Instellen van de besturingsparameters van de omvormer
De kolom Instelling voor veldbusbesturing geeft de waarde die moet worden
gebruikt als de veldbusinterface de gewenste bron of bestemming voor dat bepaalde
signaal is. De kolom Functie/informatie bevat een beschrijving van de parameter.
Parameter
10.01 Ext1 Start
Keuze
10.04 Ext2 Start
Keuze
21.01 Toerenref1
keuze
21.02 Toerenref2
keuze
24.01 Kopp.ref1
keuze
24.02 Kopp.ref add
sel
16.07 Param save
Instelling voor
veldbusbesturing
KEUZE BRON BESTURINGSCOMMANDO
(3)
FB
(3)
FB
(3)
FBA ref1
(4)
FBA ref2
(3)
FBA ref1
(4)
FBA ref2
(3)
FBA ref1
(4)
FBA ref2
(3)
FBA ref1
(4)
FBA ref2
STUURINGANGEN SYSTEEM
(0)
Klaar
(1)
Opslaan
Besturing via een veldbusadapter 361
Functie/informatie
Kiest veldbus als bron voor de start- en
stop-opdrachten wanneer EXT1 gekozen is
als de actieve besturingslocatie.
Kiest veldbus als bron voor de start- en
stop-opdrachten wanneer EXT2 gekozen is
als de actieve besturingslocatie.
Veldbusreferentie REF1 of REF2 wordt
gebruikt als toerentalreferentie 1.
Veldbusreferentie REF1 of REF2 wordt
gebruikt als toerentalreferentie 2.
Veldbusreferentie REF1 of REF2 wordt
gebruikt als koppelreferentie 1.
Veldbusreferentie REF1 of REF2 wordt
gebruikt als toevoeging aan
koppelreferentie.
Slaat wijzigingen in parameterwaarden op
(inclusief die gemaakt via veldbusbesturing)
in het permanente geheugen.