruikerswachtwoord (Change User Password) Wanneer functie MFP Lokale verificatie wordt gebruikt, kunnen beheerders het verificatiewachtwoord dat toegewezen wordt aan gebruikers wijzigen wanneer een gebruiker het vergeet. Naam item Omschrijving Gebruikersnaam (User Voer de gebruikersnaam in waarvan het wachtwoord moet worden gewijzigd. Name) Nieuw wachtwoord (New Voer het nieuwe wachtwoord in.
Pagina 130
802.1X-instellingen (802.1X Settings) U kunt instellingen instellen voor IEEE 802.1X-verificatie die van toepassing zullen zijn op bedrade netwerken. Dit apparaat ondersteunt de volgende verificatiemethodes: EAP-MSCHAP v2 EAP-MD5 EAP-TLS PEAP De volgende protocols zijn beschikbaar voor interne verificatie: - EAP-MSCHAP v2 ...
Pagina 131
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Bericht Oorzaak Er is geen CA-certificaat geïnstalleerd in de Verificatie certificaat mislukt (Certificate verification Failure) apparatuur. Het geïnstalleerde CA-certificaat is niet geldig. Het servercertificaat is ongeldig. Geef in scherm Instellingen bedrade 802.1X (Wired 802.1X Settings) de volgende items naar wens aan en druk op [Volgende (Next)].
Pagina 132
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Selecteer de interne verificatiemethode en druk op [Volgende (Next)]. Het selecteren van de interne verificatiemethode is alleen nodig wanneer in stap 2 [PEAP] of [EAP-TTLS] geselecteerd is. Wanneer [PEAP] geselecteerd is: Wanneer [EAP-TTLS] geselecteerd is: Specificeer de volgende items naar wens en druk op [Volgende (Next)].
Pagina 133
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) Naam item Omschrijving EAP gebr. naam (EAP User Voer de EAP-gebruikersnaam in Name) Wachtwoord (Password) Voer het verificatiewachtwoord in. Herhaal wachtwoord (Retype Voer het verificatiewachtwoord opnieuw in. Password) Gebruik gebruikersnaam van Om de algemene naam in het gebruikerscertificaat dat in het apparaat algemene naam in het geïnstalleerd is als EAP-gebruikersnaam in te stellen, wordt op [Aan gebruikerscertificaat (Use...
Pagina 134
2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder) 134 802.1X-instellingen (802.1X Settings)
Pagina 135
BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Toegang tot menu Teller ....................136 Totaal teller (Total Counter).................... 137 Weergave printteller ............................137 Weergave scanteller............................138 Weergave OCR-teller............................138 Afdrukken totaalteller (Print Out Total Counter)............... 139 Afdelingsteller (Department Counter) ................140 Weergave printteller voor afdelingscode ......................141 Weergave scanteller voor afdelingscode......................141 Weergave faxcommunicatieteller voor afdelingscode ..................141 Weergave OCR-teller voor afdelingscode ......................141 Afdelingsbeheer (Department Management) ..............
Pagina 136
Toegang tot menu Teller Volg de onderstaande stappen om toegang te krijgen tot de menu Teller (Counter). Druk op toets [Teller (Counter)] op het Home scherm om naar menu Teller (Counter) te gaan. Om toegang te krijgen tot de [Afdelingsteller (Department Counter)], voer de afdelingscode in en druk op [OK].
Pagina 137
Totaal teller (Total Counter) Met dit menu kunt u de volgende totaaltellers weergeven en bevestigen: Raadpleeg voor instructies over hoe menu Teller (Counter) weer te geven de volgende pagina: P.136 “Toegang tot menu Teller” Naam item Omschrijving P.137 “Weergave printteller” Print teller (Print Counter) ...
Pagina 138
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Weergave scanteller Deze teller geeft het totaal aantal vellen aan dat is gescand door dit multifunctionele systeem. De scanteller bevat de volgende tellers. Naam item Omschrijving Kopieteller (Copy counter) Geeft het aantal vellen aan dat is gescand bij kopieeropdrachten. Faxteller (Fax Counter) Geeft het aantal vellen aan dat is gescand bij fax- en internetfaxoverdrachten.
