Alarm
Code
(veldbuscode)
2004
STO MODUS
WISSELING
(0xFF7A)
2005
MOTOR
TEMPERATUUR
(0x4310)
Programmeerbare fout:
31.01 Mot.temp1.bev.
2006
NOODSTOP OFF2
(0xF083)
2007
DRAAIVRIJGAVE
(0xFF54)
2008
MOTOR ID-RUN
(0xFF84)
2009
NOODSTOP OFF1/
OFF2
(0xF081)
Oorzaak
Fout in het wijzigen van Safe
Torque Off bewaking, d.w.z.
instelling van parameter
STO diagnostiek
kon niet
gewijzigd worden in de waarde
Alarm.
Geschatte motortemperatuur
(gebaseerd op het thermische
motormodel) heeft de
alarmlimiet gedefinieerd door
parameter
31.03 Mot
temp1almLim
overschreden.
De gemeten motortemperatuur
overschrijdt de alarmlimiet
gedefinieerd door parameter
31.03 Mot
temp1almLim.
Omvormer heeft
noodstopopdracht OFF2
ontvangen.
Geen runvrijgavesignaal
ontvangen.
Motoridentificatie-run is bezig.
Motoridentificatie is vereist.
Omvormer heeft
noodstopopdracht (OFF1/
OFF3) ontvangen.
Foutopsporing 305
Oplossing
Neem contact op met uw plaatselijke
ABB-vertegenwoordiger.
30.07
Controleer nominale waarden en
belasting van de motor.
Laat de motor afkoelen. Zorg voor een
goede motorkoeling: Controleer de
koelventilator, maak de koeloppervlakken
schoon, enz..
Controleer de waarde van de alarmlimiet.
Controleer de instellingen van
thermische motormodel (parameters
31.09...31.14).
Controleer of het werkelijke aantal
sensoren overeenkomt met de waarde
ingesteld door parameter
Mot.temp1
bron.
Controleer nominale waarden en
belasting van de motor.
Laat de motor afkoelen. Zorg voor een
goede motorkoeling: Controleer de
koelventilator, maak de koeloppervlakken
schoon, enz..
Controleer de waarde van de alarmlimiet.
Om de omvormer opnieuw te starten
activeert u runvrijgave-signaal (bron
gekozen door parameter
Draaivrijgave) en start de omvormer.
Controleer instelling van parameter
Draaivrijgave. Schakel het signaal in
(bijv. in het veldbus Controlwoord) of
controleer de bedrading van de gekozen
bron.
Dit alarm behoort tot de normale
opstartprocedure. Wacht totdat de
omvormer aangeeft dat de
motoridentificatie is voltooid.
Dit alarm behoort tot de normale
opstartprocedure.
Kies hoe de motoridentificatie uitgevoerd
dient te worden, parameter
modus.
Start identificatie-routines door op de
Start-toets te drukken.
Controleer of het veilig is om bedrijf voort
te zetten.
Breng de noodstop-drukknop in zijn
normale positie terug (of pas het veldbus
Controlwoord overeenkomstig aan).
Start de omvormer opnieuw.
31.02
10.11
10.11
99.13 ID run