4.
Druk op [ ] of [ ] om [Op specifiek tijdstip verzenden] weer te geven en druk vervolgens
op de [OK]-knop.
Om de instelling te annuleren, selecteert u [Uit], en drukt u vervolgens op de [OK]-toets.
5.
Voer met behulp van de cijfertoetsen de tijd in (24-uursnotatie) en druk vervolgens op de
[OK]-toets.
Bij getallen onder de 10 eerst een 0 invoeren.
Wanneer u zich vergist, drukt u op de [Wis/Stop]-knop voordat u op de [OK]-knop drukt.
6.
Druk op de toets [Escape].
7.
Geef een bestemming op en druk vervolgens op de [B&W Start]-knop.
• U kunt een tijdstip opgeven binnen 24 uur van het huidige tijdstip.
• U kunt de verzendinstelling voor Uitgestelde verzending annuleren. Zie Pag. 201 "Een fax
annuleren".
Afzenderinstellingen
De naam van de opgeslagen afzender (gebruikersnaam) wordt weergegeven op de lijsten en het
rapport. Als de afzender nog niet is geregistreerd in het adresboek, moet u dit eerst registreren.
1.
Druk op de [Fax]-knop.
2.
Druk op [TX modus].
3.
Druk op [ ] of [ ] om [Afzendernaam] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
4.
Geef de gewenste bestemming op met de [Snelkiezen]-knoppen of met de [Adresboek]-
knop.
Het onderwerp invoeren
Voer een onderwerpsregel in voor een fax als u Internetfax gebruikt.
1.
Druk op de [Fax]-knop.
2.
Druk op [TX modus].
3.
Druk op [ ] of [ ] om [Onderwerp bijvoegen] weer te geven en druk vervolgens op de
[OK]-knop.
4.
Voer het onderwerp in (maximaal 128 tekens) en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 139 "Tekens invoeren".
U kunt op [Gebruikerstekst] drukken om de zinnen die u hebt opgeslagen, te gebruiken. Voor meer
informatie over het registreren van zinnen, zie Pag. 244 "Alg. eigensch.".
Een fax versturen
207