Pagina 139
Afdrukken totaalteller (Print Out Total Counter) Via dit menu kunt u de Totaaltellerlijst (Total Counter List) afdrukken. Wanneer de functie Afdelingsbeheer is uitgeschakeld, wordt de TOTAALTELLERLIJST (TOTAL COUNTER LIST) afgedrukt. Wanneer de functie Afdelingsbeheer is ingeschakeld, wordt het scherm voor invoer afdelingscode weergegeven. Voer de afdelingscode in met behulp van de digitale toetsen en druk op [OK] om de TOTAALTELLERLIJST (TOTAL COUNTER LIST) af te drukken.
Pagina 140
Afdelingsteller (Department Counter) Via dit menu kunt u de volgende tellers weergeven en controleren voor elke afdeling. De afdelingsteller is alleen beschikbaar wanneer het apparaat wordt beheerd met functie afdelingscode. P.146 “Afdelingscodes bewerken” Naam item Omschrijving P.141 “Weergave printteller voor afdelingscode” Print teller (Print Counter) ...
Pagina 141
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Weergave printteller voor afdelingscode Met deze teller kunt u de waarde van de printteller voor elke afdelingscode weergeven. De printteller bevat de volgende tellers. Naam item Omschrijving Kopieteller (Copy counter) Geeft het aantal vellen aan dat is afgedrukt bij kopieeropdrachten. Faxteller (Fax Counter) Geeft het aantal vellen aan dat is afgedrukt bij polling-opdrachten.
Pagina 142
Afdelingsbeheer (Department Management) U kunt afdelingscodes definiëren om de hoeveelheid kopieën, afdrukken, scans en faxpagina's dat door elke afdelingscode afgedrukt kan worden, te beheren. U kunt tot 1000 afdelingscodes registreren. Om de afdelingscodes te beheren, moet u het beheerderswachtwoord voor dit apparaat kennen. Het is aan te bevelen deze handeling alleen uit te laten voeren door een bevoegd beheerder.
Pagina 143
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) De afdelingscodelijst afdrukken U kunt de afdelingscodelijst en tellers voor elke afdelingscode afdrukken. Druk in menu Afdelings beheer (Department Management) op [Afdrukken afdelingscodes (Print Out Department Codes)]. Raadpleeg voor instructies over het weergeven van scherm Afdelings beheer (Department Management) de volgende pagina: ...
Pagina 144
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Afdelingscodes registreren, wijzigen of verwijderen U kunt nieuwe afdelingscodes registreren en het quotum van de afdelingscodes naar behoefte instellen. P.144 “Een nieuwe afdelingscode registreren” U kunt bestaande afdelingscodes bewerken of verwijderen. P.146 “Afdelingscodes bewerken” ...
Pagina 145
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Voer de afdelingsnaam en de afdelingscode in en druk vervolgens op [OK]. Er kan een afdelingscode ingegeven worden van tot 63 tekens. De volgende karakters kunnen worden ingevoerd: Alfanumerieke tekens, “-”, “_” en “.” Stel de quota van de afdelingscode naar wens in en druk op [OK]. Naam item Omschrijving Quotumbeheer...
Pagina 146
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Afdelingscodes bewerken Druk in menu Afdelings beheer (Department Management) op [Afdelings beheer (Department Management)]. Het scherm Afdelingscode (Department Code) wordt weergegeven. Raadpleeg voor instructies over het weergeven van scherm Afdelings beheer (Department Management) de volgende pagina: ...
Pagina 147
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Stel de quota van de afdelingscode naar wens in en druk op [OK]. Voor de beschrijving van elk item, zie stap 7 van de volgende bewerking: P.144 “Afdelingscodes registreren, wijzigen of verwijderen” Afdelingsbeheer (Department Management) 147...
Pagina 148
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Afdelingscodes verwijderen Druk in menu Afdelings beheer (Department Management) op [Afdelings beheer (Department Management)]. Het scherm Afdelingscode (Department Code) wordt weergegeven. Raadpleeg voor instructies over het weergeven van scherm Afdelings beheer (Department Management) de volgende pagina: ...
Pagina 149
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) De tellers van de afdelingen terugzetten Druk in menu Afdelings beheer (Department Management) op [Afdelings beheer (Department Management)]. Het scherm Afdelingscode (Department Code) wordt weergegeven. Raadpleeg voor instructies over het weergeven van scherm Afdelings beheer (Department Management) de volgende pagina: ...
