Advertenties
262 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
FEN-01 TTL
FEN-11 TTL
FEN-21 TTL
FEN-31 HTL
90.05
Enc.kabelfout
Nee
Storing
Waarschuwing
90.10
Enc.par.ververs
Klaar
Configureer
91
91 Abs.enc.conf.
91.01
Sin/Cos nr
0...65535
91.02
Abs.enc.interf.
Geen
Commut sig
EnDat
Hiperface
SSI
Tamag. 17/33b
Beschrijving
Moduletype: FEN-01 TTL Encoder interface. Echo: TTL
pulsgever ingang (X31) pulsen worden geëchood naar de
TTL uitgang.
Moduletype: Absolute Encoder Interface FEN-11. Echo: TTL
pulsgever ingang (X41) pulsen worden geëchood naar de
TTL uitgang.
Moduletype: Resolver Interface FEN-21. Echo: TTL
pulsgever ingang (X51) pulsen worden geëchood naar de
TTL uitgang.
Moduletype: FEN-31 HTL Encoder Interface. Echo: HTL
pulsgever ingang (X82) pulsen worden geëchood naar de
TTL uitgang.
Kiest de actie in het geval dat een pulsgeverkabel-fout
gedetecteerd wordt door de FEN-xx pulsgever-interface.
Kabelfoutdetectie niet actief.
De omvormer schakelt uit op fout ENCODER 1/2 CABLE.
De omvormer geeft een waarschuwing ENCODER 1/2
CABLE. Dit is de aanbevolen instelling indien de maximum
puls-frequentie van sinus/cosinus incrementele signalen
100 kHz overschrijdt; bij hoge frequenties kunnen de signalen
zoveel verzwakken dat ze de functie oproepen. De maximum
pulsfrequentie kan als volgt berekend worden:
Pulsen per rev.
------------------------------------------------------------------------------------------------------ -
Max. puls frequentie
=
Het instellen van deze parameter op 1 forceert een
herconfiguratie van de FEN-xx interfaces, die nodig is om
eventuele parameterwijzigingen in de groepen 90...93 van
kracht te laten worden.
Opmerking: De parameter kan niet gewijzigd worden terwijl
de omvormer in bedrijf is.
Herconfiguratie voltooid.
Configureer opnieuw. De waarde keert automatisch terug
naar Klaar.
Absolute pulsgever configuratie. Zie ook de sectie
ondersteuning
op pagina 65.
Definieert het aantal sinus/cosinusgolf-cycli binnen één
omwenteling.
Opmerking: Deze parameter hoeft niet ingesteld te worden
wanneer EnDat of SSI pulsgevers in continu-modus gebruikt
worden. Zie parameter
Aantal sinus/cosinusgolf-cycli.
Selecteert de bron voor de absolute positie van de pulsgever.
Niet geselecteerd.
Commutatie signalen.
Seriële interface: EnDat pulsgever.
Seriële interface: HIPERFACE pulsgever.
Seriële interface: SSI pulsgever.
Seriële interface: Tamagawa 17/33-bit pulsgever.
×
Max. toerental in rpm
60
91.25 SSI mode
/
91.30 Endat
FbEq
2
3
4
5
0
1
2
0
1
Pulsgever
mode.
1 = 1
0
1
2
3
4
5
Advertenties
