Advertenties
Nr.
Naam/Waarde
Autofase
Stroomm.Cal.
Geavanceerd
99.16
Fase inversie
Geen
Ja
Beschrijving
Tijdens autofasering wordt de starthoek van de motor
bepaald (bij een permanentmagneet-motor en synchrone
reluctantiemotor kan de as < 0,5 omwenteling draaien). Merk
op dat de overige motormodel-waarden niet geupdatet
worden. Zie ook parameter
Opmerkingen:
• Autophasing kan alleen gekozen worden nadat de
Normaal/Gereduceerd/Stilstand/Geavanceerd
een keer uitgevoerd is. Autofasering wordt gebruikt als een
absolute pulsgever, een resolver of een pulsgever met
commutatiesignalen toegevoegd/gewijzigd is bij
een permanentmagneetmotor of synchrone
reluctantiemotor en er geen noodzaak is om de Normaal/
Gereduceerd/Stilstand/Geavanceerd
uit te voeren.
• Tijdens Autofasering mag de motoras NIET vergrendeld
zijn en het lastkoppel moet < 5% zijn.
Kalibratie van offset- en versterkingsmeting. De kalibratie zal
uitgevoerd worden bij de volgende start.
Geavanceerde ID-run. Garandeert de hoogst mogelijke
nauwkeurigheid in de besturing. De ID-run kan enkele
minuten duren. Deze modus dient gekozen te worden
wanneer topprestaties nodig zijn in het hele bedrijfsgebied.
Opmerkingen:
• De aangedreven machines moeten van de motor
losgekoppeld zijn, omdat er hoge koppel- en
toerentalpieken toegepast worden.
• De motor kan tijdens de run zowel in voorwaartse als in
achterwaartse richting draaien.
WAARSCHUWING! De motor kan tijdens de ID-run
tot aan het maximum (positief) en minimum
(negatief) toegestane toerental draaien. Er worden
meerder acceleraties en deceleraties uitgevoerd.
Het maximum koppel, stroom en toerental dat door de
limietparameters toegestaan is, kan gebruikt worden. ZORG
DAT HET VEILIG IS OM DE MOTOR TE LATEN DRAAIEN
ALVORENS DE IDENTIFICATIERUN UIT TE VOEREN!
Schakelt de draairichting van de motor om. Deze parameter
kan gebruikt worden als de motor in de verkeerde richting
draait (bijvoorbeeld vanwege de verkeerde fasevolgorde in
de motorkabel), en het corrigeren van de kabel wordt als
onpraktisch beschouwd.
Opmerking: Na het wijzigen van deze parameter, moet het
teken van encoder-terugkoppeling (indien aanwezig)
gecontroleerd worden. Dit kan gedaan worden door het teken
van parameter
01.14 Geschat motor TT
van
01.08 Encoder1 TT
tekens niet met elkaar overeenkomen, moet de encoder
bedrading gecorrigeerd worden.
Normaal.
Achterwaartse draairichting.
11.07.Autofase
modus.
ID-run nog een keer
te vergelijken met dat
(of
01.10 Encoder2
TT). Als de
Parameters 275
FbEq
4
ID-run al
5
6
0
1
Advertenties
