ABS-regeling alleen bij het
voorwiel
met rijmodi Pro
knippert niet regelmatig.
Mogelijke oorzaak:
De ABS-achterwielregeling is in
de momenteel geselecteerde
rijmodus uitgeschakeld. De
achterwielrem kan het achter-
wiel laten blokkeren.
Instellingen van de rijmodus
controleren.
Voor meer informatie over de
configuratie van de rijmodi,
zie het hoofdstuk "Techniek in
detail" (
179).
DTC-ingreep
knippert snel.
Mogelijke oorzaak:
De DTC heeft een instabiliteit
van het achterwiel herkend en
vermindert het koppel.
Het controle- en waarschu-
wingslampje knippert langer
dan dat de DTC-ingreep duurt.
Daarmee heeft de berijder ook
na de kritieke rijsituatie nog
een optische bevestiging van
de uitgevoerde regeling.
Verder rijden mogelijk. Voor-
uitziend rijden.
SU
DTC-zelfdiagnose niet
beëindigd
knippert langzaam.
Mogelijke oorzaak:
DTC-zelfdiagnose niet
voltooid
De DTC-functie is niet be-
schikbaar, omdat de zelf-
diagnose niet is afgesloten.
(Voor de controle van de
wieltoerentalsensoren moet
de motorfiets een minimum-
snelheid met draaiende mo-
tor bereiken min 5 km/h)
Langzaam wegrijden. Houd er
rekening mee dat tot het af-
sluiten van de zelfdiagnose de
DTC-functie niet beschikbaar
is.
DTC uitgeschakeld
brandt.
Off!
Tractieregeling ge-
deactiveerd.
Mogelijke oorzaak:
Het DTC-systeem is door de
berijder uitgeschakeld.
DTC inschakelen. (
57
81)