Pagina 150
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Uitvoerbeperkingen voor alle afdelingen instellen Het is mogelijk om in één bewerking voor alle afdelingen uitvoerbeperkingen in te stellen. Wanneer u [Aan (On)] selecteert, zal de uitvoer worden uitgeschakeld voor alle afdelingen. Wanneer u [Uit (Off)] selecteert, zullen een onbeperkt aantal uitvoeren worden toegestaan voor alle afdelingen.
Pagina 151
3.BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) Alle afdelingstellers resetten U kunt alle afdelingstellers wissen. Met deze bewerking wist u alleen de afdelingstellers. De totaalteller kan niet worden gewist. Raadpleeg voor instructies over het weergeven van scherm Afdelings beheer (Department Management) de volgende pagina: ...
Pagina 152
Gebruikersteller (User Counter) Wanneer de gebruikersverificatie van deze apparatuur is ingeschakeld, kan de teller van elke gebruiker worden weergegeven. Druk op toets [Teller (Counter)] op het Home scherm om naar menu Teller (Counter) te gaan. Druk op [Gebruikersteller (User Counter)]. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
Pagina 153
APPENDIX Beginscherm instellingen....................154 Tekens invoeren......................156 Schermtoetsenbord............................156 Extern toetsenbord............................156 Numeriek toetsenpaneel op scherm ........................157 Afdruklijst ........................158 NIC-configuratiepagina (NIC configuration page)....................158 FUNCTIE LIJST (Beheerder) (FUNCTION LIST (Administrator)) ...............160...
Pagina 154
Beginscherm instellingen Druk op de knop 'Beginscherm instelling' (Home Setting) in de rechter bovenhoek om het instellingenscherm weer te geven. U kunt het beginscherm aanpassen door het toevoegen van knoppen voor de gewenste functies en het weergeven van een favoriet beeld als achtergrondafbeelding. Wanneer de functie Gebruikersbeheer (User Management) niet wordt gebruikt, kunnen de instellingen van het beginscherm gemeenschappelijk voor alle gebruikers worden gewijzigd.
Pagina 155
(“Uw inhoud”). Ook begrijpt en erkent ook dat Toshiba Tec Corporation en/of Toshiba Tec Group dochterondernemingen niet zijn verantwoordelijk voor u of een derde in verband met het gebruik van uw inhoud, voor schade, verlies, kosten en...
Pagina 156
Tekens invoeren Wanneer een tekenstring of faxnummer ingevoerd moet worden, wordt op het scherm een toetsenbord weergegeven. Dit apparaat ondersteunt speciale tekens van Europese talen. Schermtoetsenbord Naam item Omschrijving Basis (Basic) Druk op deze toets om toegang te krijgen tot de standaardtoetsen. Symbool (Symbol) Druk op deze toets om toegang te krijgen tot de symbooltoetsen.
Pagina 157
4.APPENDIX Numeriek toetsenpaneel op scherm Wanneer een faxnummer ingevoerd moet worden, wordt het volgende scherm weergegeven. Druk op [Pauze (Pause)] om “-” in te voeren. Een “-” in een faxnummer voegt een pauze van drie seconden toe aan het draaien van het nummer.
Pagina 158
Afdruklijst NIC-configuratiepagina (NIC configuration page) U kunt de NIC-configuratiepagina afdrukken vanaf het Beheerdersmenu. Raadpleeg de onderstaande tabel voor elk afgedrukt item en de bijbehorende beschrijving. Interface Netwerkinterface Serienummer apparaat (Unit Serial No) Het serienummer van dit apparaat Versie (Version) De systeemversie van dit apparaat Netwerkadres (Network Address) Het MAC-adres van dit apparaat...
Pagina 159
4.APPENDIX Wachtrijnaam (Queue Name) De NetWare-wachtrijnaam waarmee dit apparaat verbonden is Verbindingsgegevens AppleTalk (AppleTalk Connection Information) Printernaam AppleTalk (AppleTalk Printer De AppleTalk-printernaam van dit apparaat Name) Raw socket-verbindingsgegevens (Raw Socket Connection Information) Poortnummer (Port Number) Het poortnummer voor het RAW-printen Informatie draadloos netwerk (Wireless LAN Information) SSID SSID van het apparaat...
