78
GEBRUIK
keer. Daardoor verbetert de
zichtbaarheid overdag.
Motor starten. (
In het menu
Voertuiginstellingen
Verlichting
Automat. dagrijlicht
uitschakelen.
De toets 1 bedienen, om het
dagrijlicht in te schakelen.
brandt.
Het dimlicht en het voorste
stadslicht worden uitgescha-
keld.
In het donker of in tunnels:
De toets 1 opnieuw bedienen,
om de dagrijverlichting uit te
schakelen en het dimlicht en
stadslicht aan de voorzijde in
te schakelen.
Als bij ingeschakeld
dagrijlicht het grootlicht
wordt ingeschakeld, wordt
het dagrijlicht na circa twee
seconden uitgeschakeld en
152)
Instellingen
de functie
worden het grootlicht, het
dimlicht en het stadslicht voor
ingeschakeld.
Als het grootlicht weer wordt
,
uitgeschakeld, wordt het dagrij-
,
licht niet automatisch opnieuw
geactiveerd, maar moet dit
handmatig weer worden in-
geschakeld.
Automatisch dagrijlicht
met dagrijlicht
De omschakeling tussen
dagrijlicht en dimlicht, incl.
stadslicht voor kan automatisch
gebeuren.
WAARSCHUWING
Automatisch dagrijlicht ver-
vangt niet de persoonlijke
beoordeling van de lichtom-
standigheden
Gevaar voor een ongeval
Het automatische dagrijlicht
uitschakelen bij slechte licht-
omstandigheden.
In het menu
Voertuiginstellingen
Verlichting
Automat. dagrijlicht
inschakelen.
wordt weergegeven.
SU
Instellingen
de functie
,
,