334 Besturing via de interne veldbus interface
Instellen van de besturingsparameters van de omvormer
Controleer, na het instellen van de interne veldbus interface, de
besturingsparameters van de omvormer in de onderstaande tabel en pas deze aan.
De kolom Instelling voor veldbusbesturing geeft de te gebruiken waarde of
waarden wanneer het interne veldbus signaal de gewenste bron of bestemming voor
dat bepaalde omvormerbesturingssignaal is. De kolom Functie/informatie bevat een
beschrijving van de parameter.
Parameter
KEUZE BRON BESTURINGSCOMMANDO
10.01 Ext1 Start
Keuze
10.04 Ext2 Start
Keuze
10.10 Bron foutreset
Opmerking: Om de omvormer te starten en stoppen via besturingslocatie EXT1, stelt u
parameter
10.01
in op
SELECTIE VAN TOERENTALREFERENTIE
21.01 Toerenref1
keuze
21.02 Toerenref2
keuze
Opmerking: Om het toerental van de omvormer te sturen met veldbusreferentie REF1, stelt u
parameter
21.01
in op
waarden (Toerental en C.FALSE).
SELECTIE VAN KOPPELREFERENTIE
24.01 Kopp.ref1
keuze
24.02 Kopp.ref add
sel
Opmerking: Om het koppel van de omvormer te sturen met veldbusreferentie REF2, stelt u
parameter
24.01
in op
12.03
in op Koppel.
Instelling voor
veldbusbesturing
FB
FB
P.02.36.08
FB
en houdt u parameter
EFB ref1
of
EFB ref2
EFB ref1
of
EFB ref2
EFB
ref1, en houdt u parameters
EFB ref1
of
EFB ref2
EFB ref1
of
EFB ref2
EFB
ref2, houdt u
12.01
Functie/informatie
Kiest veldbus als bron voor de start- en stop-
opdrachten wanneer EXT1 gekozen is als de
actieve besturingslocatie.
Kiest veldbus als bron voor de start- en stop-
opdrachten wanneer EXT2 gekozen is als de
actieve besturingslocatie.
Kiest het foutreset bit van signaal
EFB main cw
als bron voor de
foutresetopdracht van de omvormer.
12.01
op zijn standaard waarde (C.FALSE).
Kiest een referentie ontvangen via de interne
veldbus interface als de toerentalreferentie
ref1 van de omvormer.
Kiest een referentie ontvangen via de interne
veldbus interface als de toerentalreferentie
ref2 van de omvormer.
12.03
en
21.04
Kiest één van de referenties ontvangen via de
interne veldbus interface als de
koppelreferentie ref1 van de omvormer.
Kiest één van de referenties ontvangen via de
interne veldbus interface als de
koppelreferentie ref2 van de omvormer.
op zijn standaard waarde (C.FALSE) en stelt u
02.36
op hun standaard