Pagina 160
4.APPENDIX FUNCTIE LIJST (Beheerder) (FUNCTION LIST (Administrator)) De functielijst voor een beheerder toont de lijst met instellingen voor alle functies. De volgende tabel toont alle functies die worden afgedrukt in een beheerdersfunctielijst en de kolom “Gebruiker” geeft aan of de functie wordt afgedrukt in een gebruikersfunctielijst.
Pagina 161
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker ENERGIE SPAARSTAND - DAG-/WEEKKLOK Toont of de weekklok wel of niet moet worden INSCHAKELEN (ENERGY SAVER - ENABLE WEEKLY ingeschakeld. TIMER) ENERGIE SPAARSTAND - AUTOMATISCHE Toont de tijd waarna de energiebesparende stand SPAARSTAND (ENERGY SAVER - AUTO POWER ingaat (in minuten).
Pagina 162
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker FUNCTIES - INTERNETFAX VERZENDEN Toont of de internetfaxverzending is ingeschakeld (FUNCTIONS - INTERNET FAX SEND) of uitgeschakeld. FUNCTIES - FAX VERZENDEN (FUNCTIONS - FAX Toont of de faxverzending is ingeschakeld of SEND) uitgeschakeld. FUNCTIES - WEB SERVICES SCAN (FUNCTIONS - Toont of de functie Webservices-scan is WEB SERVICES SCAN) ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 163
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker POP-UP - PAPIERLADE (POP-UP - DRAWER) Toont of het pop-upvenster voor de lade- instelling is ingeschakeld of uitgeschakeld. POP-UP - HERSTEL VAN PAPIER STORING (POP- Toont of het pop-upvenster na het verwijderen UP - PAPER MISFEED RECOVERY) van vastgelopen papier is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 164
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker SCHERMINSTELLING - STANDAARDSCHERM Toont de instelling van het standaardscherm die (PANEL SETTING - DEFAULT SCREEN) wordt weergegeven nadat de MFP wordt gestart. *1 “PAPIERLADE 3” wordt enkel afgedrukt als lade 3 geïnstalleerd is. *2 “PAPIERLADE 4” wordt alleen afgedrukt als lade 4 geïnstalleerd is. *3 “GROOT PAPIERMAGAZIJN”...
Pagina 165
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker AUTOMATISCH WISSELEN VAN PAPIERLADE Toont of de functie Automatisch wisselen van (AUTOMATIC CHANGE OF PAPER SOURCE) papierbron is ingeschakeld of uitgeschakeld. PAPIER MET VERSCHILLENDE RICHTING (PAPER Toont of de functie Papier van andere richting is ingeschakeld of uitgeschakeld. OF DIFFERENT DIRECTION) AUTOM.
Pagina 166
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker GROOTTE ORIGIN. (GLASPL.ORIGIN.) (ORIGINAL Toont het standaardformaat voor het scannen van originelen die op de glasplaat zijn geplaatst. SIZE (ORIGINAL GLASS)) KLEUR - RESOLUTIE (COLOR - RESOLUTION) Toont de resolutie voor kleurscans. KLEUR - ORIGINELEN FUNCTIE (COLOR - Toont de standaard originele modus voor ORIGINAL MODE) kleurscans.
Pagina 167
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker INSTELLING VOORBEELD (PREVIEW SETTING) Toont of de voorbeeldfunctie is ingeschakeld of uitgeschakeld. INITIËLE INSTELLING - VOLUME BEL (INITIAL Toont de belvolume-instelling. SETUP - RINGER VOLUME) INITIËLE INSTELLING - MONITOR VOLUME Toont de monitorvolume-instelling. (INITIAL SETUP - MONITOR VOLUME) INITIËLE INSTELLING - VOLUME GEREEDTOON Toont de voltooiingsvolume-instelling.
Pagina 168
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker Toont de eindtijd om Lijn 2 enkel te gebruiken LIJN-2 MODUS - EINDE (LINE-2 MODE - END) voor ontvangst te beëindigen. Dit is enkel van toepassing wanneer “ENKEL RX (KLOK) (RX ONLY (TIMER))” is ingesteld op de LIJN-2 MODUS (LINE-2 MODE).
Pagina 169
4.APPENDIX E-FILING Functie Omschrijving Gebruiker BEELD KWALITEIT MODE (PRINTING IMAGE Toont de standaardbeeldmodus voor afdrukken. MODE) *1 Wordt alleen afgedrukt voor kleurenmodellen. BESTAND (FILE) Functie Omschrijving Gebruiker ONDERHOUD (MAINTENANCE) Toont of de opslagbeheerfunctie is ingeschakeld of uitgeschakeld. OPSLAGONDERHOUD (STORAGE MAINTENANCE) Toont hoeveel dagen de gegevens worden bijgehouden in de lokale map.
