3. Stel de versterking in, de integratietijd, differentiatietijd, en de PID
uitgangsniveaus
27.18 PID maximum
4. Uitgang van PID-regeling wordt weergegeven door parameter
uitg. Kies deze als de bron voor, bijvoorbeeld,
Kopp.ref1
keuze.
Slaapfunctie van de PID-regeling
In het volgende voorbeeld wordt de werking van de slaapfunctie gevisualiseerd.
De omvormer regelt een boosterpomp. Het waterverbruik daalt 's nachts. De PID-
regeling vermindert daarom het motortoerental. Door natuurlijk verlies in de leidingen
en het lage rendement van de centrifugaalpomp bij lage toeren stopt de motor echter
niet, maar blijft draaien. De slaapfunctie detecteert de lage toeren en stopt de
onnodige pompactiviteit nadat de slaapvertraging is verstreken. De omvormer
schakelt naar de slaapmodus, maar blijft de druk controleren. De pomp start opnieuw
als de druk onder het vooraf gedefinieerde minimumniveau is gedaald en de
wekvertraging is verstreken.
Motor toerental
Slaapniveau
(27.23)
Werkelijke waarde
Niet-geïnverteerd (bron van
Wekniveau
(27.25)
Werkelijke waarde
Wekniveau
(27.25)
Geïnverteerd (bron van
(27.12 PID
versterking,
en
27.19 PID
minimum).
t
= Slaapvertraging (27.24)
d
t
= Wekvertraging (27.26)
wd
t<t
t
d
d
27.16
27.16
= 1)
Programmakenmerken 73
27.13 PID
integr.tijd,
21.01 Toerenref1 keuze
SLAAP MODUS
STOP
= 0)
27.14 PID
diff.tijd,
04.05 Proces PID
of
24.01
Tijd
START
t
wd
Tijd
t
wd
Tijd