4.
Klik op [Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen].
In Windows XP of Windows Server 2008 klikt u op [LAN-verbinding] om dit item te markeren en
vervolgens klikt u in het menu [Bestand] op [Eigenschappen] en gaat u naar stap 6.
In Windows Vista klikt u in het gedeelte [Delen en verkennen] op [Uit] of [Aan] naast [Printer delen]
en gaat u naar stap 6.
In Windows Server 2003/2003 R selecteert u [LAN], klikt u op [Eigenschappen] in het menu
[Bestanden] en gaat u vervolgens naar stap 6.
5.
Klik op het pictogram
6.
Bij [Bestands- en printerdeling] klikt u op [Bestands- en printerdeling inschakelen].
In Windows XP of Windows Server 2003/2003 R2/2008 klikt u op het tabblad [Algemeen] op
[Client voor Microsoft-netwerken].
In Windows Vista vinkt u [Delen van printers inschakelen] aan en klikt u op [Toepassen].
7.
Klik op [Wijzigingen opslaan].
In Windows XP of Windows Server 2003/2003 R2/2008 klikt u op [OK].
In Windows Vista klikt u op [Doorgaan] en selecteert u het type netwerk dat u gebruikt.
8.
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
In Windows Vista of Windows Server 2008 gaat u naar [Configuratiescherm], [Hardware en
geluiden] en klikt u vervolgens op [Printers].
In Windows XP klikt u op [Printers en faxapparaten].
In Windows Server 2003/2003 R2 gaat u naar [Instellingen] en klikt u vervolgens op [Printers en
faxapparaten].
9.
Klik met de rechtermuisknop op het gewenste apparaat en klik vervolgens op
[Eigenschappen van printer].
In Windows XP of Windows Server 2003/2003 R2 klikt u met de rechtermuisknop op het
gewenste apparaat en klikt u vervolgens op [Delen...].
10.
Klik op het tabblad [Delen] en vink het selectievakje [Deze printer delen] aan.
In Windows Server 2008 klikt u op het tabblad [Delen] op [Gedeeld als:].
In Windows Vista klikt u op [Opties voor opslaan wijzigen] en vinkt u [Deze printer delen] aan.
11.
Klik op [OK].
In Windows XP/Vista of Windows Server 2003/2003 R2/2008 klikt u op [Toepassen] en
vervolgens op [OK].
Configureer een computer die op het netwerk is aangesloten, waarop de printserver is
aangesloten, als een clientcomputer. Zie Pag. 103 "De printer als Windows-netwerkprinter
gebruiken".
De computer aansluiten en de software installeren (USB-verbinding)
om [Thuis of werk (huidig profiel)] uit te klappen.
83