Pagina 170
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker URL VERZENDINGSINSTELLINGEN - Toont de bewaartijd van het bestand bij BEWAARTERMIJN VOOR DOWNLOADBESTAND ingeschakelde URL transmissie. (URL TRANSMISSION SETTINGS - PRESERVATION PERIOD FOR DOWNLOAD FILE) URL VERZENDINGSINSTELLINGEN - Toont de interval voor controle van vervaltijd van ZOEKINTERVAL VERWIJDEREN het bestand bij ingeschakelde URL transmissie.
Pagina 171
4.APPENDIX RAPPORTINSTELLING (REPORT SETTING) Functie Omschrijving Gebruiker LOGBOEK - AUTO (JOURNAL - AUTO) Toont of de functie Logboek automatisch afdrukken is ingeschakeld of uitgeschakeld. LOGBOEK - VERZENDLOGBOEK (JOURNAL - TX Toont hoeveel verzendingen zullen worden JOURNAL) afgedrukt in een verzendlogboek. LOGBOEK - ONTVANGSTLOGBOEK (JOURNAL - Toont hoeveel ontvangsten zullen worden RX JOURNAL)
Pagina 172
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker GEFORCEERD DOORGAAN BIJ ONGELDIG Toont of de functie Geforceerd doorgaan bij PAPIER (ENFORCEMENT CONTINUE OF ILLEGAL ongeldig papier is ingeschakeld of uitgeschakeld. PAPER) AUTOM. WISS. UITVOERBAK (CASCADEAFDRUK.) Toont of de functie Automatisch uitvoerlade wisselen (cascade-afdruk) is ingeschakeld of (AUTO EXIT TRAY CHANGE (CASCADE PRINT)) uitgeschakeld.
Pagina 174
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker IP-ADRES1 (IP ADDRESS1) Het IP-adres, de prefixlengte en de default gateway die worden toegewezen door routers. LENGTE VAN PREFIX1 (PREFIX LENGTH1) STANDAARDGATEWAY 1 (DEFAULT GATEWAY 1) IP-ADRES2 (IP ADDRESS2) LENGTE VAN PREFIX2 (PREFIX LENGTH2) STANDAARDGATEWAY 2 (DEFAULT GATEWAY 2) IP-ADRES3 (IP ADDRESS3) LENGTE VAN PREFIX3 (PREFIX LENGTH3) STANDAARDGATEWAY 3 (DEFAULT GATEWAY 3)
Pagina 175
4.APPENDIX NETWERKINSTELLING - SESSIE - LDAP-SESSIE (NETWORK SETTING - SESSION - LDAP SESSION) Functie Omschrijving Gebruiker LDAP INSCHAKELEN (ENABLE LDAP) Toont of LDAP is ingeschakeld of uitgeschakeld. KENMERK 1 (ATTRIBUTE 1) Toont de naam van het schema dat overeenkomt met de LDAP-serverconfiguratie. KENMERK 2 (ATTRIBUTE 2) Toont de naam van het schema dat overeenkomt met de LDAP-serverconfiguratie.
Pagina 176
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker PRIMAIRE DOMAIN CONTROLLER (PRIMARY Toont het primaire domain controller-adres DOMAIN CONTROLLER) indien het is ingesteld. BACK-UP DOMAIN CONTROLLER (BACKUP Toont het back-up domain controller-adres indien DOMAIN CONTROLLER) het is ingesteld. LOGIN NAAM (LOGON USER NAME) Toont de aanmelding gebruikersnaam van dit apparaat voor het domein indien deze is ingesteld.
Pagina 177
4.APPENDIX NETWERKINSTELLING - SESSIE - LLTD-SESSIE (NETWORK SETTING - SESSION - LLTD SESSION) Functie Omschrijving Gebruiker LLTD INSCHAKELEN (ENABLE LLTD) Toont of het LLTD (Link Layer Topology Discovery)-protocol is ingeschakeld of uitgeschakeld. NAAM APPARAAT (DEVICE NAME) Toont de apparaatnaam weergegeven in de Netwerkoverzicht.
