10. Problemen oplossen
• Als u het apparaat uitschakelt en vervolgens weer inschakelt, stuurt het apparaat de inkt uit de
inktcartridge naar het apparaat. Tijdens deze procedure kan de inkt in de inktcartridge opraken.
• De hoeveelheid resterende inkt die wordt getoond in de aanduiding voor het vervangen van een
inktcartridge is slechts ter indicatie en kan anders zijn dan de werkelijke hoeveelheid. Cartridges
kunnen ook leeg raken zonder waarschuwing dat de inkt bijna op is.
Cartridge leeg
De inkt is op.
Vervang de inktcartridge.
U kunt echter afdrukken in zwart-wit, zolang er genoeg K-inkt (zwart) in de inktcartridge zit.
Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u op de [Paginadoorvoer]-knop en vervolgens op de [OK]-
knop.
Als u op deze manier blijft afdrukken, wordt er meer inkt verbruikt dan normaal, tot de cartridge wordt
vervangen.
Zie Pag. 331 "Een inktcartridge vervangen".
• Als de cartridge leeg is, kunnen de printerkoppen niet worden gereinigd of gespoeld.
• Als de inkt tijdens het afdrukken opraakt, kan de printer blanco of gedeeltelijk bedrukte vellen
uitvoeren.
Gebruikte cartridge
U hebt een gebruikte inktcartridge geplaatst.
Vervang de printcartridge.
Zie Pag. 331 "Een inktcartridge vervangen".
• Als de cartridge leeg is, kunnen de printerkoppen niet worden gereinigd of gespoeld.
• Cartridges die niet langer bruikbaar zijn voor afdrukken, behouden een kleine hoeveelheid inkt
voor onderhoudsdoeleinden. Zorg dat u niet per ongeluk een lege inktcartridge installeert.
• Inktcartridges moeten worden gebruikt voor hun uiterste gebruiksdatum, bij voorkeur binnen zes
maanden nadat ze uit de verpakking zijn gehaald.
Inktopvangeenheid niet gedetecteerd
De inktopvangeenheid is niet op de juiste wijze bevestigd.
406