3
Toets de volgende items in of selecteer
deze; druk daarna op [OK].
• [GEBR. WACHTWOORD] (USER PASSWORD)
Druk op deze toets om een wachtwoord voor het/de
gecodeerde PDF-bestand(en) in te stellen. Bij het openen
van het bestand wordt om dit wachtwoord gevraagd.
• [ADMIN. WACHTWOORD] (MASTER PASSWORD)
Druk op deze toets om een wachtwoord in te stellen voor
het wijzigen van het encryptieniveau en instellingen voor
bevoegdheden.
Vergeet niet
• Het gebruikerswachtwoord en het admin. wachtwoord
zijn bij verzending vanuit de fabriek niet ingesteld. Als
er een admin. wachtwoord ingesteld moet worden,
vraag dit dan aan de systeembeheerder.
• Wanneer op een toets gedrukt wordt, verschijnt er een
toetsenbord op scherm. Voer een wachtwoord in met
het toetsenbord en de digitale toetsen en druk op [OK]
om het ingevoerde in te stellen.
• Wachtwoorden kunnen uit 1 tot 20 tekens van één byte
bestaan, inclusief "#" en "*."
• Het is niet mogelijk voor de beide wachtwoorden
dezelfde waarde in te stellen.
Opmerking
• Afhankelijk van hoe de beveiligingsinstellingen zijn
ingesteld door de beheerder, kunnen gebruikers- en
admin. wachtwoorden gewijzigd worden. Als u niet
bevoegd bent tot het wijzigen van het admin.
wachtwoord, kunt u het encryptieniveau of de
instellingen voor bevoegdheden zoals hieronder
beschreven, niet aanpassen. Neem contact op met de
systeembeheerder als de wachtwoorden gereset
moeten worden.
• Encryptieniveau (Encryption level)
[128bit AES] — druk op deze knop om een
encryptieniveau in te stellen dat compatibel is met
Acrobat 7.0 (PDF versie 1.6.).
[128bit RC4] — druk op deze knop om een
encryptieniveau in te stellen dat compatibel is met
Acrobat 5.0 (PDF versie 1.4).
[40bit RC4] — druk op deze knop om een
encryptieniveau in te stellen dat compatibel is met
Acrobat 3.0 (PDF versie 1.1).
Opmerking
• Wanneer [128bit AES] geselecteerd is, kunnen de
gecreëerde PDF-bestanden niet afgedrukt worden met
direct afdrukken vanaf USB. Druk in dat geval de
bestanden af vanaf een pc.
• Instelling (Authority)
[Afdrukken] (PRINT) — druk op deze toets om
gebruikers toe te staan PDF-bestanden af te drukken.
[CHANGE] (WIJZIGEN) — druk op deze toets om
gebruikers toe te staan PDF-bestanden te converteren en
te bewerken.
[EXTRAHEREN] (EXTRACT) — druk op deze toets om
gebruikers toe te staan de inhoud van PDF-bestanden te
kopiëren en te extraheren.
[TOEGANKELIJKHEID] (ACCESSIBILITY) — druk op
deze toets om functie Toegankelijkheid in te schakelen.
4
Stel de overige instellingen in naar behoefte
en druk op [SCAN] om de documenten te
scannen.
Raadpleeg voor meer informatie de volgende gedeelten:
Gebruikershandleiding Basis
P.92 "Scaninstellingen wijzigen"
- 107 -
NUTTIGE FUNCTIES
1
2
3
4
5
6
7