Pagina 178
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker POORTNUMMER (PORT NUMBER) Toont het poortnummer dat moet worden gebruikt voor het verzenden van een e-mail of internetfax naar de SMTP-server. SSL/TLS INSCHAKELEN (ENABLE SSL/TLS) Toont of SSL/TLS voor de SMTP-client is ingeschakeld of uitgeschakeld. SSL/TLS Toont het protocol dat wordt gebruikt voor SSL/ TLS.
Pagina 179
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker SCANSNELHEID (SCAN RATE) Toont het scaninterval waarmee de POP3-server moet controleren op nieuwe berichten (in minuten). POORTNUMMER (PORT NUMBER) Toont het poortnummer dat moet worden gebruikt voor toegang tot de POP3-server. SSL/TLS INSCHAKELEN (ENABLE SSL/TLS) Toont of SSL/TLS voor de POP3-netwerkdienst is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 180
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker SCANNERNAAM (SCANNER NAME) Toont de scannernaam van dit apparaat. SCANNERINFORMATIE (SCANNER INFORMATION) Toont de scannerinformatie van dit apparaat. VERIFICATIE PC-GEÏNITIEERDE SCAN Toont de verificatie-instelling wanneer dit (AUTHENTICATION FOR PC INITIATED SCAN) apparaat taken ontvangt. NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - SYSLOG -INSTELLING (NETWORK SETTING - NETWORK SERVICE - SYSLOG SETTING) Functie Omschrijving...
Pagina 181
4.APPENDIX NETWERKINSTELLING - NETWERKSERVICE - SNTP-SERVICE (NETWORK SETTING - NETWORK SERVICE - SNTP SERVICE) Functie Omschrijving Gebruiker SNTP INSCHAKELEN (ENABLE SNTP) Toont of SNTP is ingeschakeld of uitgeschakeld. PRIMAIR SNTP-ADRES (PRIMARY SNTP ADDRESS) Toont het primaire SNTP-serveradres indien het is ingesteld.
Pagina 182
4.APPENDIX NETWERKINSTELLING - PRINTSERVICE-INSTELLING - LPD PRINT (NETWORK SETTING - PRINT SERVICE SETTING - LPD PRINT) Functie Omschrijving Gebruiker LPD INSCHAKELEN (ENABLE LPD) Toont of LPR printing is ingeschakeld of uitgeschakeld. POORTNUMMER (PORT NUMBER) Toont het poortnummer dat moet worden gebruikt voor LPR printing.
Pagina 183
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker NUMMER WEERGEGEVEN TAAK (NUMBER OF Toont het nummer van de weergegeven taak. DISPLAY JOB) SORTEERVOLGORDE (SORT ORDER) Toont de volgorde voor weergave. AFDRUKVOLGORDE (PRINT ORDER) Toont de volgorde voor afdrukken. AFGEDRUKTE TAKEN ACTIVEREN (ENABLE Toont of het afdrukken van afgedrukte taken is PRINTED JOBS) ingeschakeld.
Pagina 184
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker BERICHTTEKST AFDRUKKEN INSCHAKELEN Toont of de eigenlijke berichttekst al dan niet zal (ENABLE PRINT MESSAGE BODY) worden afgedrukt voor e-mail printing. MAXIMUM E-MAILTEKST AFDRUKKEN (MAXIMUM Toont het maximum aantal pagina's om de body- E-MAIL BODY PRINT) strings van de ontvangen e-mailafdrukopdracht af te drukken.
Pagina 185
4.APPENDIX BEVEILIGINGSINSTELLING - VERIFICATIE - AFDELINGSINSTELLING (SECURITY SETTING - AUTHENTICATION - DEPARTMENT SETTING) Functie Omschrijving Gebruiker AFDELINGSCODE (DEPARTMENT CODE) Toont of het afdelingscodebeheer is ingeschakeld of uitgeschakeld. AFDELINGSCODE - KOPIE (DEPARTMENT CODE - Toont of het afdelingscodebeheer (voor kopiëren) COPY) is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 186
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker FUNCTIEGEBONDEN GEBRUIKERSVERIFICATIE - Toont of de gebruikersverificatie GEBRUIKERSFUNCTIES (USER AUTHENTICATION (gebruikersfuncties) is ingeschakeld of ACCORDING TO FUNCTION - USER FUNCTIONS) uitgeschakeld. FUNCTIEGEBONDEN GEBRUIKERSVERIFICATIE - Toont of de gebruikersverificatie (EWB) is EWB (USER AUTHENTICATION ACCORDING TO ingeschakeld of uitgeschakeld. FUNCTION - EWB) VERIFICATIEMETHODE BEHEERDER Toont de verificatiemethode voor beheerder.
