3. De printerfunctie gebruiken
Dialoogvenster [Printer Properties] op Macintosh
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het dialoogvenster 'Printer Properties' eruit ziet en hoe u het opent.
De methode voor het openen van het dialoogvenster [Printer Properties] op een Macintosh hangt af van
de toepassing die u gebruikt.
Zie voor meer informatie de handleiding van de toepassing.
De procedure wordt uitgelegd met Mac TextEdit als voorbeeld.
[Page Setup] weergeven op een Macintosh
1.
Vanuit het menu [Bestand] van de toepassing, klikt u op [Page Setup...].
2.
Uit het menu [Format for:] kiest u de printer die u wilt gebruiken.
Als u een printer wilt gebruiken die op het netwerk is aangesloten, kies dan de printer aan de hand
van zijn IP-adres.
[Print] weergeven op een Macintosh
1.
Vanuit het menu [Bestand] van de toepassing kiest u [Print...].
2.
Uit het menu [Printer List] kiest u de printer die u wilt gebruiken.
Als u een printer wilt gebruiken die op het netwerk is aangesloten, kies dan de printer aan de hand
van zijn IP-adres.
In het menu met de naam van de toepassing (bijvoorbeeld TextEdit), kunt u instellingen als [Paper
Feed] en [Printer Features] selecteren.
• Afhankelijk van de toepassing kunnen de printerinstellingen automatisch worden aangepast.
De apparaatstatus weergeven op een Macintosh
Met de Status Monitor kunt u op de computer weergeven hoeveel inkt er nog over is en andere
gegevens over het apparaat. In het afdruktakenwachtrij-venster kunt u ook fouten controleren die zijn
opgetreden.
Het afdruktakenwachtrij-venster wordt automatisch weergegeven wanneer u een afdrukopdracht
uitvoert. Met de Status Monitor kunt u de apparaatstatus ook weergeven zonder een afdrukopdracht uit
te voeren.
Om de apparaatstatus op uw computer weer te geven, moet bidirectionele communicatie tussen de
printer en computer zijn ingesteld.
152