204 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
31.02
Mot.temp1 bron
Berekend
KTY 1st FEN
KTY 2nd FEN
PTC JCU
PTC 1st FEN
PTC 2nd FEN
Beschrijving
Kiest the methode van temperatuurmeting voor thermische
motorbeveiliging 1. Wanneer overtemperatuur gedetecteerd
wordt, reageert de omvormer zoals gedefinieerd door
parameter
31.01
Mot.temp1.bev..
Opmerking: Als er één FEN-xx module gebruikt wordt, moet
de instelling van de parameter ofwel KTY 1st FEN of PTC 1st
FEN zijn. De FEN-xx module kan ofwel in Slot 1 of Slot 2 zijn.
De temperatuur wordt bewaakt gebaseerd op het thermische
motorbeveiligingsmodel, dat gebruik maakt van de
thermische motortijdconstante (parameter
Mot.therm.tijd) en de belastingcurve van de motor
(parameters 31.10...31.12). Doorgaans is afregeling door de
gebruiker alleen nodig als de omgevingstemperatuur afwijkt
van de normale voor de motor gespecificeerde
bedrijfstemperatuur.
De motortemperatuur neemt toe als de motor in het gebied
boven de belastingcurve werkt De motortemperatuur neemt
af als de motor in het gebied onder de belastingcurve werkt
(als de motor oververhit is).
WAARSCHUWING! Het model beschermt de motor
niet als de koeling afneemt als gevolg van vuil en
stof.
De temperatuur wordt bewaakt via een KTY84 sensor
aangesloten op pulsgever-interface module FEN-xx
geïnstalleerd in Slot 1/2 van de omvormer. Als er twee
pulsgever-interfacemodules gebruikt worden, dan wordt de
pulsgevermodule aangesloten op Slot 1 gebruikt voor de
temperatuurbewaking.
Opmerking: Deze keuze is niet van toepassing op FEN-01.
De temperatuur wordt bewaakt via een KTY84 sensor
aangesloten op pulsgever-interface module FEN-xx
geïnstalleerd in Slot 1/2 van de omvormer. Als er twee
pulsgever-interfacemodules gebruikt worden, dan wordt de
pulsgevermodule aangesloten op Slot 2 gebruikt voor de
temperatuurbewaking.
Opmerking: Deze keuze is niet van toepassing op FEN-01.
De temperatuur wordt bewaakt via een PTC-sensor
aangesloten op DI6.
De temperatuur wordt bewaakt via 1...3 PTC-sensoren
aangesloten op pulsgever-interface module FEN-xx
geïnstalleerd in Slot 1/2 van de omvormer. Als er twee
pulsgever-interfacemodules gebruikt worden, dan wordt de
pulsgevermodule aangesloten op Slot 1 gebruikt voor de
temperatuurbewaking.
De temperatuur wordt bewaakt via 1...3 PTC-sensoren
aangesloten op pulsgever-interface module FEN-xx
geïnstalleerd in Slot 1/2 van de omvormer. Als er twee
pulsgever-interfacemodules gebruikt worden, dan wordt de
pulsgevermodule aangesloten op Slot 2 gebruikt voor de
temperatuurbewaking.
FbEq
0
31.14
2
3
4
5
6