Pagina 187
4.APPENDIX BEVEILIGINGSINSTELLING - VERIFICATIE - HOME DIRECTORY-INSTELLING (SECURITY SETTING - AUTHENTICATION - HOME DIRECTORY SETTING) Functie Omschrijving Gebruiker HOME FOLDER INSCHAKELEN (ENABLE HOME Toont of de basismap is ingeschakeld of DIRECTORY) uitgeschakeld. HOME FOLDER SERVER (HOME DIRECTORY Toont de te gebruiken basismapserver. SERVER) BEVEILIGINGSINSTELLING - VERIFICATIE - INSTELL.
Pagina 188
4.APPENDIX Functie Omschrijving Gebruiker BLOKKERINGSINSTELLING (LOCKOUT SETTING) Toont of de blokkeringsinstelling is ingeschakeld of uitgeschakeld. AANTAL NIEUWE POGINGEN (NUMBER OF RETRY) Toont het aantal herhaalde pogingen voor het invoeren van het wachtwoord. BLOKKERINGSTIJD (LOCKOUT TIME) Toont de blokkeringstijd (in minuten). BESCHIKBARE PERIODE (AVAILABLE PERIOD) Toont of het instellen van de geldigheidsduur van het wachtwoord is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 189
4.APPENDIX ADRESBOEK (ADDRESS BOOK) Functie Omschrijving Gebruiker GEDEELDE INSTELLING - GEDEELD ADRESBOEK Toont of gedeeld adresboek is ingeschakeld. (SHARED SETTING - SHARED ADDRESS BOOK) GEDEELDE INSTELLING - TIME-OUT VERBINDING Toont de verbindingstime-out. (SHARED SETTING - CONNECTION TIMEOUT) PRIMAIRE MFP-INSTELLING - SECUNDAIRE MFP1 Toont secundaire MFP 1 tot 10.
Pagina 191
INDEX Cijfers Beheer bericht (Admin. Message) ........42 1200 dpi afdruk (1200 dpi Print) ........47 Beheer van certificaten ..........106 2de Fax (2nd Fax) ............. 27 Beheer van de optielicenties ........... 50 2e lijn voor FAX-eenheid ..........100 Beheer wachtwoord (Master Password) ...... 110 2in1/4in1 ................
Pagina 192
De levenstellers van de vervangen verbruiksartikelen Gebruiker ................. 22 nulstellen ..............79 Gebruikersteller (User Counter) ........152 De soepelheid van het afdrukken wijzigen ....49 Geforceerd doorgaan (ongeldig papier) De tellers van de afdelingen terugzetten ..... 149 (Enforcement Continue (Illegal Paper)) ....117 De weergavevolgorde instellen van de zoekresultaten Geheugen Tx (Memory Tx) ..........
Pagina 193
IPv6 Protocol ............82, 84, 86 Opslag onderhoud (Storage Maintenance) ....102 IPX / SPX inschakelen (Enable IPX / SPX) ....... 88 Orginele mode voor auto kleur (Original Mode for ITU mailbox (ITU Mailbox) ..........22 Auto Color) ..............14 Origin. modus (Original Mode) ......14, 16, 20 Origineelformaat (glasplaat) (Original Size Kalibratie (Calibration) ..........
Pagina 194
Standaard mode voor auto kleur (Default Mode of Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten Auto Color) ..............95 van het servicewachtwoord ........43 Standaardweergave voor enkel (Default View Wijzigen van mobiele instellingen ........13 For Single) .............. 18, 20 WINS primair (WINS Primary) .......... 89 Standaardweergave voor groep (Default View WINS secondair (WINS Secondary) .........
Pagina 195
e-STUDIO2010AC/2510AC e-STUDIO2515AC/3015AC/3515AC/4515AC/5015AC e-STUDIO2518A/3018A/3518A/4518A/5018A e-STUDIO5516AC/6516AC/7516AC e-STUDIO5518A/6518A/7518A/8518A e-STUDIO330AC/400AC...